Vertrouw op den HEERE met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.

Vereer den HEERE van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;

Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.

Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.

Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!

Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.

Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.

Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen.

Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.

Zij is kostelijker dan robijnen en al; wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.

Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.

Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.

Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.

Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig.

Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.

Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen.

Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.

Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw.

Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.

Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden.

Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.

Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.

Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.

Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is.

Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.

Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.

De vloek des HEEREN is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen.

Mijn zoon! verwerp de tucht des HEEREN niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;

Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.

Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf zij op de tafel uws harten.

De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid.

Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.

En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.

Want de afwijker is den HEERE een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte.

De wijzen zullen eer beerven; maar elkeen der zotten neemt schande op zich.