'Jezus' in de Bijbel
- 1.Mattheüs 1:1-Mattheüs 19:14
- 2.Mattheüs 19:18-Markus 8:17
- 3.Markus 8:27-Lukas 8:39
- 4.Lukas 8:40-Johannes 4:46
- 5.Johannes 4:47-Johannes 11:51
- 6.Johannes 11:54-Johannes 21:20
- 7.Johannes 21:21-Romeinen 15:8
- 8.Romeinen 15:16-Filippenzen 3:12
- 9.Filippenzen 3:14-1 Petrus 4:11
- 10.1 Petrus 5:10-Openbaring 22:21
Het boek des geslachts van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van David, den zoon van Abraham.
En Jakob gewon Jozef, den man van Maria, uit welke geboren is JEZUS, gezegd Christus.
De geboorte van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.
En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
En bekende haar niet, totdat zij dezen haar eerstgeboren Zoon gebaard had; en heette Zijn naam JEZUS.
Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.
Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, tot Johannes, om van hem gedoopt te worden.
Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af.
En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag den Geest Gods nederdalen, gelijk een duive, en op Hem komen.
Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel.
Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken.
Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen.
Als nu Jezus gehoord had, dat Johannes overgeleverd was, is Hij wedergekeerd naar Galilea;
Van toen aan heeft Jezus begonnen te prediken en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
En Jezus, wandelende aan de zee van Galilea, zag twee broeders, namelijk Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder, het net in de zee werpende (want zij waren vissers);
En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.
En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.
En het is geschied, als Jezus deze woorden geeindigd had, dat de scharen zich ontzetten over Zijn leer;
En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd! En terstond werd hij van zijn melaatsheid gereinigd.
En Jezus zeide tot hem: Zie, dat gij dit niemand zegt; maar ga heen, toon uzelven den priester, en offer de gave, die Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.
Als nu Jezus te Kapernaum ingegaan was, kwam tot Hem een hoofdman over honderd, biddende Hem,
En Jezus zeide tot hem: Ik zal komen en hem genezen.
Jezus nu, dit horende, heeft Zich verwonderd, en zeide tot dengenen, die Hem volgden: Voorwaar zeg Ik u, Ik heb zelfs in Israel zo groot een geloof niet gevonden.
En Jezus zeide tot den hoofdman over honderd: Ga heen, en u geschiede, gelijk gij geloofd hebt. En zijn knecht is gezond geworden te diezelver ure.
En Jezus gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag zijn vrouws moeder te bed liggen, hebbende de koorts.
En Jezus, vele scharen ziende rondom Zich, beval aan de andere zijde over te varen.
En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge.
Doch Jezus zeide tot hem: Volg Mij, en laat de doden hun doden begraven.
En ziet, zij riepen, zeggende: Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd?
En ziet, de gehele stad ging uit, Jezus tegemoet; en als zij Hem zagen, baden zij, dat Hij uit hun landpalen wilde vertrekken.
En Jezus, hun geloof ziende, zeide tot den geraakte: Zoon! wees welgemoed; uw zonden zijn u vergeven.
En Jezus, ziende hun gedachten, zeide: Waarom overdenkt gij kwaad in uw harten?
En Jezus, van daar voortgaande, zag een mens in het tolhuis zitten, genaamd Mattheus; en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem.
En het geschiedde, als Hij in het huis van Mattheus aanzat, ziet, vele tollenaars en zondaars kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen.
Maar Jezus, zulks horende, zeide tot hen: Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten.
En Jezus opgestaan zijnde, volgde hem, en Zijn discipelen.
En Jezus, Zich omkerende, en haar ziende, zeide: Wees welgemoed, dochter! uw geloof heeft u behouden. En de vrouw werd gezond van dezelve ure af.)
En als Jezus in het huis des oversten kwam, en zag de pijpers en de woelende schare,
En als Jezus van daar voortging, zijn Hem twee blinden gevolgd, roepende en zeggende: Gij Zone Davids, ontferm U onzer!
En als Hij in huis gekomen was, kwamen de blinden tot Hem. En Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dat doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!
En hun ogen zijn geopend geworden. En Jezus heeft hun zeer gestrengelijk verboden, zeggende: Ziet, dat het niemand wete.
En Jezus omging al de steden en vlekken, lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.
Deze twaalf heeft Jezus uitgezonden, en hun bevel gegeven, zeggende: Gij zult niet heengaan op den weg der heidenen, en gij zult niet ingaan in enige stad der Samaritanen.
En het is geschied, toen Jezus geeindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden.
En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet:
Als nu dezen heengingen, heeft Jezus tot de scharen begonnen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij uitgegaan in de woestijn te aanschouwen? Een riet, dat van den wind ginds en weder bewogen wordt?
In diezelve tijd antwoordde Jezus en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde! dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve den kinderkens geopenbaard.
In dien tijd ging Jezus, op een sabbatdag, door het gezaaide, en Zijn discipelen hadden honger, en begonnen aren te plukken, en te eten.
Maar Jezus, dat wetende, vertrok van daar, en vele scharen volgden Hem, en Hij genas ze allen.
Doch Jezus, kennende hun gedachten, zeide tot hen: Een ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, wordt verwoest; en een iedere stad, of huis, dat tegen zichzelf verdeeld is, zal niet bestaan.
En te dien dage Jezus, uit het huis gegaan zijnde, zat bij de zee.
Al deze dingen heeft Jezus tot de scharen gesproken door gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij tot hen niet.
Toen nu Jezus de scharen van Zich gelaten had, ging Hij naar huis. En Zijn discipelen kwamen tot Hem, zeggende: Verklaar ons de gelijkenis van het onkruid des akkers.
En Jezus zeide tot hen: Hebt gij dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Heere!
En het is geschied, als Jezus deze gelijkenissen geeindigd had, vertrok Hij van daar.
En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.
Te dierzelver tijd hoorde Herodes, de viervorst, het gerucht van Jezus;
En zijn discipelen kwamen, en namen het lichaam weg, en begroeven hetzelve; en gingen en boodschapten het Jezus.
En als Jezus dit hoorde, vertrok Hij van daar te scheep, naar een woeste plaats alleen; en de scharen, dat horende, zijn Hem te voet gevolgd uit de steden.
En Jezus uitgaande, zag een grote schare, en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen, en genas hun kranken.
Maar Jezus zeide tot hen: Het is hun niet van node heen te gaan, geeft gij hun te eten.
En terstond dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan, en voor Hem af te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten.
Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee.
Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet.
En Hij zeide: Kom. En Petrus klom neder van het schip, en wandelde op het water, om tot Jezus te komen.
En Jezus, terstond de hand uitstekende, greep hem aan, en zeide tot hem: Gij kleingelovige! waarom hebt gij gewankeld?
Toen kwamen tot Jezus enige Schriftgeleerden en Farizeen, die van Jeruzalem waren, zeggende:
Maar Jezus zeide: Zijt ook gijlieden alsnog onwetende?
En Jezus van daar gaande, vertrok naar de delen van Tyrus en Sidon.
Toen antwoordde Jezus, en zeide tot haar: O vrouw! groot is uw geloof; u geschiede, gelijk gij wilt. En haar dochter werd gezond van diezelfde ure.
En Jezus, van daar vertrekkende, kwam aan de zee van Galilea, en klom op den berg, en zat daar neder.
En vele scharen zijn tot Hem gekomen, hebbende bij zich kreupelen, blinden, stommen, lammen, en vele anderen, en wierpen ze voor de voeten van Jezus; en Hij genas dezelve.
En Jezus, Zijn discipelen tot Zich geroepen hebbende, zeide: Ik word innerlijk met ontferming bewogen over de schare, omdat zij nu drie dagen bij Mij gebleven zijn, en hebben niet wat zij eten zouden; en Ik wil hen niet nuchteren van Mij laten, opdat zij op den weg niet bezwijken.
En Jezus zeide tot hen: Hoevele broden hebt gij? Zij zeiden: Zeven, en weinige visjes.
En Jezus zeide tot hen: Ziet toe, en wacht u van den zuurdesem der Farizeen en Sadduceen.
En Jezus, dat wetende, zeide tot hen: Wat overlegt gij bij uzelven, gij kleingelovigen! dat gij geen broden mede genomen hebt?
Als nu Jezus gekomen was in de delen van Cesarea Filippi, vraagde Hij Zijn discipelen, zeggende: Wie zeggen de mensen, dat Ik, de Zoon des mensen, ben?
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Zalig zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is.
Toen verbood Hij Zijn discipelen, dat zij iemand zeggen zouden, dat Hij was Jezus, de Christus.
Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden.
Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven, en neme zijn kruis op, en volge Mij.
En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hoge berg alleen.
En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias.
En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet.
En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.
En als zij van de berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.
Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel eerst komen, en alles weder oprichten.
En Jezus, antwoordende, zeide: O, ongelovig en verkeerd geslacht, hoe lang zal Ik nog met ulieden zijn, hoe lang zal Ik u nog verdragen? Brengt hem Mij hier.
En Jezus bestrafte hem, en de duivel ging van hem uit, en het kind werd genezen van die ure af.
Toen kwamen de discipelen tot Jezus alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen?
En Jezus zeide tot hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij een geloof hadt als een mosterdzaad, gij zoudt tot deze berg zeggen: Ga heen van hier derwaarts, en hij zal heengaan; en niets zal u onmogelijk zijn.
En als zij in Galilea verkeerden, zeide Jezus tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen;
Hij zeide: Ja. En toen hij in huis gekomen was, voorkwam hem Jezus, zeggende: Wat dunkt u, Simon! de koningen der aarde, van wie nemen zij tollen of schatting, van hun zonen, of van de vreemden?
Petrus zeide tot Hem: Van de vreemden. Jezus zeide tot hem: Zo zijn dan de zonen vrij.
Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen?
En Jezus een kindeken tot Zich geroepen hebbende, stelde dat in het midden van hen;
Jezus zeide tot hem: Ik zeg u, niet tot zevenmaal, maar tot zeventigmaal zeven maal.
En het geschiedde, toen Jezus deze woorden geeindigd had, dat Hij vertrok van Galilea, en kwam over de Jordaan, in de landpalen van Judea.
Maar Jezus zeide: Laat af van de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk der hemelen.
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Mattheüs 1:1-Mattheüs 19:14
- 2.Mattheüs 19:18-Markus 8:17
- 3.Markus 8:27-Lukas 8:39
- 4.Lukas 8:40-Johannes 4:46
- 5.Johannes 4:47-Johannes 11:51
- 6.Johannes 11:54-Johannes 21:20
- 7.Johannes 21:21-Romeinen 15:8
- 8.Romeinen 15:16-Filippenzen 3:12
- 9.Filippenzen 3:14-1 Petrus 4:11
- 10.1 Petrus 5:10-Openbaring 22:21
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Mattheüs (171)
- Markus (92)
- Lukas (98)
- Johannes (243)
- Handelingen (67)
- Romeinen (38)
- 1 Corinthiërs (24)
- 2 Corinthiër (16)
- Galaten (16)
- Efeziërs (20)
- Filippenzen (21)
- Colossenzen (8)
- 1 Thessalonicenzen (15)
- 2 Thessalonicenzen (11)
- 1 Timotheüs (13)
- 2 Timotheüs (13)
- Titus (4)
- Filémon (7)
- Hebreeën (13)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (10)
- 2 Petrus (8)
- 1 Johannes (12)
- 2 Johannes (2)
- Judas (4)
- Openbaring (12)
Verwante onderwerpen
- Aanvaarding Van Jezus Christus
- Adam en Jezus Christus
- Alle Autoriteit Is Aan Jezus Gegeven
- Avonden Voor Jezus En Zijn Discipelen
- Baby Jezus
- Bloed Van Jezus Christus
- De Aanbidding Van Jezus Christus
- De Alomtegenwoordigheid Van Jezus Christus
- De Apostelen Tijdens Het Aards Verblijf Van Jezus
- De Bijbel Over Jezus
- De Dood Van Christus
- De Eeuwigheid Van Jezus Christus
- De Geboorte Van Jezus
- De Geboorte Van Jezus
- De Gehoorzaamheid Van Jezus Christus
- De Heer Jezus Christus
- De Heiland Jezus Christus
- De Heiligheid Van Jezus Christus
- De Houding Van Jezus Christus Tegenover De Wet
- De Huidige Activiteiten Van Jezus Christus
- De Kijk Van Jezus Op Inspiratie
- De Koning Jezus Christus
- De Liefde Van Jezus Christus
- De Mens Tot Jezus Brengen
- De Missie Van Jezus Christus
- De Namen Voor Christus
- De Opstanding Van Jezus Christus
- De Rol Van Jezus In De Verlossing
- De Tombe Van Jezus
- De Toorn Van Jezus
- De Uitspraken Van Jezus Over De Geest
- De Vader
- De Verrijzenis Van Jezus Christus
- De Verzoeking Van Jezus Christus
- De Voorspellingen Van Jezus Christus
- De Zachtmoedigheid Van Jezus Christus
- Dwazen, In De Leer Van Jezus Christus
- Genade En Elegantie
- Genade En Jezus Christus
- Genade Van Jezus Christus
- Genade Voor Jou
- Getuigen Over Jezus Christus
- Gods Glorie In Jezus Christus
- Heerschappijn Van Jezus Christus
- Hersteld In Jezus Christus
- Het Bloed Van Jezus
- Het Geselen Van Jezus
- Het Ontvangen Van Jezus Als Een Gast
- Hoe Jezus Het Hart Kent
- Huilen Tot Jezus
- Jezus
- Jezus Als De Geliefde Zoon
- Jezus Als De Zoon Van Een Man
- Jezus Als Een Echtgenoot
- Jezus Als Een Kind
- Jezus Als Een Koning Der Koningen
- Jezus Als Onze Leraar
- Jezus Als Voedsel
- Jezus Als Zoon Van David
- Jezus Beweert De Christus Te Zijn
- Jezus Christus Volgen
- Jezus Christus, De Godheid
- Jezus Christus, De Rechter
- Jezus Christus, De Relatie Tot De Vader
- Jezus Christus, De Schepper
- Jezus Christus, De Zoon Van God
- Jezus Christus, Priesterschap
- Jezus Christus, Zonder Zonden
- Jezus De Profeet
- Jezus Die Bidt
- Jezus Die Demonen Verdrijft
- Jezus Die Geneest
- Jezus Die Geneest Op Sabbat
- Jezus Die Met Jou Is
- Jezus Die Parabels Gebruikt
- Jezus Die Zijn Vijanden Vernietigt
- Jezus Dienen
- Jezus Erkend Als De Christus
- Jezus Gehoorzamen
- Jezus Nabootsen
- Jezus Slaan
- Jezus Veroordelen
- Kennis Over Jezus Christus
- Kerkelijk Gezag Van Jezus Christus
- Kinderen In De Wonderen Van Jezus Christus
- Kinderen Met Jezus
- Kinderen, In Jezus' Wonderen
- Leren Van Jezus
- Liefde Van Jezus Voor De Heiligen
- Lijden Van Jezus Christus
- Menigtes Rondom Jezus
- Missie Van Jezus Christus
- Namen En Titels Voor Christus
- Niet Geloven In Jezus
- Onberispelijkheid Van Jezus Christus
- Onderscheidingsvermogen van Jezus
- Ontkenning Van Jezus Christus
- Relatie Tussen Vader En Zoon
- Verbintenis Tot Jezus Christus
- Vertellen Over Jezus
- Verwondering Over Jezus Christus
- Vijanden Van Jezus Christus
- Vitten Op Jezus
- Voorbeelden Van De Liefde Voor Jezus
- Voorspellingen Uitgesproken Door Jezus
- Vragen In Jezus' Naam
- Vrijheid Door Jezus Christus
- Waarom Doet Jezus Dit?
- Wie Is Jezus?
- Wolken En Jezus Christus