26 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Doch' in de Bijbel

Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, de hemel der hemelen, Hem niet bevatten zouden? En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor Zijn aangezicht aan te steken?

VersbegrippenGod Als GeestGod Is OveralGod Is OnvolprezenDe Oneindige GodGods Woning

Doch op den drie en twintigsten dag der zevende maand liet hij het volk gaan tot hun hutten, blijde en goedsmoeds over het goede, dat de HEERE aan David en Salomo, en Zijn volk Israel gedaan had.

VersbegrippenDe Goedheid Van GodMaand 7

Doch uit de kinderen Israels, die Salomo niet maakte tot slaven in zijn werk; (want zij waren krijgslieden, en oversten zijner hoofdlieden, en oversten zijner wagenen en zijner ruiteren);

VersbegrippenCommandantKapiteinen

Doch aangaande de kinderen van Israel, die in de steden van Juda woonden, over die regeerde Rehabeam ook.

Doch het woord des HEEREN geschiedde tot Semaja, den man Gods, zeggende:

VersbegrippenBuitengaan En Binnenkomen

Doch zij zullen hem tot knechten zijn, opdat zij onderkennen Mijn dienst, en den dienst van de koninkrijken der landen.

VersbegrippenGroepen Van Slaven

Doch Asa werd toornig tegen den ziener, en leidde hem in het gevangenhuis; want hij was hierover tegen hem ontsteld; daartoe onderdrukte Asa enigen uit het volk ter zelfder tijd.

VersbegrippenVoorbeelden Van WreedheidMenselijke WoedeGevangenschapDe Aard Van OnderdrukkingGevangenenLevens Van ProfetenWrokTemperenWoede, Zondige VoorbeeldenWraakzucht

Doch Micha zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen mijn God zeggen zal, dat zal ik spreken!

Doch na dezen vergezelschapte zich Josafat, de koning van Juda, met Ahazia, den koning van Israel; die handelde goddelooslijk in zijn doen.

VersbegrippenVennootschapUitlijning

Doch de HEERE wilde het huis Davids niet verderven, om des verbonds wil, dat Hij met David gemaakt had; en gelijk als Hij gezegd had, hem en zijn zonen te allen dage een lamp te zullen geven.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidRouwende GodOnwillende God

Doch in het zevende jaar versterkte zich Jojada, en nam de oversten der honderden, Azarja, den zoon van Jeroham en Ismael, den zoon van Johanan, en Azarja, den zoon van Obed, en Maaseja, den zoon van Adaja en Elisafat, den zoon van Zichri, met zich in een verbond.

VersbegrippenVerbondsrelaties

De Levieten nu zullen de koning rondom omsingelen, een ieder met zijn wapenen in zijn hand; en die tot het huis inkomt, zal gedood worden; doch weest gijlieden bij den koning, als hij inkomt en uitgaat.

VersbegrippenWapensOmringd Door VriendenBuitengaan En Binnenkomen

Doch Hij zond profeten onder hen, om hen tot den HEERE te doen wederkeren; die betuigden tegen hen, maar zij neigden de oren niet.

VersbegrippenActiviteit Van GodGods Activiteit In IsraëlGods Eis Tot BekeringDe Rol Van ProfetenObsceniteit Tegen GodProfeten

En hij deed dat recht was in de ogen des HEEREN, doch niet met een volkomen hart.

VersbegrippenHalfhartigHet Verliezen Van Een VriendHet Juiste DoenToewijding

Doch hun kinderen doodde hij niet, maar hij deed, gelijk in de wet, in het boek van Mozes, geschreven is, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders zullen niet sterven om de kinderen, en de kinderen zullen niet sterven om de vaders; maar een ieder zal om zijn zonde sterven.

VersbegrippenBoek Van De Wet

Doch Amazia hoorde niet, want het was van God, opdat Hij hen in hun hand gave, overmits zij de goden der Edomieten gezocht hadden.

VersbegrippenTwaalf Wezens

Van den tijd nu af, dat Amazia afgeweken was van achter den HEERE, zo maakten zij in Jeruzalem een verbintenis tegen hem; doch hij vluchtte naar Lachis. Toen zonden zij hem na tot Lachis, en doodden hem aldaar.

VersbegrippenGods Eis Tot BekeringTwaalf Wezens

Doch Azaria, de priester, ging hem na, en met hem des HEEREN priesters, tachtig kloeke mannen.

VersbegrippenJaren Tachtig

En Tiglath-Pilneser, de koning van Assyrie, kwam tot hem; doch hij benauwde hem, en sterkte hem niet.

Doch van de priesteren waren er te weinig, en zij konden al den brandofferen de huid niet aftrekken; daarom hielpen hen hun broederen, de Levieten, totdat het werk geeindigd was, en totdat de andere priesters zich geheiligd hadden; want de Levieten waren rechter van hart, om zich te heiligen, dan de priesteren.

VersbegrippenIjverVillenEnkele Priesters

Zo gingen de lopers door, van stad tot stad, door het land van Efraim en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten hen, en bespotten hen.

VersbegrippenGelachAfwijzing Van GodWrok Tegenover GodAfwijzen Van Spirituele InstructiesStadOntrouw Aan God

Want een menigte des volks, velen van Efraim en Manasse, Issaschar en Zebulon, hadden zich niet gereinigd, maar aten het pascha, niet gelijk geschreven is. Doch Jehizkia bad voor hen, zeggende: De HEERE, die goed is, make verzoening voor dien.

VersbegrippenDe Goedheid Van God

Na dezen zond Sanherib, de koning van Assyrie, zijn knechten naar Jeruzalem,, doch hij zelf was voor Lachis, en al zijn heerschappij met hem) tot Jehizkia, den koning van Juda, en tot het ganse Juda, dat te Jeruzalem was, zeggende:

Doch Jehizkia verootmoedigde zich om de verheffing zijns harten, hij en de inwoners van Jeruzalem, zodat de grote toornigheid des HEEREN over hen niet kwam in de dagen van Jehizkia.

VersbegrippenPersoonlijke HeroplevingVoorbeelden Van Nederigheid

Doch Jehizkia stopte ook den opperuitgang der wateren van Gihon, en leidde ze recht af beneden naar het westen der stad Davids; want Jehizkia had voorspoed in al zijn werk.

VersbegrippenWaterirrigatie

Doch Josia keerde zijn aangezicht niet van hem; maar hij verstelde zich, om tegen hem te strijden, en hoorde niet naar de woorden van Necho uit den mond van God; maar hij kwam om te strijden in het dal Megiddo.

Public domain