'Ziet' in de Bijbel
Ziet toe, broeders, dat niet te eniger tijd in iemand van u zij een boos, ongelovig hart, om af te wijken van den levenden God;
Want hen berispende, zegt Hij tot hen: Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, en Ik zal over het huis Israels, en over het huis van Juda een nieuw verbond oprichten;
En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
Ziet toe, dat gij Dien, Die spreekt, niet verwerpt; want indien dezen niet zijn ontvloden, die dengene verwierpen, welke op aarde Goddelijke antwoorden gaf, veelmeer zullen wij niet ontvlieden, zo wij ons van Dien afkeren, Die van de hemelen is;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (62)
- Exodus (26)
- Leviticus (28)
- Numberi (19)
- Deuteronomium (16)
- Jozua (15)
- Richteren (25)
- Ruth (3)
- 1 Samuël (39)
- 2 Samuël (19)
- 1 Koningen (16)
- 2 Koningen (35)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (27)
- Nehemia (3)
- Esther (1)
- Job (29)
- Psalmen (34)
- Spreuken (7)
- Prediker (11)
- Hooglied (6)
- Jesaja (80)
- Jeremia (124)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (104)
- Daniël (21)
- Hosea (3)
- Joël (3)
- Amos (16)
- Obadja (1)
- Micha (3)
- Nahum (4)
- Habakuk (5)
- Zefanja (1)
- Zacharia (22)
- Maleachi (5)