134 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Woont' in de Bijbel

En woont met ons; en het land zal voor uw aangezicht zijn; woont, en handelt daarin, en stelt u tot bezitters daarin.

VersbegrippenHandelIn Het Land LevenEigendom

En Ik zal te dien dage het land Gosen, waarin Mijn volk woont, afzonderen, dat daar geen vermenging van ongedierte zij, opdat gij weet, dat Ik, de HEERE, in het midden dezes lands ben.

VersbegrippenAfkeerVliegenOnderscheidende GodIk Ben De Heer

Zo zal hij voor het heilige, vanwege de onreinigheden der kinderen Israels, en vanwege hun overtredingen, naar al hun zonden, verzoening doen; en alzo zal hij doen aan de tent der samenkomst, welke met hen woont in het midden hunner onreinigheden.

VersbegrippenVerzoeningPriesters Die Verzoenen

En beziet het land, hoedanig het zij, en het volk, dat daarin woont, of het sterk zij of zwak, of het weinig zij of veel;

VersbegrippenLichamelijke ZwakteOmgaan Met Vele MensenWat Is Dit?Sterke Naties

En hoedanig het land zij, waarin hetzelve woont, of het goed zij of kwaad; en hoedanig de steden zijn, in dewelke hetzelve woont, of in legers, of in sterkten;

VersbegrippenWat Is Dit?

Behalve dat het een sterk volk is, hetwelk in dat land woont, en de steden zijn vast, en zeer groot; en ook hebben wij daar kinderen van Enak gezien.

VersbegrippenVersterkingenVersterkte StedenGrootsheidReuzenSterke Naties

Maar indien gij de inwoners des lands niet voor uw aangezicht uit de bezitting zult verdrijven, zo zal het geschieden, dat, die gij van hen zult laten overblijven, tot doornen zullen zijn in uw ogen, en tot prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op het land, waarin gij woont.

VersbegrippenDoornenOnkruidVerenigingen Van KwaadZe Niet VerdrijvenBeschadigde OgenVerontrustende Groepen Van MensenLastig VallenLandIslam

Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte zijner ziel, tot de plaats, die de HEERE zal hebben verkoren;

En van Gad zeide hij: Gezegend zij, die aan Gad ruimte maakt! hij woont als een oude leeuw, en verscheurt den arm, ja ook den schedel.

VersbegrippenVergrotingZoals Wezen

Toen zeiden de mannen van Israel tot de Hevieten: Misschien woont gijlieden in het midden van ons, hoe zullen wij dan een verbond met u maken?

VersbegrippenAlliantiesTrouw

Maar toch, indien het land uwer bezitting onrein is, komt over in het land van de bezitting des HEEREN, waar de tabernakel des HEEREN woont, en neemt bezitting in het midden van ons; maar zijt niet wederspannig tegen den HEERE, en zijt ook niet wederspannig tegen ons, een altaar voor u bouwende, behalve het altaar van den HEERE, onzen God.

VersbegrippenBroederschap In Het EvangelieDe Aard Van Opstand Tegen GodAltaar Van De HeerAltaren BouwenGod Leeft In Het TabernakelOnreine Dingen

Dus heb Ik u een land gegeven, waaraan gij niet gearbeid hebt, en steden, die gij niet gebouwd hebt, en gij woont in dezelve; gij eet van de wijngaarden en olijfbomen, die gij niet geplant hebt.

VersbegrippenOlijvenWijngaarden PlantenBoomgaardenSteden in IsraëlTuinen

Doch zo het kwaad is in uw ogen den HEERE te dienen, kiest u heden, wien gij dienen zult; hetzij de goden, welke uw vaders, die aan de andere zijde der rivier waren, gediend hebben, of de goden der Amorieten, in welker land gij woont; maar aangaande mij, en mijn huis, wij zullen den HEERE dienen!

VersbegrippenVrijheid Van De WilGlorie Van LeeftijdAanbidding In FamilieKeuzesGevolgen Van TwijfelVoorbeelden Van FamiliesGoede Beslissingen Maken VoorbeeldenIntentiesHoofden Van De FamilieKeuzes MakenKeuze Om Trouw Te BlijvenReligieuze IjverLevensdoelWerkgevers, Goede VoorbeeldenGods Pad KiezenZie Mij!Aangemoedigd Om Vreemde Goden Te DienenZijn Eigen Goden DienenVoorbij De EufraatDienenGod Dienen

En Ik zeide tot ulieden: Ik ben de HEERE, uw God; vreest de goden der Amorieten niet, in welker land gij woont; maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest.

VersbegrippenAmorietenVerbintenis Tot GodBeweringenDe Heer Is God

Het volk dan zond naar Silo, en men bracht van daar de ark des verbonds des HEEREN der heirscharen, die tussen de cherubim woont; en de twee zonen van Eli, Hofni en Pinehas, waren daar met de ark des verbonds van God.

VersbegrippenHet HofCherubijn Aan De Troon Van GodGod Zit In GlorieGod Als Een KrijgerAfgebeelde Cherubijn

En David maakte zich op, en ging heen met al het volk, dat bij hem was, van Baalim-Juda, om van daar op te brengen de ark Gods, bij dewelke de Naam wordt aangeroepen, de Naam van den HEERE der heirscharen, Die daarop woont tussen de cherubim.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesHet HofCherubijn Aan De Troon Van GodDe Glorie Van Gods ShekinaDe Aanwezigheid Van GodGod Zit In GlorieGeroepen In Gods Naam

Zo zeide de koning tot den profeet Nathan: Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen.

VersbegrippenFunctie Van De Ark Des VerbondsCederEigendom, HuizenTentenGods Huis BouwenKoninklijke HuizenDe Rondreizende ArkCederhoutGenoemde Profeten Van De Heer

En Hizkia bad voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: O HEERE, God Israels, Die tussen de cherubim woont! Gij zelf, Gij alleen zijt de God van alle koninkrijken der aarde, Gij hebt den hemel en de aarde gemaakt.

VersbegrippenSchepping Van De AardeHemel En AardeHet HofKoninkrijkenHet UniversumNiemand Anders Is GodDe Heer [Jahweh] Is God

Toen toog David op met het ganse Israel naar Baala, dat is, Kirjath-Jearim, hetwelk in Juda is, dat hij van daar ophaalde de ark Gods, des HEEREN, Die tussen de cherubim woont, waar de Naam wordt aangeroepen.

VersbegrippenHet Hof

Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenGod Is Met Jou

En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenVerzamelingenAan De Anderen GevenVrije Wil

Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en Benjamin, en de priesteren en de Levieten, benevens een iegelijk, wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te bouwen het huis des HEEREN, die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenHuis Van GodHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTStammen Van IsraëlDrangNaar Een Nieuwe Plek GaanJeruzalem

En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.

VersbegrippenOffer Uit Vrije WilHuis Van GodVrije Wil

Toen hield het werk op van het huis Gods, Die te Jeruzalem woont, ja, het hield op tot in het tweede jaar van het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.

VersbegrippenHuis Van GodWederopbouw Van De TempelBouw

Toen maakten zich op Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en begonnen te bouwen het huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en met hen de profeten Gods, die hen ondersteunden.

VersbegrippenAlliantiesHuis Van GodSchool Van ProfetenDe Tweede Tempel

Toen kwam dezelve Sesbazar; hij legde de fondamenten van het huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en er is van toen af tot nu toe gebouwd, doch niet volbracht.

VersbegrippenFunderingenBestuurdersFunderingen Van GebouwenOnvolledige WerkenSterk EindigenBouw

Breekt er een beek door, bij dengene, die daar woont, de wateren vergeten zijnde van den voet, worden van den mens uitgeput, en gaan weg.

VersbegrippenVoetenSwingend

Waar is de weg, daar het licht woont? En de duisternis, waar is haar plaats?

VersbegrippenNatuurlijke Duisternis

Is het naar uw bevel, dat de arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? [ (Job 39:31) Hij woont en vernacht in de steenrots, op de scherpte der steenrots en der vaste plaats. ] [ (Job 39:32) Van daar speurt hij de spijze op; zijn ogen zien van verre af. ] [ (Job 39:33) Ook zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar is hij. ] [ (Job 39:34) En de HEERE antwoordde Job, en zeide: ] [ (Job 39:35) Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. ] [ (Job 39:36) Toen antwoordde Job den HEERE, en zeide: ] [ (Job 39:37) Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. ] [ (Job 39:38) Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren. ]

VersbegrippenBloed DrinkenLijken Eten

Die in den hemel woont, zal lachen; de HEERE zal hen bespotten.

VersbegrippenMinachtingGelachSpotSpottende GodGod LachtGlimlachen

Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.

VersbegrippenVogels

Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.

VersbegrippenWie Is Zoals God?

Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.

VersbegrippenVeiligheidBurenOp Gods Plan VertrouwenMisbruik

Ziet, ik en de kinderen, die mij de HEERE gegeven heeft, zijn tot tekenen en tot wonderen in Israel, van den HEERE der heirscharen, Die op den berg Sion woont.

VersbegrippenKinderen Van GodProfetische TekenenSpirituele AdoptieKinderen In Het GeloofAndere WonderenTekenen En Wonderen Voor ChristusFamilie Geschil

Daarom zegt de Heere HEERE der heirscharen alzo: Vreest niet, gij Mijn volk, dat te Sion woont! voor Assur, als hij u met de roede zal slaan, en hij zijn staf tegen u zal opheffen, naar de wijze der Egyptenaren;

VersbegrippenSpeciale Openbaring

En geen inwoner zal zeggen: Ik ben ziek, want het volk, dat daarin woont, zal vergeving van ongerechtigheid hebben.

VersbegrippenZonde, Bevrijding Van GodGezonheid BeloofdGod Zal VergevenVoordelen Van HemelZiekteZiekteGezondheid En Genezen

Nu dan, hoor dit, gij weelderige! die zo zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en niemand meer dan ik: ik zal geen weduwe zitten, noch de beroving van kinderen kennen.

VersbegrippenZorgVoorbeelden Van TrotsWereldlijk Plezier Is Typisch Voor De GoddelozenPlezierzoekersUnieke NatiesGeen Verlies

De jonge leeuwen hebben over hem gebruld, zij hebben hun stem verheven; en zij hebben zijn land gezet in verwoesting; zijn steden zijn verbrand, dat er niemand in woont.

VersbegrippenVernietiging Van StedenSteden Onder VuurLege StedenIn Gevaar Van De Leeuwen

Van het geroep der ruiteren en boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de wolken, en klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, zodat niemand in dezelve woont.

VersbegrippenKlimmenRotsenBoogschutters In LegersCavalerieLege StedenOp Paarden RijdenStenen Voor BeschermingIsraël Op De Vlucht

O gij, die nu op den Libanon woont, en in de cederen nestelt! hoe begenadigd zult gij zijn, als u de smarten zullen aankomen, het wee als ener barende vrouw!

VersbegrippenCederWeeën

Zeggende: Bekeert u toch, een iegelijk van zijn bozen weg, en van de boosheid uwer handelingen, en woont in het land, dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft, van eeuw tot eeuw;

VersbegrippenDe Aard Van BekeringEeuwig BezitAfkeren Van Het KwaadWeigeren Om Te HorenGod Gaf Het LandVooruitgang

Bouwt huizen en woont daarin, en plant hoven en eet de vrucht daarvan;

VersbegrippenNatuurlijke TuinTuinenBijbelteksten Wachten Tot Het Huwelijk

Daarom zegt de HEERE alzo van den koning, die op Davids troon zit, en van al het volk, dat in deze stad woont, te weten, uw broederen, die met u niet zijn uitgegaan in de gevangenis;

VersbegrippenTroonDe Dynastie Van David

Want daarom heeft hij tot ons naar Babel gezonden, zeggende: Het zal lang duren; bouwt huizen, en woont daarin en plant hoven, en eet de vrucht daarvan.

VersbegrippenTuinbouwNa Een Lange TijdTuinen

En ziet, ik woon te Mizpa, om te staan voor het aangezicht der Chaldeen, die tot ons zullen komen; gijlieden dan verzamelt wijn, en zomervruchten, en olie, en doet ze in uw vaten, en woont in uw steden, die gij hebt ingenomen.

VersbegrippenZomerZomerfruit

Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gij hebt gezien al het kwaad, dat Ik gebracht heb over Jeruzalem en over alle steden van Juda; en ziet, zij zijn een woestheid te deze dage, en niemand woont daarin;

VersbegrippenArcheologieVernietiging Van JeruzalemGod Schaadde HenNatuurlijke Rampen

Zodat het de HEERE niet meer kon verdragen, vanwege de boosheid uwer handelingen, vanwege de gruwelen, die gij deedt; daarom is uw land geworden tot een woestheid, en tot ontzetting, en tot een vloek, dat er niemand in woont, gelijk het is te dezen dage;

VersbegrippenLand Als Goddelijk GeschenkHorror VeroorzakenOndraaglijke Dingen

Daarom hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland woont! Ziet, Ik zweer bij Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man van Juda in gans Egypteland meer zal genoemd worden, die zegge: Zo waarachtig als de Heere HEERE leeft!

VersbegrippenVoorspelling, Methodes In OTGods Naam Ijdel Gebruiken

Verlaat de steden, en woont in de steenrots, gij inwoners van Moab! en wordt gelijk een duif, die in de doorgangen van den mond eens hols nestelt.

VersbegrippenNestenDuivenGrottenRotsenGrotten Als Schuilplaats

Tegen de kinderen Ammons zegt de HEERE alzo: Heeft dan Israel geen kinderen? Heeft hij geen erfgenaam? Waarom is dan Malcham erfgenaam van Gad, en waarom woont zijn volk in deszelfs steden?

VersbegrippenValse GodenErfgenamenMateriële ErfenisBezit Nemen

Vliedt, wendt u, woont in diepe plaatsen, gij inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over hem gebracht, den tijd, dat Ik hem bezocht heb.

VersbegrippenGrottenGrotten Als Schuilplaats

Uw schrikkelijkheid heeft u bedrogen, en de trotsheid uws harten, gij, die woont in de kloven der steenrotsen, die u houdt op de hoogte der heuvelen! Al zoudt gij uw nest zo hoog maken als de arend, zo zal Ik u van daar nederstoten, spreekt de HEERE.

VersbegrippenNestenTrotse HartenGevallen En Verlost HartVernederingArendenGevolgen Van TrotsRotsenZelfbedrogTrots Resulteert InSoorten VogelsZichzelf Bedriegen

Vliedt, zwerft fluks henen weg, woont in diepe plaatsen, gij inwoners van Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft een raadslag tegen ulieden beraadslaagd, en een gedachte tegen hen gedacht.

VersbegrippenPlannen

Maakt u op, trekt op tegen het volk, dat rust heeft, dat in zekerheid woont, spreekt de HEERE; dat geen deuren noch grendel heeft, die alleen wonen.

VersbegrippenVersterkingenNationalismeSolitaire MensenZij Op Hun Gemak

Gij, die aan vele wateren woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de maat uwer gierigheid.

VersbegrippenBabylonStromend WaterSchatVoorbeelden Van HebzuchtMensen EindigdenRijke Mensen

Haar steden zijn geworden tot verwoesting, een dor land en wildernis; een land, waarin niemand woont, en waar geen mensenkind doorgaat.

VersbegrippenLege StedenDroge PlaatsenHorror Veroorzaken

Gimel. Juda is in gevangenis gegaan vanwege de ellende, en vanwege de veelheid der dienstbaarheid; zij woont onder de heidenen, zij vindt geen rust; al haar vervolgers achterhalen ze tussen de engten.

VersbegrippenMensen NavolgenZorgBallingschap van Juda naar BabylonInhalen

Schin. Wees vrolijk, en verblijd u, gij dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch de beker zal ook tot u komen, gij zult dronken worden, en ontbloot worden.

VersbegrippenEen Kop Met Gods GramschapMensen Die StrippenGod Maakt DronkenVreugde In Het Kwaad

En gij, mensenkind! vrees niet voor hen, en vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en gij bij schorpioenen woont; vrees voor hun woorden niet, en ontzet u niet voor hun aangezicht, want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenPijpDoornenHoe Predikanten Zich Moeten GedragenOngelovigen Beschreven AlsSchorpioenenWees Niet Bang Van Mensen

Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en niet zien, oren hebben om te horen, en niet horen, want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenSpiritueel Blind Zijn Bij GelovigenGebrek Aan OnderscheidingsvermogenHorenOnverschilligheidGevoeligheidApathieSaaiheidSpirituele DoofheidGeen Spirituele Dingen ZienNiet HorenOpstand

Uw grote zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren.

VersbegrippenVerwante Naties

En zeg tot Tyrus, die daar woont aan de ingangen der zee, handelende met de volken in vele eilanden: Zo zegt de Heere HEERE: O Tyrus! gij zegt: Ik ben volmaakt in schoonheid.

VersbegrippenOverdrijvingenSteden BinnengaanZeevaardersMensen Perfect Gemaakt

Daarom profeteer, o mensenkind! en zeg tot Gog: Zo zegt de Heere HEERE: Zult gij het, te dien dage, als Mijn volk Israel zeker woont, niet gewaar worden?

Daarom zal het land treuren, en een iegelijk, die daarin woont, kwelen, met het gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels; ja, ook de vissen der zee zullen weggeraapt worden.

VersbegrippenVervalZeeHerder Als BeroepRouwen Met SpijtStervenVogelsVisDe Zee

Zou het land hierover niet beroerd worden, en al wie daarin woont treuren? Ja, het zal geheel oprijzen als een rivier, en het zal heen en weder gedreven en verdronken worden, als door de rivier van Egypte.

VersbegrippenNiet Stil ZijnZwellenRouwen Met SpijtNiet Stil

De trotsheid uws harten heeft u bedrogen; hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen, in zijn hoge woning; die in zijn hart zegt: Wie zou mij ter aarde nederstoten?

Gij dan, weid Uw volk met Uw staf, de kudde Uwer erfenis, die alleen woont, in het woud, in het midden van een vruchtbaar land; laat ze weiden in Basan en Gilead, als in de dagen van ouds.

VersbegrippenGod Als HerderBossenDe Invloed Van God KennenMensen Van God In OTPersoneelVruchtbaar LandGeschiedenis Van NatiesSolitaire MensenDe Kudde Hoeden

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenVals VertrouwenVoorbeelden Van TrotsDe Aard Van SpotBestaan Van ArrogantieVernedering, Voorbeelden VanSissendUnieke NatiesWoningen Van WezensAndere Woonplaatsen Van Wezens

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenBestuurdersMaandGraadMaand 6Genoemde Profeten Van De HeerHomohuwelijk

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenZelfgenoegzaamheidLauwheidTijdloosheidDe Tweede TempelNiet De TijdWederopbouw

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenEigendom, HuizenZelfingenomenTijdloosheidVernietiging Van De TempelHuizen BouwenJuiste Tijd Voor De MensenNiet De TijdWederopbouw

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenWegen Van De MensGedachtJuist Denken

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenTassenPortemonneesHerfstZaaien En OogstenSchatSalarissenGebruik Van AlcoholVeel VerzamelenWeinig VoedselGatenZichzelf KledenKoud WeerGeen VoedselGeldboxGeldmiddelenGeld SparenZaaien

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenWegen Van De MensGod BehagenJuist Denken

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenDe Vreugde Van GodBouwenDe Tweede TempelIn De Bergen TrekkenWederopbouw

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenOorzaken Van ArmoedeWinstOnbetrouwbaarheidVeel VerzamelenWeinig VoedselVernietiging Van De TempelGods WoningHuizen BouwenKatastrofische GebeurtenissenLandbouwGeldmiddelenFamilie Problemen

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenDauwGebrek Aan Regen

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenDroogte, FysiekOlieTekort Aan WijnProvisie Van OlieZowel Mens Als Dier GetroffenZijn/Haar Werk Doen

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenVerbintenis Tot GodIndividuen Die God VrezenGenoemde Profeten Van De HeerHomohuwelijk

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenGod, De HeerHet HedenGod Met Jouhomosexuelen

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenEnthousiasmeBeginPersoonlijke HeroplevingHet Emotionele Aspect Van GeestDe Tweede Tempel

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenMaand 6

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenHerfstMaand 7Genoemde Profeten Van De Heer

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenBestuurders

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenHerinneringenOverlevenden Van IsraëlOnbelangrijke MensenDe Eerste Tempel

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenImmanuelSpirituele VitaliteitSpirituele KrachtGod Met JouKracht Van MensenGods Werk DoenWees Moedig!Wees Sterk!Moed

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGods BeloftesGeschenk Van De Heilige GeestDe Geest Van GodBeloftes Van De Heilige GeestEgypte VerlatenGod Is Onder JullieWees Niet Bang Want God Zal Helpen

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenEen Korte TijdGod SchudtHet Verwoeste UniversumKorte Tijd Tot Het EindeKatastrofische GebeurtenissenAardeNaar De Hemel GaanDe ZeeBeweging

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenHeerlijkheid, Openbaring VanGods Glorie In IsraëlVoorspellingen Over ChristusNamen En Titels Voor ChristusDe Namen Voor ChristusMessiaanse ProfetieënHet Heiligdom VullenGod SchudtGod Redt Van Zonde En DoodStaat Van De TempelRijke MensenWolk Van Glorie

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenGods Eigendom Over AllesRespect Voor De OmgevingDe Aard Van RijkdomVerantwoordelijkheid Voor De Natuurlijke WereldOnbepaalde Sommen GeldAlles Behoort Tot GodMillionaire MentaliteitDe Eerste TempelBehoren

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenGoddelijke Vrede In OTVoorspelling, Methodes In OTHerstelDe Glorie Van Gods ShekinaHet Toekomstige TijdperkGeschiedenis Van NatiesTijd Van VredeDe Eerste TempelHeerlijkheid Van De KerkDe ToekomstHet VerledenNaar Een Nieuwe Plek GaanVerleden

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

VersbegrippenVoorspelling, Inspiratie In OTMaand 8Genoemde Profeten Van De HeerMaandenHomosexueel Zijn

Public domain