'Doen' in de Bijbel
Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;
Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;
Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.
Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.
Schatten der goddeloosheid doen geen nut; maar de gerechtigheid redt van den dood.
Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.
De goede zal zijner kinders kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de rechtvaardige weggelegd.
Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.
Het is der koningen gruwel goddeloosheid te doen; want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd.
Het is niet goed, den rechtvaardige ook te doen boeten, dat de prinsen iemand slaan zouden om hetgeen recht is.
Het is een strik des mensen, dat hij het heilige verslindt, en na gedane geloften, onderzoek te doen.
Gerechtigheid en recht te doen is bij den HEERE uitgelezener dan offer.
De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen.
Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking.
Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen.
Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar zijn werk.
De groten doen een iegelijk verdriet aan, en huren de zotten, en huren de overtreders.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (42)
- Exodus (63)
- Leviticus (97)
- Numberi (69)
- Deuteronomium (118)
- Jozua (27)
- Richteren (27)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (35)
- 2 Samuël (31)
- 1 Koningen (39)
- 2 Koningen (34)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (21)
- Ezra (17)
- Nehemia (17)
- Esther (20)
- Job (23)
- Psalmen (59)
- Spreuken (17)
- Prediker (10)
- Hooglied (3)
- Jesaja (76)
- Jeremia (102)
- Klaagliederen (5)
- Ezechiël (96)
- Daniël (21)
- Hosea (17)
- Joël (3)
- Amos (9)
- Obadja (1)
- Jona (2)
- Micha (7)
- Habakuk (1)
- Zefanja (7)
- Zacharia (8)
- Maleachi (2)
- Mattheüs (25)
- Markus (17)
- Lukas (41)
- Johannes (22)
- Handelingen (23)
- Romeinen (16)
- 1 Corinthiërs (7)
- 2 Corinthiër (8)
- Galaten (6)
- Efeziërs (1)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (1)
- Filémon (2)
- Hebreeën (11)
- Jakobus (5)
- 1 Petrus (4)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (7)