54 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zijn' in de Bijbel

In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende:

VersbegrippenMenselijke WilBekendmakingenDrangWoorden Aan Individuen VervuldDe Eerste Tempel

Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenGod Is Met Jou

En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenVerzamelingenAan De Anderen GevenVrije Wil

Dit zijn de kinderen van dat landschap, die optogen uit de gevangenis, van de weggevoerden, die Nebukadnezar, koning van Babel, weggevoerd had naar Babel, die naar Jeruzalem en Juda zijn wedergekeerd, een iegelijk naar zijn stad;

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonJudaïsmeProvinciesBallingschap van Juda naar BabylonZij Die Uit Ballingschap Terugkwamen

En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.

VersbegrippenOffer Uit Vrije WilHuis Van GodVrije Wil

En de priesters en de Levieten, en sommigen uit het volk, zo de zangers als de poortiers, en de Nethinim woonden in hun steden, en gans Israel in zijn steden.

VersbegrippenPoortwachtersBeroepenSteden in Israël

En Jesua, de zoon van Jozadak, maakte zich op, en zijn broederen, de priesters en Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israel, om daarop brandofferen te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods.

VersbegrippenDe Betekenis Van MozesDeelname In ChristusAltaren BouwenHet Bronzen Altaar OpzettenGeschreven In De Wet

En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met verschrikking, die over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, brandofferen des morgens en des avonds.

VersbegrippenFunderingenVerbrand OfferOffer In OTDierenoffers, VerbrandingIn De Ochtend En Tijdens De AvondHet Bronzen Altaar OpzettenAngst Van De Vijand

En zij hielden het feest der loofhutten, gelijk geschreven is; en zij offerden brandofferen dag bij dag in getal, naar het recht, van elk dagelijks op zijn dag.

VersbegrippenFeestenLoofhuttenfeestDagelijkse Plicht

Toen stond Jesua, zijn zonen en zijn broederen, en Kadmiel met zijn zonen, kinderen van Juda, als een man, om opzicht te hebben over degenen, die het werk deden aan het huis Gods, met de zonen van Henadad, hun zonen en hun broederen, de Levieten.

VersbegrippenOpzichters

En zij zongen bij beurten, met den HEERE te loven en te danken, dat Hij goedig is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men den HEERE loofde over de grondlegging van het huis des HEEREN.

VersbegrippenLofHoudingen Van LofDe Aard Van HeroplevingThanksgivingStemmenKreten Van PlezierEeuwige ZegenZij Die Lof Zingen

Maar velen van de priesteren, en de Levieten, en hoofden der vaderen, die oud waren, die het eerste huis gezien hadden, dit huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden met luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich en met vreugde.

VersbegrippenVervoeringVreugde In Gods WerkDe Eerste Tempel

En in de dagen van Arthahsasta schreef Bislam, Mithredath, Tabeel, en de overigen van zijn gezelschap, aan Arthahsasta, koning van Perzie; en de schrift des briefs was in het Syrisch geschreven, en in het Syrisch uitgelegd.

VersbegrippenMetgezellenArtaxerxes De KoningTalenBrievenTalen Beschreven In Het SchriftAramese TaalTijden Van Mensen

Den koning zij bekend, dat de Joden, die van u zijn opgetogen, tot ons gekomen zijn te Jeruzalem, bouwende die rebelle en die boze stad, waarvan zij de muren voltrekken, en de fondamenten samenvoegen.

VersbegrippenFunderingenStadJudaïsmeDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw van JeruzalemWederopbouw

Ook zijn er machtige koningen geweest over Jeruzalem, die geheerst hebben overal aan gene zijde der rivier; en hun is cijns, oude impost en tol gegeven.

VersbegrippenEerbetoonVoorbij De RivierVoorbij De Eufraat

Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.

VersbegrippenBestuurdersKopieën Van DocumentenVoorbij De RivierHeidense Heersers

Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen voort.

VersbegrippenGretigheidIjverDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw Van De TempelVersterking

Wijders hebben wij hun ook hun namen afgevraagd, dat wij ze u bekend maakten; dat wij mochten overschrijven de namen der mannen, die hoofden onder hen zijn.

En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest; want een groot koning van Israel had het gebouwd en voltrokken.

VersbegrippenHemel En AardeDienaren Van De HeerDe Tweede TempelWederopbouw

Ja, de vaten van Gods huis, welke van goud en zilver waren, die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, had weggenomen en dezelve gebracht in den tempel van Babel, die heeft de koning Kores uitgehaald uit den tempel van Babel, en zij zijn gegeven aan een, wiens naam was Sesbazar, dien hij tot een landvoogd had gesteld.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenBestuurdersGemengde Metalen NemenVerwijderd Tempelgereedschap

En hij zeide tot hem: Neem deze vaten, ga ze afvoeren in den tempel, die te Jeruzalem is, en laat het huis Gods gebouwd worden op zijn plaats.

VersbegrippenDe Tweede Tempel

In het eerste jaar van den koning Kores, gaf de koning Kores dit bevel: Het huis Gods te Jeruzalem, dat huis zal gebouwd worden, ter plaatse, waar zij offeranden offeren, en de fondamenten daarvan zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig ellen, en zijn breedte van zestig ellen;

VersbegrippenFunderingenBreedteBekendmakingenDe Tweede TempelAfmetingen Van GebouwenDe Eerste Tempel

Daartoe zal men ook de gouden en zilveren vaten van het huis Gods, die Nebukadnezar uit den tempel, die te Jeruzalem was, heeft weggevoerd, en naar Babel gebracht, wedergeven, dat zij gaan naar den tempel, die te Jeruzalem is, aan zijn plaats, en men zal ze afvoeren ten huize Gods.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenGemengde Metalen NemenVerwijderd Tempelgereedschap

Laat hen aan den arbeid van dit huis Gods; dat de landvoogd der Joden en de oudsten der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn plaats.

VersbegrippenBouw

En wat nodig is, als jonge runderen, en rammen, en lammeren, tot brandofferen aan den God des hemels, tarwe, zout, wijn en olie, naar het zeggen der priesteren, die te Jeruzalem zijn, dat het hun dag bij dag gegeven worde, dat er geen feil zij;

VersbegrippenMenselijke VrijgevigheidOlieTarweWijn VerschaffenOlie Op OffersEen Kudde Schapen En Geiten OfferenZuurheid

Voorts wordt bevel van mij gegeven, dat al dengene, die dit woord zal veranderen, een hout uit zijn huis zal gerukt en opgericht worden, waaraan hij zal worden opgehangen; en zijn huis zal om diens wille tot een drekhoop gemaakt worden.

VersbegrippenMisdadigersGalgDoodstrafHangenDe Legale Aspecten Van BestraffingPiercingsRommel

De God nu, die Zijn Naam aldaar heeft doen wonen, werpe ter neder alle koningen en volken, die hun hand zullen uitstrekken, om te veranderen en te verderven dit huis Gods, dat te Jeruzalem is. Ik, Darius, heb het bevel gegeven, dat het spoediglijk gedaan worde.

VersbegrippenIjverEen Plek Voor Gods Naam

Deze Ezra toog op uit Babel; en hij was een vaardig schriftgeleerde in de wet van Mozes, die de HEERE, de God Israels, gegeven heeft; en de koning gaf hem, naar de hand des HEEREN, zijns Gods, over hem, al zijn verzoek.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonAan Anderen GevenHand Van GodDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTSchriftgeleerdenGods HandGeleerdenGods Handen Op MensenDe Wet Bestuderen

Want Ezra had zijn hart gericht, om de wet des HEEREN te zoeken en te doen, en om in Israel te leren de inzettingen en de rechten.

VersbegrippenGecommuniceerde LeerIntelligentieStudieVernieuwd HartDoelen Van De MensDe Wet BestuderenDe Weg Van God OnderwijzenStuderenStandbeelden

Dit is nu het afschrift des briefs, dien de koning Arthahsasta gaf aan Ezra, den priester, den schriftgeleerde; den schriftgeleerde van de woorden der geboden des HEEREN, en Zijn inzettingen over Israel:

VersbegrippenJudaïsmeBrievenArtaxerxes De KoningKopieën Van Documenten

Dewijl gij van voor den koning en zijn zeven raadsheren gezonden zijt, om onderzoek te doen in Judea, en te Jeruzalem, naar de wet uws Gods, die in uw hand is;

VersbegrippenZeven MensenVrijwilligerswerk

En om henen te brengen het zilver en goud, dat de koning en zijn raadsheren vrijwilliglijk gegeven hebben aan den God Israels, Wiens woning te Jeruzalem is;

VersbegrippenVrijwilligerswerk

En geef de vaten, die u gegeven zijn tot den dienst van het huis uws Gods, weder voor den God van Jeruzalem.

VersbegrippenVerwijderd Tempelgereedschap

Het overige nu, dat van node zal zijn voor het huis uws Gods, dat u voorvallen zal uit te geven, zult gij geven uit het schathuis des konings.

VersbegrippenOneindig

Al wat naar het bevel van den God des hemels is, dat het vlijtiglijk gedaan worde, voor het huis van den God des hemels; want waartoe zou er grote toorn zijn over het koninkrijk des konings en zijner kinderen?

VersbegrippenIjverActie Opdat God Niet Boos Zou ZijnRisico

Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

En ik gaf hun bevel aan Iddo, het hoofd in de plaats Chasifja; en ik legde de woorden in hun mond, om te zeggen tot Iddo, zijn broeder, en de Nethinim, in de plaats Chasifja, dat zij ons brachten dienaars voor het huis onzes Gods.

VersbegrippenTempelassistenten

En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;

VersbegrippenHand Van GodGods HandAchttienGods Handen Op Mensen

En Hasabja, en met hem Jesaja, van de kinderen van Merari, met zijn broederen, en hun zonen, twintig;

VersbegrippenTwintig

Want ik schaamde mij van den koning een heir en ruiters te begeren, om ons te helpen van den vijand, op den weg; omdat wij tot den koning hadden gesproken, zeggende: De hand onzes Gods is ten goede over allen, die Hem zoeken, maar Zijn sterkte en Zijn toorn over allen, die Hem verlaten.

VersbegrippenGod VerzakenGenade In OTHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWegenGods HandGevolgen Van Het Verzaken Van GodGods Handen Op MensenSchaamte Is Aangekomen

En ik woog hun toe het zilver, en het goud, en de vaten, zijnde de offering van het huis onzes Gods die de koning en zijn raadsheren, en zijn vorsten, en gans Israel, die er gevonden werden, geofferd hadden;

VersbegrippenWegen

En ik zeide tot hen: Gij zijt heilig den HEERE, en deze vaten zijn heilig; ook dit zilver en dit goud, de vrijwillige gave, den HEERE, den God uwer vaderen.

VersbegrippenOffer Uit Vrije WilBezittingen GevenHeilige KommenEen Heilige NatieVrije Wil

Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe, zeggende: Het volk Israels, en de priesters, en de Levieten, zijn niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, namelijk van de Kanaanieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de Egyptenaren en Amorieten.

VersbegrippenScheidingAfkeer, Persverse Sexualiteit

En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.

VersbegrippenSchuldig GewetenVoorbeelden Van BiechtenMenselijke Aspecten Van SchuldSchaamteHet Effect Van ZondeBlozenSchuldig BevondenSchaamte Is Aangekomen

Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.

VersbegrippenStraf Voor OnrechtvaardigheidVernedering

En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in onze dienstbaarheid.

VersbegrippenVerlichtingSpiritueel LichtRestGod Is GenadigHakenEen Korte TijdOverlevenden BevoordeeldKorte Tijd Voor ActieWederoplevingRuimteHeerlijkheid

Want wij zijn knechten; doch in onze dienstbaarheid heeft ons onze God niet verlaten; maar Hij heeft weldadigheid tot ons geneigd voor het aangezicht der koningen van Perzie, dat Hij ons een weinig levens gave, om het huis onzes Gods te verhogen, en de woestigheden van hetzelve op te richten, en om ons een tuin te geven in Juda en te Jeruzalem.

VersbegrippenVriendelijkheidOnvriendelijkMurenArcheologieGod Die Niet VerzaaktGroepen Van SlavenSlavernijWederopleving

En na alles, wat over ons gekomen is, om onze boze werken, en om onze grote schuld, omdat Gij, o onze God! belet hebt, dat wij niet te onder zijn vanwege onze ongerechtigheid, en hebt ons een ontkoming gegeven, als deze is;

VersbegrippenStraf Voor OnrechtvaardigheidRestOverlevenden Van Naties

O HEERE, God van Israel! Gij zijt rechtvaardig; want wij zijn overgelaten ter ontkoming, als het is te dezen dage. Zie, wij zijn voor Uw aangezicht in onze schuld; want er is niemand, die voor Uw aangezicht zou kunnen bestaan, om zulks.

VersbegrippenDe Gerechtigheid Van GodZelfgerechtigheid En Het EvangelieOverlevenden Van NatiesSchuldig Bevonden

En al wie niet kwam in drie dagen, naar den raad der vorsten en der oudsten, al zijn have zou verbannen zijn; en hij zelf zou afgezonderd wezen van de gemeente der weggevoerden.

VersbegrippenMisdadigersOuderen Als GemeenschapsleidersDe Legale Aspecten Van BestraffingConfiscatieAnarchieExcommunicatie

Nu dan, doet den HEERE, uwer vaderen God, belijdenis en doet Zijn welgevallen, en scheidt u af van de volken des lands, en van de vreemde vrouwen.

VersbegrippenHuwelijk Tussen Gelovigen En OngelovigenDeelname In ZondeBroederschap Met Het KwaadScheiden Van Slechte MensenBeleden ZondeWerkelijke Scheidingen

Laat toch onze vorsten der ganse gemeente hierover staan, en allen, die in onze steden zijn, die vreemde vrouwen bij zich hebben doen wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van elke stad en derzelver rechters; totdat wij van ons afwenden de hittigheid des toorns onzes Gods, om dezer zaken wil.

VersbegrippenRechtersStadGod Zal Niet Meer Kwaad Zijn

En er werden gevonden van de zonen der priesteren, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen; van de zonen van Jesua, den zoon van Jozadak, en zijn broederen, Maaseja, en Eliezer, en Jarib, en Gedalja.

Public domain