'Hunner' in de Bijbel
Verklaar hen schuldig, o God; laat hen vervallen van hun raadslagen; drijf hen henen om de veelheid hunner overtredingen, want zij zijn wederspannig tegen U.
Geef hun naar hun doen, en naar de boosheid hunner handelingen; geef hun naar hunner handen werk; doe hun vergelding tot hen wederkeren.
Laat hen verwoest worden tot loon hunner beschaming, die van mij zeggen: Ha, ha!
(Want de verlossing hunner ziel is te kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden);
Om de zonde huns monds, om het woord hunner lippen; en laat hen gevangen worden in hun hoogmoed; en om den vloek, en om de leugen, die zij vertellen.
Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!
En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.
Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden.
Hun land bracht vorsen voort in overvloed, tot in de binnenste kameren hunner koningen.
En Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak het geboomte hunner landpalen.
Die al het kruid in hun land opaten, ja, aten de vrucht hunner landbouwe op.
Hij versloeg ook alle eerstgeborenen in hun land, de eerstelingen al hunner krachten.
En zij hebben onschuldig bloed vergoten, het bloed hunner zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaan hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden is ontheiligd geworden.
De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd;
Dan zijn zij verblijd, omdat zij gestild zijn, en dat Hij hen tot de haven hunner begeerte geleid heeft.
Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren; gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand harer vrouw; alzo zijn onze ogen op den HEERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.
Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.