'Dat' in de Bijbel
Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is;
Daarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen,
Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave;
Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt;
Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israels, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.
Dat Hij mij door openbaring heeft bekend gemaakt deze verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren geschreven heb;
Namelijk dat de heidenen zijn medeerfgenamen, en van hetzelfde lichaam, en mededeelgenoten Zijner belofte in Christus, door het Evangelie;
En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus;
Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere;
Daarom bid ik, dat gij niet vertraagt in mijn verdrukkingen voor u, hetwelke is uw heerlijkheid.
Zo bid ik u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt;
Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde?
Ik zeg dan dit, en betuig het in den Heere, dat gij niet meer wandelt, gelijk als de andere heidenen wandelen in de ijdelheid huns gemoeds.
Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding;
En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.
Want dit weet gij, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, erfenis heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.
Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
Zo dan ook gijlieden, elk in het bijzonder, een iegelijk hebbe zijn eigen vrouw, alzo lief als zichzelven; en de vrouw zie, dat zij den man vreze.
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht.
Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde.
Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere zal ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije.
En gij heren, doet hetzelfde bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat geen aanneming des persoons bij Hem is.
En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij aangaat; en wat ik doe, dat alles zal u Tychikus, de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (326)
- Exodus (290)
- Leviticus (239)
- Numberi (221)
- Deuteronomium (299)
- Jozua (120)
- Richteren (168)
- Ruth (27)
- 1 Samuël (225)
- 2 Samuël (185)
- 1 Koningen (262)
- 2 Koningen (243)
- 1 Kronieken (91)
- 2 Kronieken (201)
- Ezra (51)
- Nehemia (68)
- Esther (53)
- Job (158)
- Psalmen (176)
- Spreuken (35)
- Prediker (69)
- Hooglied (12)
- Jesaja (232)
- Jeremia (312)
- Klaagliederen (23)
- Ezechiël (266)
- Daniël (100)
- Hosea (24)
- Joël (16)
- Amos (44)
- Obadja (1)
- Jona (9)
- Micha (13)
- Nahum (4)
- Habakuk (9)
- Zefanja (7)
- Zacharia (33)
- Maleachi (14)
- Mattheüs (201)
- Markus (160)
- Lukas (256)
- Johannes (227)
- Handelingen (293)
- Romeinen (96)
- 1 Corinthiërs (125)
- 2 Corinthiër (71)
- Galaten (42)
- Efeziërs (25)
- Filippenzen (34)
- Colossenzen (20)
- 1 Thessalonicenzen (27)
- 2 Thessalonicenzen (16)
- 1 Timotheüs (28)
- 2 Timotheüs (15)
- Titus (14)
- Filémon (6)
- Hebreeën (64)
- Jakobus (21)
- 1 Petrus (21)
- 2 Petrus (15)
- 1 Johannes (51)
- 2 Johannes (5)
- 3 Johannes (3)
- Judas (4)
- Openbaring (73)