3 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Doen' in de Bijbel

En Ik zal dien van het noorden verre van ulieden doen vertrekken, en hem wegdrijven in een dor en woest land, zijn aangezicht naar de Oostzee, en zijn einde naar de achterste zee; en zijn stank zal opgaan, en zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan.

VersbegrippenOnvruchtbaarheidOnvruchtbaar LandGeurtjesMiddellandse ZeeDode ZeeTerugkeer Van Het NoordenDroge PlaatsenVoor- En Achterkant

En gij, kinderen van Sion! verheugt u en zijt blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar ter gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand.

VersbegrippenGods Heerschap Over Het WeerOvervloed, MaterieelNamen En Titels Voor De ChristenenGod Stuurde RegenTe Laat ZijnLenteRechtvaardiging

En ook, wat hebt gij met Mij te doen, gij Tyrus en Sidon, en alle grenzen van Palestina! Zoudt gij Mij een vergelding wedergeven? Maar zo gij Mij wilt vergelden, lichtelijk, haastelijk, zal Ik uw vergelding op uw hoofd wederbrengen.

VersbegrippenSnelheidWat Hebben We Gemeenschappelijk?God Zal Het EisenWerk Is Binnenkort Gedaan

Public domain