'Doch' in de Bijbel
Doch hetzij dat wij verdrukt worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid, die gewrocht wordt in de lijdzaamheid van hetzelfde lijden, hetwelk wij ook lijden; hetzij dat wij vertroost worden, het is tot uw vertroosting en zaligheid;
Doch God is getrouw, dat ons woord, hetwelk tot u is geschied, niet is geweest ja en neen.
Doch ik aanroepe God tot een Getuige over mijn ziel, dat ik, om u te sparen, nog te Korinthe niet ben gekomen.
Doch indien iemand bedroefd heeft, die heeft niet mij bedroefd, maar ten dele (opdat ik hem niet bezware) ulieden allen.
Doch zo wanneer het tot den Heere zal bekeerd zijn, zo wordt het deksel weggenomen.
Doch indien ook ons Evangelie bedekt is, zo is het bedekt in degenen, die verloren gaan;
Als die in alles verdrukt worden, doch niet benauwd; twijfelmoedig, doch niet mismoedig;
Vervolgd, doch niet daarin verlaten; nedergeworpen, doch niet verdorven;
Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens geopenbaard te zijn.
Als droevig zijnde, doch altijd blijde; als arm, doch velen rijk makende; als niets hebbende, en nochtans alles bezittende.
Doch God, Die de nederigen vertroost, heeft ons getroost door de komst van Titus.
Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid voor u in het hart van Titus gegeven heeft;
Doch Die het zaad den zaaier verleent, Die verlene ook brood tot spijze, en vermenigvuldige uw gezaaisel, en vermeerdere de vruchten uwer gerechtigheid;
Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.
Doch wij zullen niet roemen buiten de maat; maar dat wij, naar de maat des regels, welke maat ons God toegedeeld heeft, ook tot u toe zijn gekomen.
Doch ik vrees, dat niet enigszins, gelijk de slang Eva door haar arglistigheid bedrogen heeft, alzo uw zinnen bedorven worden, om af te wijken van de eenvoudigheid, die in Christus is.
Ik zeg wederom, dat niemand mene, dat ik onwijs ben; doch zo niet, neemt mij dan aan als een onwijze, opdat ik ook een weinig moge roemen.
Van den zodanige zal ik roemen, doch van mijzelven zal ik niet roemen, dan in mijn zwakheden.
Doch het zij zo, ik heb u niet bezwaard; maar alzo ik listig was, heb ik u met bedrog gevangen.
Doch ik hoop, dat gij zult verstaan, dat wij niet verwerpelijk zijn.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (38)
- Exodus (71)
- Leviticus (21)
- Numberi (29)
- Deuteronomium (16)
- Jozua (8)
- Richteren (27)
- 1 Samuël (68)
- 2 Samuël (24)
- 1 Koningen (27)
- 2 Koningen (35)
- 1 Kronieken (15)
- 2 Kronieken (26)
- Ezra (7)
- Nehemia (10)
- Esther (5)
- Job (15)
- Psalmen (28)
- Spreuken (2)
- Prediker (2)
- Hooglied (2)
- Jesaja (44)
- Jeremia (23)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (18)
- Daniël (32)
- Hosea (3)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Nahum (4)
- Zefanja (1)
- Zacharia (4)
- Maleachi (1)
- Mattheüs (52)
- Markus (17)
- Lukas (32)
- Johannes (19)
- Handelingen (30)
- Romeinen (14)
- 1 Corinthiërs (46)
- 2 Corinthiër (21)
- Galaten (11)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (4)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (8)
- 2 Timotheüs (4)
- Titus (1)
- Filémon (1)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (4)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (2)
- 1 Johannes (2)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (3)