Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de uitgangen des levens.

De wijsheid is het voornaamste; verkrijg dan wijsheid, en verkrijg verstand met al uw bezitting.

Verkrijg wijsheid, verkrijg verstand; vergeet niet, en wijk niet van de redenen mijns monds.

Mijn zoon! merk op mijn woorden, neig uw oor tot mijn redenen.

Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.

Verlaat ze niet, en zij zal u behoeden; heb ze lief, en zij zal u bewaren.

Verhef ze, en zij zal u verhogen; zij zal u vereren, als gij haar omhelzen zult.

Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.

Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.

Ik onderwijs u in den weg der wijsheid; ik doe u treden in de rechte sporen.

Grijp de tucht aan, laat niet af; bewaar ze, want zij is uw leven.

Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.

In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.

Verwerp dien, ga er niet door; wijk er van, en ga voorbij.

Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.

Hij nu leerde mij, en zeide tot mij: Uw hart houde mijn woorden vast, onderhoud mijn geboden, en leef.

Doe de verkeerdheid des monds van u weg, en doe de verdraaidheid der lippen verre van u.

De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen.

Dewijl ik ulieden goede leer geve, verlaat mijn wet niet.

Weeg den gang uws voets, en laat al uw wegen wel gevestigd zijn.

Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees.

Want ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder.

Want zij eten brood der goddeloosheid, en drinken wijn van enkel geweld.

Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.

Wijk niet ter rechter hand of ter linkerhand, wend uw voet af van het kwade.

Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.

Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.