631 gebeurtenissen

'Ging' in de Bijbel

[ (I Samuel 24:23) Toen zwoer David aan Saul; en Saul ging in zijn huis, maar David en zijn mannen gingen op in de vesting. ]

Toen zeide Saul tot David: Gezegend zijt gij, mijn zoon David; gij zult het ja gewisselijk doen, en gij zult ook gewisselijk de overhand hebben. Toen ging David op zijn weg, en Saul keerde weder naar zijn plaats.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodZonen Die Een Zegen ZijnSaul

Toen maakte zich David op, en hij ging door, hij en de zeshonderd mannen, die bij hem waren, tot Achis, den zoon van Maoch, den koning van Gath.

VersbegrippenAlliantiesZes- Tot ZevenhonderdRelaties Met VreemdelingenZeshonderd En Meer

En Saul verstelde zich, en trok andere klederen aan, en ging heen, en twee mannen met hem, en zij kwamen des nachts tot de vrouw, en hij zeide: Voorzeg mij toch door den waarzeggenden geest, en doe mij opkomen, dien ik tot u zeggen zal.

VersbegrippenBezoekenWaarzeggerijVermommingenGedurende Een NachtTovenarijHeksenSaul

David dan ging heen, hij en de zes honderd mannen, die bij hem waren; en als zij kwamen aan de beek Besor, zo bleven de overigen staan.

VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

Maar Joab en Abisai jaagden Abner achterna; en de zon ging onder, als zij gekomen waren tot den heuvel van Amma, dewelke is voor Giach, op den weg der woestijn van Gibeon.

En er was een lange krijg tussen het huis van Saul, en tussen het huis van David. Doch David ging en werd sterker; maar die van het huis van Saul gingen en werden zwakker.

VersbegrippenHet Rijk Van DavidHuizenVoorbeelden Van OorlogAard Van OorlogLichamelijke ZwakteSterke IndividuenZonder KrachtBurgeroorlogOorlogStrijd

En haar man ging met haar, al gaande en wenende achter haar, tot Bahurim toe. Toen zeide Abner tot hem: Ga weg, keer weder. En hij keerde weder.

VersbegrippenHuilen

En Abner sprak ook voor de oren van Benjamin. Voorts ging Abner ook heen, om te Hebron voor Davids oren te spreken alles, wat goed was in de ogen van Israel, en in de ogen van het ganse huis van Benjamin.

Toen zeide Abner tot David: Ik zal mij opmaken, en heengaan, en vergaderen gans Israel tot mijn heer, den koning, dat zij een verbond met u maken, en gij regeert over alles, wat uw ziel begeert. Alzo liet David Abner gaan, en hij ging in vrede.

VersbegrippenVerbondsrelatiesKoningen Maken

Toen ging Joab tot den koning in, en zeide: Wat hebt gij gedaan? Zie, Abner is tot u gekomen; waarom nu hebt gij hem laten gaan, dat hij zo vrij is weggegaan?

VersbegrippenWat Doe Jij?

En Joab ging uit van David, en zond Abner boden na, die hem wederom haalden van den bornput van Sira; maar David wist het niet.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersOnwetendheid Van Feiten

David dan zeide tot Joab en tot al het volk, dat bij hem was: Scheurt uw klederen, en gordt zakken aan, en weeklaagt voor Abner henen; en de koning David ging achter de baar.

VersbegrippenGebarenKledingDoekJute En AsVoorbereiding Voor Begrafenis

David nu ging geduriglijk voort, en werd groot; want de HEERE, de God der heirscharen, was met hem.

VersbegrippenMenselijke MachtGod Met Specifieke MensenMachtige Individuen

En David maakte zich op, en ging heen met al het volk, dat bij hem was, van Baalim-Juda, om van daar op te brengen de ark Gods, bij dewelke de Naam wordt aangeroepen, de Naam van den HEERE der heirscharen, Die daarop woont tussen de cherubim.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesHet HofCherubijn Aan De Troon Van GodDe Glorie Van Gods ShekinaDe Aanwezigheid Van GodGod Zit In GlorieGeroepen In Gods Naam

Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen.

Toen boodschapte men den koning David, zeggende: De HEERE heeft het huis van Obed-Edom, en al wat hij heeft, gezegend om der ark Gods wil; zo ging David heen en haalde de ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids, met vreugde.

VersbegrippenNamen Voor JeruzalemOpwindingGezegend Door God

En hij deelde uit aan het ganse volk, aan de ganse menigte van Israel, van de mannen tot de vrouwen toe, aan een iegelijk een broodkoek, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn. Toen ging al dat volk heen, een iegelijk naar zijn huis.

VersbegrippenGeschenkenFruitVoedselMannelijk En Vrouwelijk

Als nu David wederkwam, om zijn huis te zegenen, ging Michal, Sauls dochter, uit, David tegemoet, en zeide: Hoe is heden de koning van Israel verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot?

VersbegrippenVoorbeelden Van FamiliesZegeningenIronieSarcasmeWerkgevers, Goede VoorbeeldenNaaktheidMensen Die StrippenMensen Die Anderen Zegenen

Toen ging de koning David in, en bleef voor het aangezicht des HEEREN, en hij zeide: Wie ben ik, Heere HEERE, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?

VersbegrippenNederigheidBescheidenheidAdvies Voor Effectief GebedPraktische Zaken Omtrent Het GebedZittenMensen Die NeerzittenIk Ben OnbelangrijkFamilie LiefdeLiefde En FamilieMindfulness

Maar Uria legde zich neder voor de deur van des konings huis, met al de knechten zijns heren; en hij ging niet af in zijn huis.

VersbegrippenNiet Rechtstreeks Naar Huis Gaan

En David nodigde hem, zodat hij voor zijn aangezicht at en dronk, en hij maakte hem dronken. Daarna ging hij in den avond uit, om zich neder te leggen op zijn leger, met zijns heren knechten, maar ging niet af in zijn huis.

VersbegrippenAlcoholVoorbeelden Van DronkenschapMensen Dronken Gemaakt

En de bode ging heen, en kwam in, en gaf David te kennen alles, waar hem Joab om uitgezonden had.

VersbegrippenBoodschapperSchoonheid In Vrouwen

Toen ging Nathan naar zijn huis. En de HEERE sloeg het kind, dat de huisvrouw van Uria David gebaard had, dat het zeer krank werd.

VersbegrippenZieke IndividuenWerkelijke Weduwen

Toen stond David op van de aarde, en wies en zalfde zich, en veranderde zijn kleding, en ging in het huis des HEEREN, en bad aan; daarna kwam hij in zijn huis, en eiste brood; en zij zetten hem brood voor, en hij at.

VersbegrippenReinigingZalvingAanvaardbare Houdingen Van AanbiddingEtende MensenZichzelf ZalvenReine GezichtenReine Kledij

Daarna troostte David zijn huisvrouw Bathseba, en ging tot haar in, en lag bij haar; en zij baarde een zoon, wiens naam zij noemde Salomo; en de HEERE had hem lief.

Versbegrippen1 LichaamTroost Van VriendenSex Binnen Het HuwelijkHuwelijksseks tussenDe Belofte Van Een Baby

En Thamar ging heen in het huis van haar broeder Amnon, (hij nu was nederliggende), en zij nam deeg, en kneedde het, en maakte koekjes toe voor zijn ogen, en bakte de koekjes.

VersbegrippenDeegBrood BakkenDeeg Kneden

En zij nam een pan, en goot ze uit voor zijn aangezicht; maar hij weigerde te eten. En Amnon zeide: Doet alle man van mij uitgaan. En alle man ging van hem uit.

VersbegrippenRouwenBordenTroepen Die Weggestuurd Worden

Toen nam Thamar as op haar hoofd, en scheurde den veelvervigen rok, dien zij aanhad; en zij legde haar hand op haar hoofd, en ging vast henen en kreet.

VersbegrippenScheuren Van KledingVerscheuren Van KledingAsHuilenFijne KledijZij Die Kledij VerscheurdenAs Van Vernedering

Toen ging Joab in tot den koning, en zeide het hem aan. Toen riep hij Absalom, en hij kwam tot den koning in, en boog zich voor hem op zijn aangezicht ter aarde, voor des konings aangezicht; en de koning kuste Absalom.

VersbegrippenMensen Die KussenKussendHerstelKussenBuigen Voor DavidOntbiedende Koningen

Toen zeide de koning tot hem: Ga in vrede. Alzo maakte hij zich op, en ging naar Hebron.

En de koning ging uit met zijn ganse huis te voet; doch de koning liet tien bijwijven, om het huis te bewaren.

VersbegrippenConcubinesTien Mensen

Toen zeide David tot Ithai: Zo kom, en ga over. Alzo ging Ithai, de Gethiet, over, en al zijn mannen, en al de kinderen die met hem waren.

En het ganse land weende met luider stem, als al het volk overging; ook ging de koning over de beek Kidron, en al het volk ging over, recht naar den weg der woestijn.

VersbegrippenValleienTijdelijk Verblijf In De Wildernis

En David ging op door den opgang der olijven, opgaande en wenende, en het hoofd was hem bewonden; en hij zelf ging barrevoets; ook had al het volk, dat met hem was, een iegelijk zijn hoofd bedekt, en zij gingen op, opgaande en wenende.

VersbegrippenBlote VoetenHoofdbedekkingZelfmedelijdenEmotionele Aspecten Van LijdenSluiersHuilenSchoenen

Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte.

VersbegrippenDe Goddeloze VervloekenLastig Vallen

Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.

VersbegrippenStof, Figuurlijk GebruiktVuilnisStenen WerpenStof VegenDe Goddeloze Vervloeken

Zo spanden zij Absalom een tent op het dak; en Absalom ging in tot de bijwijven zijns vaders, voor de ogen van het ganse Israel.

VersbegrippenVoorbeelden Van Sexuele ImmoraliteitDakTentenBovenop Het DakMensen Zien

Jonathan nu en Ahimaaz stonden bij de fontein Rogel; en een dienstmaagd ging henen en zeide het hun aan; en zij gingen henen en zeiden het den koning David aan; want zij mochten zich niet zien laten, dat zij in de stad kwamen.

VersbegrippenSteden BinnengaanRisico

Absalom nu ontmoette voor het aangezicht der knechten Davids; en Absalom reed op een muildier; en als het muildier kwam onder de dichte takken van een groten eik, zo werd zijn hoofd vast aan den eik, dat hij hangen bleef tussen den hemel en tussen de aarde, en het muildier, dat onder hem was, ging door.

VersbegrippenMuilezelsAchterkantBedekte HoofdenOp Muilezels RijdenHaarDreadlocks

David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.

VersbegrippenDakMurenBovenop Het DakAan De Poort ZittenRennen Met NieuwsMensen Die Neerzitten

Zo riep de wachter, en zeide het den koning aan; en de koning zeide: Indien hij alleen is, zo is er een boodschap in zijn mond; en hij ging al voort en naderde.

VersbegrippenAlleen HandelenGoed Nieuws

En de koning zeide: Ga om, stel u hier; zo ging hij om, en bleef staan.

VersbegrippenOnbeweeglijkheidTot Rust Komen

Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

VersbegrippenHet Karakter Van DavidHuilenDe Noden Van KinderenOorzaken Van WanhoopMeemaken Van VerliesIntimiteitEenzaamheidRouwenSpijtTrappenEmotionele Aspecten Van LijdenHuilenKinderen, Ouderlijke LiefdeWoorden DuplicerenVerlangen Naar De DoodDe Bovenste KamersDe Dood Van Anderen BerouwenLiefde Voor Kinderen

Toen nu David in zijn huis te Jeruzalem kwam, nam de koning de tien vrouwen, zijn bijwijven, die hij gelaten had, om het huis te bewaren, en deed ze in een huis van bewaring, en onderhield ze, maar ging tot haar niet in. En zij waren opgesloten tot op den dag van haarlieder dood, levende als weduwen.

VersbegrippenHuizenWeduwesAfwezigheid Van SexTien MensenIndividuen Die Naar Huis GaanWerkelijke Weduwen

En Amasa ging heen, om Juda bijeen te roepen; maar hij bleef achter, boven den gezetten tijd, dien hij hem gezet had.

VersbegrippenMensen Die Vertraagden

Zo ging David henen, en nam de beenderen van Saul, en de beenderen van Jonathan, zijn zoon, van de burgeren van Jabes in Gilead, die dezelve gestolen hadden van de straat Beth-San, alwaar de Filistijnen ze hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen op Gilboa.

VersbegrippenGeheimhoudingBenenMensen Die Opgehangen Worden

Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.

VersbegrippenGezicht Van GodNeuzenRookVuur Afkomstig Van GodRoken

Voorts Benaja, de zoon van Jojada, de zoon van een dapperen man, groot van daden, van Kabzeel; die sloeg twee sterke leeuwen van Moab; ook ging hij af, en sloeg een leeuw in het midden van een kuil in den sneeuwtijd.

VersbegrippenPuttenSneeuwMenselijke KrachtKampioenenWilde Dieren DodenVerlossing Van De LeeuwenKoud WeerGaten In De Grond

Daartoe sloeg hij een Egyptischen man, een man van aanzien; en in de hand des Egyptenaars was een spies, maar hij ging tot hem af met een staf; en hij rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en doodde hem met zijn eigen spies.

VersbegrippenConfrontatieSperen

Alzo ging David op naar het woord van Gad, gelijk als de HEERE geboden had.

En Arauna zag toe, en zag den koning en zijn knechten tot zich overkomen; zo ging Arauna uit, en boog zich voor den koning met zijn aangezicht ter aarde.

VersbegrippenBuigen Voor David

En Bathseba ging in tot den koning in de binnenkamer; doch de koning was zeer oud, en Abisag, de Sunamietische, diende den koning.

VersbegrippenBejaardSlaapkamersBereiken Van Hoge LeeftijdPrivé KamersNaderende Dood

Toen ging Zadok, de priester, af, met Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada, en de Krethi en de Plethi, en zij deden Salomo rijden op de muilezelin van den koning David, en geleidden hem naar Gihon.

VersbegrippenMuilezelsLijfwachtenOp Muilezels RijdenGenoemde Profeten Van De Heer

Doch Adonia vreesde voor Salomo, en hij stond op, en ging heen, en vatte de hoornen des altaars.

En zie, bij u is Simei, de zoon van Gera, de zoon van Jemini, uit Bahurim, die mij vloekte met een geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim; doch hij kwam af mij tegemoet aan de Jordaan, en ik zwoer hem bij den HEERE, zeggende: Zo ik hem met het zwaard dode!

VersbegrippenDe Goddeloze Vervloeken

En Benaja, de zoon van Jojada, ging op, en viel op hem aan, en doodde hem; en hij werd begraven in zijn huis, in de woestijn.

VersbegrippenZwaardenIn De Wildernis LevenGenoemde Individuen Doden

En de koning gebood Benaja, den zoon van Jojada; die ging uit, en viel op hem aan, dat hij stierf. Alzo is het koninkrijk bevestigd in de hand van Salomo.

VersbegrippenGeboden in OTGenoemde Individuen DodenHet Koninkrijk Van Salomo

En de koning ging naar Gibeon, om aldaar te offeren, omdat die hoogte groot was; duizend brandofferen offerde Salomo op dat altaar.

VersbegrippenMenselijke VrijgevigheidOfferandesPelgrimstochtOffer In OTDuizend DierenOffer Op Het Bronzen Altaar

De deur der middelste zijkamer was aan de rechterzijde van het huis; en door wenteltrappen ging men tot de middelste zijkamer, en van de middelste tot de derde.

VersbegrippenTrappenJuiste KantStappen

En een wagen kwam op, en ging uit van Egypte, voor zeshonderd sikkelen zilvers, en een paard voor honderd en vijftig; en alzo voerden ze die uit door hun hand voor alle koningen der Hethieten, en voor de koningen van Syrie.

VersbegrippenHandel

En hij zeide tot hen: Gaat heen tot aan den derden dag, komt dan weder tot mij. En het volk ging heen.

VersbegrippenDrie Dagen

Toen gans Israel zag, dat de koning naar hen niet hoorde, zo gaf het volk den koning weder antwoord, zeggende: Wat deel hebben wij aan David? Ja, geen erve hebben wij aan den zoon van Isai; naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw huis, o David! Zo ging Israel naar zijn tenten.

VersbegrippenTentenOpstandenNiet Delen

En deze zaak werd tot zonde; want het volk ging heen voor het ene, tot Dan toe.

En hij ging door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg, door welken hij te Beth-El gekomen was.

VersbegrippenAndere Dingen

En Jerobeams huisvrouw deed alzo, en maakte zich op, en ging naar Silo, en kwam in het huis van Ahia. Ahia nu kon niet zien, want zijn ogen stonden stijf vanwege zijn ouderdom.

VersbegrippenVisieBeperkingen Van Oude Mensen

Toen maakte zich Jerobeams vrouw op, en ging heen, en kwam te Thirza; als zij nu op den dorpel van het huis kwam, zo stierf de jongeling.

VersbegrippenHuizen BinnengaanAndere Echtgenotes

En het geschiedde, zo wanneer de koning in het huis des HEEREN ging, dat de trawanten dezelve droegen, en die wederbrachten in der trawanten wachtkamer.

VersbegrippenDe Tempel Binnengaan

En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen was, dat hij ging in het paleis van het huis des konings, en verbrandde boven zich het huis des konings met vuur, en stierf;

VersbegrippenCitadelsGevolgen Van De Afwezigheid Van HoopPaleizenZelfmoordMensen Verbranden

Hij ging dan heen, en deed naar het woord des HEEREN; want hij ging en woonde bij de beek Krith, die voor aan de Jordaan is.

VersbegrippenReacties Op WonderenZuinigheidVoorbij JordaniëRivieren

Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke.

VersbegrippenWaterWater DrinkenBrandhoutSamenkomst

En zij ging heen, en deed naar het woord van Elia; zo at zij, en hij, en haar huis, vele dagen.

VersbegrippenOffer GevenActie Voor Lange Tijd

En Elia ging heen, om zich aan Achab te vertonen. En de honger was sterk in Samaria.

En zij deelden het land onder zich, dat zij het doortogen; Achab ging bijzonder op een weg, en Obadja ging ook bijzonder op een weg.

Toen ging Obadja Achab tegemoet, en zeide het hem aan; en Achab ging Elia tegemoet.

VersbegrippenMensen OntmoetenAltaren

Alzo toog Achab op, om te eten en te drinken; maar Elia ging op naar de hoogte van Karmel, en breidde zich uit voorwaarts ter aarde; daarna legde hij zijn aangezicht tussen zijn knieen.

VersbegrippenKlimmenKnieënHet Hoofd Buigen Voor God

En hij zeide tot zijn jongen: Ga nu op, en zie uit naar de zee. Toen ging hij op, en zag uit, en zeide: Er is niets. Toen zeide hij: Ga weder henen, zevenmaal.

VersbegrippenZeven KeerKijken En ZienRichtingHet Weer Van De Laatste Dagen

Toen hij dat zag, maakte hij zich op, en ging heen, om zijns levens wil, en kwam te Ber-seba, dat in Juda is, en liet zijn jongen aldaar.

VersbegrippenAngst Voor VervolgingDepressieJezebelImpulsiviteit

Zo stond hij op, en at, en dronk; en hij ging, door de kracht derzelver spijs, veertig dagen en veertig nachten, tot aan den berg Gods, Horeb.

VersbegrippenAard Van VastenNummer VeertigVeertig DagenMeer Dan Een MaandVaste Voor Langere Periodes

En Hij zeide: Ga uit, en sta op dezen berg, voor het aangezicht des HEEREN. En ziet, de HEERE ging voorbij, en een grote en sterke wind, scheurende de bergen, en brekende de steenrotsen, voor den HEERE henen; doch de HEERE was in den wind niet; en na dezen wind een aardbeving; de HEERE was ook in de aardbeving niet;

VersbegrippenPasserenWindTypes Van Heilige GeestStormenGeen Wind

Zo ging hij van daar, en vond Elisa, den zoon van Safat; dezelve ploegde met twaalf juk runderen voor zich henen, en hij was bij het twaalfde; en Elia ging over tot hem, en wierp zijn mantel op hem.

VersbegrippenBoerenMantelsHet Lichaam BedekkenJukTeeltPloegenBuitenkledijPloegerTwaalf Dieren

Toen ging de profeet heen, en stond voor den koning op den weg; en hij verstelde zich met as boven zijn ogen.

VersbegrippenWegenStaanWachtenVermommingenBeschadigde Ogen

Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde, dat hij zijn klederen scheurde, en een zak om zijn vlees legde, en vastte; hij lag ook neder in den zak, en ging langzaam.

VersbegrippenScheuren Van KledingGebarenDoekSoorten Van AscetismeSpijtVoorbeelden Van BerouwJute En AsKwellingen Van De GoddelozenVeroordeling Van ZondeZij Die Kledij VerscheurdenDepressie

Toen ging een geest uit, en stond voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: Ik zal hem overreden. En de HEERE zeide tot hem: Waarmede?

VersbegrippenGeestwezensVerleidelijk

En er ging een uitroeping door het heirleger, als de zon onderging, zeggende: Een ieder kere naar zijn stad, en een ieder naar zijn land!

VersbegrippenStemmenZonsondergang

Daarom nu zegt de HEERE alzo: Gij zult niet afkomen van dat bed, waarop gij geklommen zijt, maar gij zult den dood sterven. En Elia ging weg.

VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt Binnenkort

En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieen, voor Elia, en smeekte hem, en sprak tot hem: Gij, man Gods, laat toch mijn ziel en de ziel van uw knechten, van deze vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen!

VersbegrippenBedelaarsKnielenBedelenDe Jaren VijftigDoor De Mens In Leven Gehouden WordenDerde PersoonMan Van God

Toen sprak de Engel des HEEREN tot Elia: Ga af met hem; vrees niet voor zijn aangezicht. En hij stond op, en ging met hem af tot den koning.

VersbegrippenMan Die TenondergaatWees Niet Bang Van MensenEngelenactiviteiten Onder Gelovigen

Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder ten hemel opnemen zou, dat Elia met Elisa ging van Gilgal.

VersbegrippenWervelwindenSamengaanNaar De Hemel GaanGod Verheft De MensGod Verstrekt WindMeenemen Naar De HemelMensen Die Niet Stierven

En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.

VersbegrippenGod Van De VadersDe Wonderen Van ElishaVerdeling Van WaterenVerdeeld WaterWaar Is God?

Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.

VersbegrippenSlecht WaterDe Dood OverwinnenDingen HerstellenGod Die Het Land GeneestHeling En ComfortOnvruchtbaarheidKookpot

En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!

VersbegrippenKaalheidHandicapsOnvolwassenheidWegenStadSpottenVoorbeelden Van Goddeloze KinderenOntrouw Aan GodMinachting Voor De OuderenLeeftijdsdiscriminatieKinderenPlezierHumorLastig Vallen

En hij ging van daar naar den berg Karmel; en van daar keerde hij weder naar Samaria.

En hij ging heen, en zond tot Josafat, den koning van Juda, zeggende: De koning der Moabieten is van mij afgevallen, zult gij met mij trekken in den oorlog tegen de Moabieten? En hij zeide: Ik zal opkomen; zo zal ik zijn, gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden als uw paarden.

VersbegrippenSamen VechtenMensen Zijn Allemaal GelijkVerwerven Van Paarden

Zo ging zij van hem, en sloot de deur voor zich en voor haar zonen toe; die brachten haar de vaten toe, en zij goot in.

En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

VersbegrippenMan Van God

Zo ging hij in, en sloot de deur voor hen beiden toe, en bad tot den HEERE.

VersbegrippenDeuren SluitenWaar BiddenBidden Achter Gesloten Deuren

Zo kwam zij, en viel voor zijn voeten, en boog zich ter aarde, en zij nam haar zoon op, en ging uit.

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain