35 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Doen' in de Bijbel

Hij verheft den geringe uit het stof, en den nooddruftige verhoogt Hij uit den drek, om te doen zitten bij de vorsten, dat Hij hen den stoel der ere doe beerven; want de grondvesten des aardrijks zijn des HEEREN, en Hij heeft de wereld daarop gezet.

VersbegrippenFunderingenAarde, Behorend Tot GodStof, Figuurlijk GebruiktGod, De AanbiederGods Houding Tegenover OnderdrukkingPrinsenTroonHeerlijkheidGod En De ArmenMetaforische PilarenGod Verheft De MensRommelGod Helpt De ArmenDe ArmenStof

En Ik zal Mij een getrouwen priester verwekken; die zal doen, gelijk als in Mijn hart en in Mijn ziel zijn zal; dien zal Ik een bestendig huis bouwen, en hij zal altijd voor het aangezicht Mijns Gezalfden wandelen.

VersbegrippenTrouw Tot GodGoddelijk Hart

Daarom zonden zij heen, en verzamelden tot zich al de vorsten der Filistijnen, en zij zeiden: Wat zullen wij met de ark des Gods van Israel doen? En die zeiden: Dat de ark des Gods van Israel rondom Gath ga. Alzo droegen zij de ark des Gods van Israel rondom.

VersbegrippenHeersers

Zo riepen de Filistijnen de priesters en de waarzeggers, zeggende: Wat zullen wij met de ark des HEEREN doen? Laat ons weten, waarmede wij ze aan haar plaats zenden zullen.

Naar de werken, die zij gedaan hebben, van dien dag af, toen Ik hen uit Egypte geleid heb, tot op dezen dag toe, en hebben Mij verlaten en andere goden gediend; alzo doen zij u ook.

VersbegrippenGod VerzakenAfwijzing Van GodAndere GodenGod Haalt Israël Uit Egypte

En hij zal uw knechten, en uw dienstmaagden, en uw beste jongelingen, en uw ezelen nemen, en hij zal zijn werk daarmede doen.

VersbegrippenDienaren Van De MensVerlies Van Ezels

Toen zij afgegaan waren aan het einde der stad, zo zeide Samuel tot Saul: Zeg den jongen, dat hij voor onze aangezichten heenga; toen ging hij heen; maar sta gij als nu stil, en ik zal u Gods woord doen horen.

VersbegrippenStilteMensen Die Voorgingen

Als gij heden van mij gaat, zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel, aan de landpale van Benjamin, te Zelzah; die zullen tot u zeggen: De ezelinnen zijn gevonden, die gij zijt gaan zoeken, en zie, uw vader heeft de zaken der ezelinnen verlaten, en hij is bekommerd voor ulieden, zeggende: Wat zal ik om mijn zoon doen?

VersbegrippenZorgDingen VindenTwee Andere Mannen

Gij nu zult voor mijn aangezicht afgaan naar Gilgal, en zie, ik zal tot u afkomen, om brandofferen te offeren, om te offeren offeranden der dankzegging; zeven dagen zult gij daar beiden, totdat ik tot u kome, en u bekend make, wat gij doen zult.

VersbegrippenBroederschap OffertWachtenWekenZeven DagenMensen Die Wachten

Toen nu Samuel al de stammen van Israel had doen naderen, zo is de stam van Benjamin geraakt.

En hij nam een paar runderen, en hieuw ze in stukken, en hij zond ze in alle landpalen van Israel door de hand der boden, zeggende: Die niet zelf uittrekt achter Saul en achter Samuel, alzo zal men zijn runderen doen. Toen viel de vreze des HEEREN op het volk, en zij gingen uit als een enig man.

VersbegrippenGebarenVoorbodeMessenVersneden DierenVerenigde MensenTerreur Van God

En de mannen van Jabes zeiden: Morgen zullen wij tot ulieden uitgaan, en gij zult ons doen naar alles, wat goed is in uw ogen.

VersbegrippenHandelingen Van De Mens Morgen

Ook stelt u nu hier, en ziet die grote zaak, die de HEERE voor uw ogen doen zal.

VersbegrippenNaar Gods Wereld Kijken

Maar Samuel zeide: Hoe zou ik heengaan? Saul zal het toch horen en mij doden. Toen zeide de HEERE: Neem een kalf van de runderen met u, en zeg: Ik ben gekomen, om den HEERE offerande te doen.

VersbegrippenTwijfelaars

En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal.

VersbegrippenGods Beloftes Voor BegeleidingZalving Van Koningen

Hij dan zeide: Met vrede; ik ben gekomen om den HEERE offerande te doen; heiligt u, en komt met mij ten offer; en hij heiligde Isai en zijn zonen, en hij nodigde hen ten offer.

VersbegrippenHeiligheid, Afzonderlijk Voor God

Toen zeide David tot de mannen, die bij hem stonden, zeggende: Wat zal men dien man doen, die dezen Filistijn slaat, en den smaad van Israel wendt? Want wie is deze onbesneden Filistijn, dat hij de slagorden van den levenden God zou honen?

VersbegrippenGod, Levend En ZelfvoorzienendBeledigingenLiefde En De WereldNiet Besneden ZijnSchaamte EliminerenAndere Onbelangrijke Mensen

Wederom zeide hem het volk achtervolgens dat woord, zeggende: Alzo zal men den man doen, die hem slaat.

VersbegrippenMensen Beantwoorden

Jonathan nu zeide tot David: Wat uw ziel zegt, dat zal ik u doen.

VersbegrippenWelwillende Mensen

En zult gij niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid des HEEREN aan mij doen, dat ik niet sterve?

VersbegrippenLeven Zoeken

En Jonathan voer voort, met David te doen zweren, omdat hij hem liefhad; want hij had hem lief met de liefde zijner ziel.

VersbegrippenGoede VriendenVerantwoordelijkheid Voor Gods WereldVoorbeelden Van Liefde Voor AnderenVoorbeelden Van VriendschapZij Die Liefhadden

En David ging van daar naar Mizpa der Moabieten; en hij zeide tot den koning der Moabieten: Laat toch mijn vader en mijn moeder bij ulieden uitgaan, totdat ik weet, wat God mij doen zal.

VersbegrippenLiefde En De WereldRespect Voor MensenHeiligheid Van Het LevenRelaties Met VreemdelingenGrootmoeders

Toen zeiden de mannen van David tot hem: Zie den dag, in welken de HEERE tot u zegt: Zie, Ik geef uw vijand in uw hand, en gij zult hem doen, gelijk als het goed zal zijn in uw ogen. En David stond op, en sneed stilletjes een slip van Sauls mantel.

VersbegrippenIn De Hand GegevenSaul

En hij zeide tot zijn mannen: Dat late de HEERE ver van mij zijn, dat ik die zaak doen zou aan mijn heer, den gezalfde des HEEREN, dat ik mijn hand tegen hem uitsteken zou; want hij is de gezalfde des HEEREN!

VersbegrippenSociale EthiekBurgerplichtenDe Leiders ErenWeerstandDe GezalfdeDe Gezalfde Van De Heer

Weet dan nu, en zie, wat gij doen zult; want het kwaad is ten volle over onzen heer besloten, en over zijn ganse huis; en hij is een zoon Belials, dat men hem niet mag aanspreken.

VersbegrippenTemperament

En het zal geschieden, als de HEERE mijn heer naar al het goede doen zal, dat Hij over u gesproken heeft, en Hij u gebieden zal een voorganger te zijn over Israel;

VersbegrippenSaul En David

Want voorzeker, de HEERE, de God Israels, leeft, Die mij verhinderd heeft, van u kwaad te doen, dat, ten ware dat gij u gehaast hadt, en mij tegemoet gekomen waart, zo ware van Nabal niemand, die mannelijk is, overgebleven tot het morgenlicht!

VersbegrippenPlassenDood Van Alle Mannen

Toen David hoorde, dat Nabal dood was, zo zeide hij: Gezegend zij de HEERE, Die den twist mijner smaadheid getwist heeft van de hand van Nabal, en heeft zijn knecht onthouden van het kwade, en dat de HEERE het kwaad van Nabal op zijn hoofd heeft doen wederkeren! En David zond heen, en liet met Abigail spreken, dat hij ze zich ter vrouwe nam.

VersbegrippenGoddelijke BeperkingenHoofdenTerughoudendheidGod Draait Het Kwaad TerugGod Die BetuigtZegen De Heer!

Toen zeide Abisai tot David: God heeft heden uw vijand in uw hand besloten; laat mij toch hem nu met de spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het hem niet ten tweeden male doen.

VersbegrippenIn De Hand Gegeven

Toen zeide Saul: Ik heb gezondigd; keer weder, mijn zoon David, want ik zal u geen kwaad meer doen, voor dat mijn ziel dezen dag dierbaar in uw ogen geweest is; zie, ik heb dwaselijk gedaan, en ik heb zeer grotelijks gedwaald.

VersbegrippenVoorbeelden Van DwaasheidVijanden Van GelovigenSpijtChristelijk Antwoord Aan VijandenDwaze MensenPersoonlijk GoedWe Hebben GezondigdSaul

Toen zeide Saul tot David: Gezegend zijt gij, mijn zoon David; gij zult het ja gewisselijk doen, en gij zult ook gewisselijk de overhand hebben. Toen ging David op zijn weg, en Saul keerde weder naar zijn plaats.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodZonen Die Een Zegen ZijnSaul

Toen zeide David tot Achis: Aldus zult gij weten, wat uw knecht doen zal. En Achis zeide tot David: Daarom zal ik u ten bewaarder mijns hoofds zetten, te allen dage.

VersbegrippenBewakers

Toen zeide de vrouw: Wien zal ik u doen opkomen? En hij zeide: Doe mij Samuel opkomen.

VersbegrippenHet HiernamaalsHeksen

En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.

VersbegrippenEllendeAfvalligheid Van SaulGod Die Niet AntwoordtAfgewezen VoorspellingVerontrustende IndividuenHeksenOntwakenSaul

Maar David zeide: Alzo zult gij niet doen, mijn broeders, met hetgeen ons de HEERE gegeven heeft, en Hij heeft ons bewaard, en heeft de bende, die tegen ons kwam, in onze hand gegeven.

VersbegrippenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Public domain