'Ziel' in de Bijbel
Zeggende: Sta op, neem het Kindeken en Zijn moeder tot u, en trek in het land Israels; want zij zijn gestorven, die de ziel van het Kindeken zochten.
En vreest niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de hel.
Die zijn ziel vindt, zal dezelve verliezen; en die zijn ziel zal verloren hebben om Mijnentwil, zal dezelve vinden.
Ziet, Mijn Knecht, Welken Ik verkoren heb, Mijn Beminde, in Welken Mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal Mijn Geest op Hem leggen, en Hij zal het oordeel den heidenen verkondigen.
Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint, en lijdt schade zijner ziel? Of wat zal een mens geven, tot lossing van zijn ziel?
Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.
En Jezus zeide tot hem: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand.
Toen zeide Hij tot hen: Mijn ziel is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met Mij.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (24)
- Exodus (9)
- Leviticus (27)
- Numberi (29)
- Deuteronomium (24)
- Jozua (12)
- Richteren (7)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (25)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (16)
- 2 Koningen (9)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (4)
- Esther (1)
- Job (29)
- Psalmen (132)
- Spreuken (47)
- Prediker (5)
- Hooglied (7)
- Jesaja (26)
- Jeremia (47)
- Klaagliederen (9)
- Ezechiël (21)
- Hosea (2)
- Amos (2)
- Jona (5)
- Micha (3)
- Habakuk (3)
- Zacharia (1)