186 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zij' in de Bijbel

En zij zeiden tot hem: Een man kwam op, ons tegemoet, en zeide tot ons: Gaat heen, keert weder tot den koning die u gezonden heeft, en spreekt tot hem: Zo zegt de HEERE: Is het, omdat er geen God in Israel is, dat gij zendt, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen? Daarom zult gij van dat bed, waarop gij geklommen zijt, niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.

VersbegrippenVervulde Voorspelling In OTWoord Van GodNabijheid Van De DoodDood Komt Binnenkort

En zij zeiden tot hem: Hij was een man met een harig kleed, en met een lederen gordel gegord om zijn lenden. Toen zeide hij: Het is Elia, de Thisbiet.

VersbegrippenLederKledingRiemenHarenDierenhuidenHarige MensenHaardoekHaarbedekking

En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Beth-El gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-El.

VersbegrippenGoede VriendenBeste VriendIntimiteitVoorbeelden Van VriendschapKameraadschapOnbeweeglijkheidTerplaatse Blijven

En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo kwamen zij te Jericho.

VersbegrippenKameraadschap

En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! En zij beiden gingen henen.

VersbegrippenKameraadschapSamengaanOnbeweeglijkheidTerplaatse Blijven

Toen nam Elia zijn mantel, en wond hem samen, en sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld; en zij beiden gingen er door op het droge.

VersbegrippenMantelsMantelsDe Wonderen Van EliaVerdeling Van WaterenBuitenkledijDroog LandVerdeeld Water

Het geschiedde nu, als zij overgekomen waren, dat Elia zeide tot Elisa: Begeer wat ik u doen zal, eer ik van bij u weggenomen worde. En Elisa zeide: Dat toch twee delen van uw geest op mij zijn!

VersbegrippenUitrusting, SpiritueelDubbele PortieVerdubbeld

En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande en sprekende, ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die tussen hen beiden scheiding maakten. Alzo voer Elia met een onweder ten hemel.

VersbegrippenVuurMetafysicaHet HiernamaalsHemelvaart Van HeiligenStrijdwagensPaardenWielenWervelwindenVertalingenDieren In De HemelAstronautenHemelse StrijdwagensGod Verstrekt WindNiet StervenMeenemen Naar De HemelOrkanen

Als nu de kinderen der profeten, die tegenover te Jericho waren, hem zagen, zo zeiden zij: De geest van Elia rust op Elisa; en zij kwamen hem tegemoet, en bogen zich voor hem neder ter aarde.

VersbegrippenSchool Van ProfetenZonen Van De Profeten

En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.

VersbegrippenDe Geest Van De HeerDe Jaren Vijftig

Maar zij hielden bij hem aan tot schamens toe; en hij zeide: Zendt. En zij zonden vijftig mannen, die drie dagen zochten, doch hem niet vonden.

VersbegrippenVerlegenheidDe Jaren VijftigDrie DagenNiet Vinden

Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?

En hij zeide: Brengt mij een nieuwe schaal, en legt er zout in. En zij brachten ze tot hem.

VersbegrippenOngebruikt

Alzo toog de koning van Israel heen, en de koning van Juda, en de koning van Edom; en als zij zeven dagreizen omgetogen waren, zo had het leger en het vee, dat hen navolgde, geen water.

VersbegrippenWaterDroge PlaatsenZeven DagenGeen Water Voor Mensen

Toen nu al de Moabieten hoorden, dat koningen opgetogen waren, om tegen hen te strijden, zo werden zij samen geroepen, van al degenen af, die den gordel aangordden en daarboven, en zij stonden aan de landpale.

En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, en de zon over dat water oprees, zagen de Moabieten dat water tegenover rood, gelijk bloed.

VersbegrippenVeranderd In BloedZij Die Vroeg OpstondenRozenZonneschijn

En zij zeiden: Dit is bloed; de koningen hebben voorzeker zich met het zwaard verdorven, en hebben de een de ander verslagen; nu dan aan den buit, gij Moabieten!

VersbegrippenPlunderenLevensbloedElkaar Doden

Maar als zij aan het leger van Israel kwamen, maakten zich de Israelieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in het land, slaande ook de Moabieten.

VersbegrippenInvasiesMensen Die Gevlucht Zijn

De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth alleen de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen.

VersbegrippenSlingersBomen VellenSteden Onder VuurStenen WerpenMensen Die Dingen OpdrogenBomen BeschadigenKruistochten

Doch als de koning der Moabieten zag, dat hem de strijd te sterk was, nam hij tot zich zevenhonderd mannen, die het zwaard uittogen, om door te breken tegen den koning van Edom; maar zij konden niet.

VersbegrippenZeven- Tot NegenhonderdKwetsbaarheid

Toen nam hij zijn eerstgeboren zoon, die in zijn plaats koning zou worden, en offerde hem ten brandoffer op den muur. Daaruit werd een zeer grote toorn in Israel; daarom trokken zij van hem af, en keerden weder in hun land.

VersbegrippenKindofferHeiligheid Van Het LevenMurenKwade Praktijken Van AfgoderijDe Eerstgeborene OfferenOffer

En Elisa zeide tot haar: Wat zal ik u doen? Geef mij te kennen, wat gij in het huis hebt. En zij zeide: Uw dienstmaagd heeft niet met al in het huis, dan een kruik met olie.

VersbegrippenWat Is Dit?SchuldHulpKookpotHelpen

Zo ging zij van hem, en sloot de deur voor zich en voor haar zonen toe; die brachten haar de vaten toe, en zij goot in.

En het geschiedde, als die vaten vol waren, dat zij tot haar zoon zeide: Breng mij nog een vat aan; maar hij zeide tot haar: Er is geen vat meer. En de olie stond stil.

VersbegrippenGoddelijke VoorradenBeëindigingDingen Die StoppenSchuldKookpot

Toen kwam zij, en gaf het den man Gods te kennen; en hij zeide: Ga heen, verkoop de olie, en betaal uw schuldheer; gij dan met uw zonen, leef bij het overige.

VersbegrippenHandelSchuldBeheren Van GeldGeld Sparen

Toen zeide hij tot zijn jongen Gehazi: Roep deze Sunamietische. En als hij ze geroepen had, stond zij voor zijn aangezicht.

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

(Want hij had hem gezegd: Zeg nu tot haar: Zie, gij zijt zorgvuldig voor ons geweest, met al deze zorgvuldigheid; wat is er voor u te doen? Is er iets om voor u te spreken tot den koning, of tot den krijgsoverste? En zij had gezegd: Ik woon in het midden mijns volks.

VersbegrippenDankbaarheidFamilieledenZijn/Haar Werk Doen

Toen had hij gezegd: Wat is er dan voor haar te doen? En Gehazi had gezegd: Zij heeft toch geen zoon, en haar man is oud.

VersbegrippenHandicaps Van OuderdomBereiken Van Hoge LeeftijdZijn/Haar Werk Doen

Daarom had hij gezegd: Roep haar. En als hij ze geroepen had, stond zij in de deur.)

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

En hij zeide: Op dezen gezetten tijd, omtrent dezen tijd des levens zult gij een zoon omhelzen. En zij zeide: Neen, mijn heer, gij, man Gods, lieg tegen uw dienstmaagd niet.

VersbegrippenVoorspellingen Van ElishaVoorspelde GeboorteLiegenTijd Van Het Jaar

En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

VersbegrippenMan Van God

En zij riep om haar man, en zeide: Zend mij toch een van de jongens, en een van de ezelinnen, dat ik tot den man Gods lope, en wederkomen.

VersbegrippenMan Van God

En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.

VersbegrippenNieuwe Maan FestivalDe Sabbat In OT

Toen zadelde zij de ezelin, en zeide tot haar jongen: Drijf, en ga voort; houd mij niet op voort te rijden, tenzij dan dat ik het u zegge.

VersbegrippenSnelheidReis VoorbereidenEzels Zadelen

Alzo toog zij heen, en kwam tot den man Gods, tot den berg Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van tegenover zag, dat hij tot Gehazi, zijn jongen zeide: Zie, daar is de Sunamietische.

VersbegrippenVanop Een Afstand BekijkenMan Van God

Nu loop toch haar tegemoet, en zeg tot haar: Is het wel met u? Is het wel met uw man? Is het wel met uw kind? En zij zeide: Het is wel.

VersbegrippenDood Van Een Kind

Toen zij nu tot den man Gods op den berg kwam, vatte zij zijn voeten. Maar Gehazi trad toe, om haar af te stoten. Doch de man Gods zeide: Laat ze geworden; want haar ziel is in haar bitterlijk bedroefd, en de HEERE heeft het voor mij verborgen, en mij niet verkondigd.

VersbegrippenInhaligLaat Ze Met RustGods Verborgen DingenMan Van God

En zij zeide: Heb ik een zoon van mijn heer begeerd? Zeide ik niet: Bedrieg mij niet?

VersbegrippenDe Aard Van HoopLiegen

En hij riep Gehazi, en zeide: Roep deze Sunamietische. En hij riep ze, en zij kwam tot hem; en hij zeide: Neem uw zoon op.

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

Zo kwam zij, en viel voor zijn voeten, en boog zich ter aarde, en zij nam haar zoon op, en ging uit.

Toen ging er een uit in het veld, om moeskruiden te lezen, en hij vond een wilden wijnstok, en las daarvan, zijn kleed vol wilde kolokwinten, en kwam, en sneed ze in den moespot; want zij kenden ze niet.

VersbegrippenOnbekende DingenKruidenWeedKookpot

Daarna schepten zij voor de mannen op om te eten; en het geschiedde, als zij aten van dat moes, dat zij riepen en zeiden: Man Gods, de dood is in den pot! En zij konden het niet eten.

VersbegrippenMogelijke DoodMan Van GodDood Van Een FamilielidWeedKokenKookpot

Maar hij zeide: Brengt dan meel; en hij wierp het in den pot; en hij zeide: Schep voor het volk op, dat zij eten. Toen was er niets kwaads in den pot.

VersbegrippenVoedselReacties Op WonderenKookpot

En er kwam een man van Baal-Salisa, en bracht den man Gods broden der eerstelingen, twintig gerstebroden, en groene aren in haar hulzen; en hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten.

VersbegrippenBakkenTwintigMan Van God

Doch zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten; want alzo zegt de HEERE: Men zal eten en overhouden.

Zo zette hij het hun voor, en zij aten, en zij hielden over, naar het woord des HEEREN.

Als hij nu op de hoogte kwam, nam hij ze van hun hand, en bestelde ze in een huis; en hij liet de mannen gaan, en zij togen heen.

VersbegrippenMensen Naar Huis Sturen

Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af.

VersbegrippenBomen Vellen

Toen werd het hart des konings van Syrie onstuimig over dezen handel; en hij riep zijn knechten, en zeide tot hen: Zult gij mij dan niet te kennen geven, wie van de onzen zij voor den koning van Israel?

VersbegrippenTegen De Mens Keren

Als zij nu tot hem afkwamen, bad Elisa tot den HEERE, en zeide: Sla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg hen met verblindheden, naar het woord van Elisa.

VersbegrippenHandicapsDe Wonderen Van ElishaGod VerblindtBlindheidVijandelijke AanvallenSyriëGroepenLeger

En het geschiedde, als zij te Samaria gekomen waren, dat Elisa zeide: HEERE, open de ogen van dezen, dat zij zien! En de HEERE opende hun ogen, dat zij zagen; en ziet, zij waren in het midden van Samaria.

VersbegrippenDe Wonderen Van ElishaZicht Ontvangen

Doch hij zeide: Gij zult hen niet slaan; zoudt gij ook slaan, die gij met uw zwaard en met uw boog gevangen hadt? Zet hun brood en water voor, dat zij eten en drinken, en tot hun heer trekken.

VersbegrippenVoorbeelden Van GenadeMenselijke VrijgevigheidTegenkanting Tegen Zonden En KwaadWater

En hij bereidde hun een groten maaltijd, dat zij aten en dronken; daarna liet hij hen gaan, en zij trokken tot hun heer. Zo kwamen de benden der Syriers niet meer in het land van Israel.

VersbegrippenAvondmaal

En er werd grote honger in Samaria; want ziet, zij belegerden ze, totdat een ezelskop voor tachtig zilverlingen was verkocht, en een vierendeel van een kab duivenmest voor vijf zilverlingen.

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodMunstelselDrek En MestHoofdenMonotonieDe Aard Van LijdenGewichten En Maten, DroogOntlastingHulp Bij SchaarsteEen Vierde PadDuurAndere InhoudsmatenVriendjesPoep

Verder zeide de koning tot haar: Wat is u? En zij zeide: Deze vrouw heeft tot mij gezegd: Geef uw zoon, dat wij hem heden eten, en morgen zullen wij mijn zoon eten.

VersbegrippenMorgen

Zo hebben wij mijn zoon gezoden, en hebben hem gegeten; maar als ik des anderen daags tot haar zeide: Geef uw zoon, dat wij hem eten, zo heeft zij haar zoon verstoken.

VersbegrippenMensen Die Mensen VerbergenDe Dood Van Baby'sMoeders En ZonenKinderenEen Baby VerwachtenKokenBabyVerhalen

Indien wij zeggen: Laat ons in de stad komen, zo is de honger in de stad, en wij zullen daar sterven, en indien wij hier blijven, wij zullen ook sterven; nu dan, komt, en laat ons in het leger der Syriers vallen; indien zij ons laten leven, wij zullen leven; en indien zij ons doden, wij zullen maar sterven.

VersbegrippenPessimismeOntslag Tot De DoodStervenOvergave

En zij stonden op in de schemering, om in het leger der Syriers te komen. Toen zij aan het uiterste van het leger der Syriers kwamen, ziet, toen was er niemand.

VersbegrippenZonsondergangLege PlaatsenSyrië

Want de HEERE had het heir der Syriers doen horen een geluid van wagenen, en een geluid van paarden, het geluid ener grote heirkracht; zodat zij zeiden de een tot den ander: Zie, de koning van Israel heeft tegen ons gehuurd de koningen der Hethieten, en de koningen der Egyptenaren, om tegen ons te komen.

VersbegrippenMiddelen Voor VerlossingHurenPaardenWielenAanval Met StrijdwagensGeluidDingen HorenVijandelijke AanvallenSyriëVoetstappenGeruchtenVoetafdrukkenVersterkingLeger

Derhalve hadden zij zich opgemaakt, en waren in de schemering gevloden, en hadden hun tenten gelaten, en hun paarden, en hun ezelen, het leger gelijk als het was; en waren gevloden om huns levens wil.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht ZijnVerlies Van Ezels

Als nu deze melaatsen aan het uiterste des legers kwamen, zo gingen zij in een tent, en aten en dronken, en namen van daar zilver, en goud, en klederen, en gingen henen, en verborgen het; daarna keerden zij weder, en kwamen in een andere tent, namen van daar ook, en gingen henen, en verborgen het.

VersbegrippenGoudGoddelijke VoorradenVerborgen Dingen

Toen zeiden zij, de een tot den ander: Wij doen niet recht; deze dag is een dag van goede boodschap, en wij zwijgen stil. Indien wij vertoeven tot den lichten morgen, zo zal ons de ongerechtigheid vinden; daarom nu, komt, laat ons gaan, en dit aan het huis des konings boodschappen.

VersbegrippenIdentiteit Van EvangelisatieAard Van EvangelisatieGoed NieuwsDageraadGoed NieuwsTot Het DageraadZij Die Niets ZeggenWe Hebben GezondigdHet Juiste Doen

Zo kwamen zij, en riepen tot den poortier der stad, en boodschapten hun, zeggende: Wij zijn gekomen tot het leger der Syriers, en ziet, niemand was daar, noch eens mensen stem; maar paarden aangebonden, en ezels aangebonden, en tenten, gelijk als zij waren.

VersbegrippenStedenLege PlaatsenVerlies Van Ezels

En hij riep de poortiers; en zij deden de boodschap binnen in het huis des konings.

En de koning stond op in den nacht, en zeide tot zijn knechten: Ik zal u nu te kennen geven, wat de Syriers ons gedaan hebben; zij weten, dat wij hongerig zijn; daarom zijn zij uit het leger gegaan, om zich in het veld te versteken, zeggende: Als zij uit de stad gegaan zullen zijn, dan zullen wij hen levend grijpen, en wij zullen in de stad komen.

VersbegrippenZich Verbergen Voor MensenGedurende Een Nacht

Toen antwoordde een van zijn knechten, en zeide: Dat men toch neme vijf van de overige paarden, die hierbinnen overgebleven zijn (zie, zij zijn als de gehele menigte der Israelieten, die hierbinnen overgebleven zijn; zie, zij zijn als de gehele menigte der Israelieten, die vergaan zijn), laat ons die zenden, en zien.

VersbegrippenVijf DierenZoals Slechte Mensen

Zij namen dan twee wagenpaarden. En de koning zond het leger der Syriers achterna, zeggende: Gaat henen, en ziet.

VersbegrippenTwee Andere DingenKijken En Zien

En zij volgden hen na tot de Jordaan toe; en ziet, de ganse weg was vol van klederen en gereedschap, die de Syriers in hun verhaasten weggeworpen hadden. De boden nu keerden weder, en boodschapten het den koning.

VersbegrippenVerlaten Van ZakenHaastige Actie

En de vrouw had zich opgemaakt, en had gedaan naar het woord van den man Gods; want zij was gegaan met haar huisgezin, en had als vreemdeling verkeerd in het land der Filistijnen, zeven jaren.

VersbegrippenZeven JaarMan Van God

En het geschiedde met het einde der zeven jaren, dat de vrouw uit het land der Filistijnen wederkeerde; en zij ging uit, dat zij tot den koning riep, om haar huis en om haar akker.

VersbegrippenIndividuen Die Naar Huis Gaan

En de koning ondervraagde de vrouw, en zij vertelde het hem. Toen gaf de koning haar een kamerling, zeggende: Doe haar wederhebben alles, wat het hare was, daartoe alle inkomsten des akkers, van den dag af, dat zij het land verlaten heeft, tot nu toe.

VersbegrippenNaties HerstellenTeruggeven

Maar zij zeiden: Het is leugen; geef het ons nu te kennen. En hij zeide: Zo en zo heeft hij tot mij gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ik heb u gezalfd tot koning over Israel.

VersbegrippenZalving Van Koningen

Toen haastten zij zich, en een iegelijk nam zijn kleed, en legde het onder hem, op den hoogsten trap; en zij bliezen met de bazuin, en zeiden: Jehu is koning geworden!

VersbegrippenMantelsTrappenTrompetTrompetten Voor De VieringKoningen Maken

Toen zeide Joram: Span aan. En men spande zijn wagen aan. Zo toog Joram, de koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een ieder op zijn wagen; en zij togen uit Jehu tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van Naboth, den Jizreeliet.

VersbegrippenAanval Met StrijdwagensReis VoorbereidenLijst van koningen van Israël

En zijn knechten voerden hem naar Jeruzalem, en zij begroeven hem in zijn graf, bij zijn vaderen in de stad Davids.

VersbegrippenTombesBegraven In De Stad Van DavidBegraafplaatsen

En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.

VersbegrippenSlechte InvloedGezichtenHarenCosmeticaDoor Vensters KijkenKunstenaarsJezebelOpmaak

Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?

VersbegrippenKoningen Doden

En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.

VersbegrippenVoorbeelden Van Dood Van De GoddelozenBloed SprenkelenMensen VertrappelenBedekt Met BloedJezebel

Als hij nu ingekomen was, en gegeten en gedronken had, zeide hij: Ziet nu naar die vervloekte, en begraaf ze; want zij is eens konings dochter.

VersbegrippenJezebel

En zij gingen heen om haar te begraven; doch zij vonden niet van haar, dan het bekkeneel, en de voeten, en de palmen harer handen.

VersbegrippenSchedelsKadavers Van Andere MensenJezebel

Toen kwamen zij weder, en gaven het hem te kennen, en hij zeide: Dit is het woord des HEEREN, dat Hij gesproken heeft door den dienst van Zijn knecht Elia, den Thisbiet, zeggende: Op het stuk lands van Jizreel zullen de honden het vlees van Izebel eten.

VersbegrippenDe Aard Van BedieningWoord Van GodMensenetende DierenLijken EtenWoorden Aan Individuen VervuldJezebel

Doch zij vreesden gans zeer, en zeiden: Ziet, twee koningen bestonden niet voor zijn aangezicht, hoe zouden wij dan bestaan?

VersbegrippenAngst Van Individuen

Het geschiedde dan, als die brief tot hen kwam, dat zij de zonen des konings namen, en zeventig mannen sloegen; en zij legden hun hoofden in korven, die zij tot hem zonden naar Jizreel.

VersbegrippenGebruik Van MandenDe Jaren ZeventigZonen En Dochters Doden

En er kwam een bode, en boodschapte hem, zeggende: Zij hebben de hoofden van de zonen des konings gebracht. En hij zeide: Legt ze in twee hopen, aan de deur der poort, tot morgen.

VersbegrippenTwee Lichaamsdelen

Vond Jehu de broederen van Ahazia, den koning van Juda, en hij zeide: Wie zijt gijlieden? En zij zeiden: Wij zijn de broederen van Ahazia, en zijn afgekomen, om de zonen des konings en de zonen der koningin te groeten.

VersbegrippenKoninginnenFamilieleden

Toen zeide hij: Grijpt hen levend. En zij grepen hen levend; en zij sloegen hen bij den bornput van Beth-Heked, twee en veertig mannen, en hij liet niet een van hen over.

VersbegrippenVeertigGanse Families DodenTijdens Het Leven

En hij zeide: Ga met mij, en zie mijn ijver aan voor den HEERE. Zo deden zij hem rijden op zijn wagen.

VersbegrippenGretigheidStrijdwagensVoorbeelden Van TrotsOnbezonnenheidIjverVoorbeelden Van IjverTentoonstellen

Verder zeide Jehu: Heiligt Baal een verbods dag. en zij riepen dien uit.

VersbegrippenVoorbodeBekendmakingenVolgelingen Van Baal

Ook zond Jehu in het ganse Israel; en alle Baalsdienaren kwamen, dat niet een man overbleef, die niet kwam; en zij kwamen in het huis van Baal, dat het huis van Baal vervuld werd van het ene einde tot het andere einde.

VersbegrippenHeidense TempelsHuizen VullenVolgelingen Van Baal

En Jehu kwam met Jonadab, den zoon van Rechab, in het huis van Baal; en hij zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en ziet toe, dat hier misschien bij u niemand zij van de dienaren van Baal alleen.

VersbegrippenZij Op Zoek Naar Mensen

Toen zij nu inkwamen, om slachtofferen en brandofferen te doen, bestelde zich Jehu daarbuiten tachtig mannen, en hij zeide: Zo iemand van de mannen, die ik in uw handen gebracht heb, ontkomt, zijn ziel zal voor deszelfs ziel zijn.

VersbegrippenGelijke StrafNummer TachtigJaren Tachtig

En het geschiedde, als hij voleind had het brandoffer te doen, dat Jehu zeide tot de trawanten en tot de hoofdmannen: Komt in, slaat hen, dat niemand uitkome. En zij sloegen hen met de scherpte des zwaard; en de trawanten en hoofdmannen wierpen hen weg; daarna kwamen zij tot de stad in het huis van Baal;

VersbegrippenVerbrand OfferHeiligdommenGeen OntsnappingGoedkeuring Om Te Doden

En zij brachten de opgerichte beelden uit het huis van Baal, en verbrandden ze.

VersbegrippenGedenkstenenVerbranden Van Afgoderij

Zij braken ook het opgerichte beeld van Baal af; daartoe braken zij het huis van Baal af, en maakten dat tot heimelijke gemakken, tot op dezen dag.

VersbegrippenOntlasting

En Jehu ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria, en zijn zoon Joahaz werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

Toen nu Athalia, de moeder van Ahazia, zag, dat haar zoon dood was, zo maakte zij zich op, en bracht al het koninklijke zaad om.

VersbegrippenOnzekerheidMoeders Van KoningenGanse Families DodenZonen En Dochters DodenGrootmoeders

Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd.

VersbegrippenSlaapkamersPrinsenZustersStelenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenGenoemde ZustersPrivé Kamers

De oversten dan van honderd deden naar al wat de priester Jojada geboden had, en namen ieder zijn mannen, die op den sabbat ingingen, met degenen, die op den sabbat uitgingen; en zij kwamen tot den priester Jojada.

VersbegrippenGraad

Daarna bracht hij des konings zoon voor, en zette hem de kroon op, en gaf hem de getuigenis; en zij maakten hem koning, en zalfden hem; daartoe klapten zij met de handen, en zeiden: De koning leve!

VersbegrippenKlappenKronen, Gedragen DoorHoofdbedekkingVoorbodeHogepriesters In OTZalving Uitgevoerd OpKroningenApplausZalving Van KoningenKoningen Maken

Public domain