'Dien' in de Bijbel
Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon?
Toen wendde ik mij tot al mijn werken, die mijn handen gemaakt hadden, en tot den arbeid, dien ik werkende gearbeid had; ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes, en daarin was geen voordeel onder de zon.
Ik haatte ook al mijn arbeid, dien ik bearbeid had onder de zon, dat ik dien zou achterlaten aan een mens, die na mij wezen zal.
Want wie weet, of hij wijs zal zijn, of dwaas? Evenwel zal hij heersen over al mijn arbeid, dien ik bearbeid heb en dien ik wijselijk beleid heb onder de zon. Dat is ook ijdelheid.
Daarom keerde ik mij om, om mijn hart te doen wanhopen over al den arbeid, dien ik bearbeid heb onder de zon.
Wat heeft toch die mens van al zijn arbeid, en van de kwellingen zijns harten, dien hij is bearbeidende onder de zon?
Want Hij geeft wijsheid, en wetenschap, en vreugde den mens, die goed is voor Zijn aangezicht; maar den zondaar geeft Hij bezigheid om te verzamelen en te vergaderen, opdat Hij het geve dien, die goed is voor Gods aangezicht. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes.
Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij.
Het is goed, dat gij daaraan vasthoudt, en trek ook uw hand van dit niet af; want die God vreest, dien ontgaat dat al.
Hoewel een zondaar honderd maal kwaad doet, en God hem de dagen verlengt; zo weet ik toch, dat het dien zal welgaan, die God vrezen, die voor Zijn aangezicht vrezen.
Er is nog een ijdelheid, die op aarde geschiedt: dat er zijn rechtvaardigen, dien het wedervaart naar het werk der goddelozen, en er zijn goddelozen, dien het wedervaart naar het werk der rechtvaardigen. Ik zeg, dat dit ook ijdelheid is.
Alle ding wedervaart hun, gelijk aan alle anderen; enerlei wedervaart den rechtvaardige en den goddeloze, den goede en den reine, als den onreine; zo dien, die offert, als dien, die niet offert; gelijk den goede, alzo ook den zondaar, dien, die zweert, gelijk dien, die den eed vreest.
Geniet het leven met de vrouw, die gij liefhebt, al de dagen uws ijdelen levens, welke God u gegeven heeft onder de zon, al uw ijdele dagen; want dit is uw deel in dit leven, en van uw arbeid, dien gij arbeidt onder de zon.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (55)
- Exodus (29)
- Leviticus (26)
- Numberi (28)
- Deuteronomium (41)
- Jozua (11)
- Richteren (24)
- Ruth (3)
- 1 Samuël (60)
- 2 Samuël (24)
- 1 Koningen (20)
- 2 Koningen (16)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (10)
- Ezra (7)
- Nehemia (8)
- Esther (14)
- Job (12)
- Psalmen (47)
- Spreuken (17)
- Prediker (13)
- Hooglied (9)
- Jesaja (87)
- Jeremia (48)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (34)
- Daniël (28)
- Hosea (5)
- Joël (3)
- Amos (12)
- Obadja (1)
- Jona (1)
- Micha (8)
- Nahum (1)
- Habakuk (7)
- Zefanja (5)
- Zacharia (26)
- Maleachi (7)