130 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Ik' in de Bijbel

Adonia nu, de zoon van Haggith, verhief zich, zeggende: Ik zal koning zijn; en hij bereidde zich wagenen en ruiteren, en vijftig mannen, lopende voor zijn aangezicht.

VersbegrippenKinderen, Slechte KinderenMisbruik Van LiefdeOnbezonnenheidRennenHet Leven Van SalomoVoorbeelden Van Wereldlijke AmbitieDe Jaren Vijftig

Zie, als gij daar nog met den koning spreken zult, zo zal ik na u inkomen, en zal uw woorden vervullen.

VersbegrippenTerwijl We Praten

Anders zal het geschieden, als mijn heer de koning met zijn vaderen zal ontslapen zijn, dat ik en mijn zoon Salomo als zondaars zullen zijn.

VersbegrippenNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortWe Hebben Gezondigd

Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den HEERE, den God Israels, zeggende: Voorzeker zal uw zoon Salomo na mij koning zijn, en zal op mijn troon in mijn plaats zitten; voorzeker, alzo zal ik te dezen zelfden dage doen.

VersbegrippenHet Leven Van Salomo

Dan zult gij achter hem optrekken, en hij zal komen, en zal op mijn troon zitten, en hij zal koning zijn in mijn plaats; want ik heb geboden, dat hij een voorganger zou zijn over Israel en over Juda.

VersbegrippenStammen Van IsraëlKoningen Van Heel Israël Of Juda

Maar aan de zonen van Barzillai, den Gileadiet, zult gij weldadigheid bewijzen, en zij zullen zijn onder degenen, die aan uw tafel eten; want alzo naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht van uw broeder Absalom.

VersbegrippenGenade In Menselijke RelatiesVriendelijkheidTafelsDankbaarheidWelwillendheid

En zie, bij u is Simei, de zoon van Gera, de zoon van Jemini, uit Bahurim, die mij vloekte met een geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim; doch hij kwam af mij tegemoet aan de Jordaan, en ik zwoer hem bij den HEERE, zeggende: Zo ik hem met het zwaard dode!

VersbegrippenDe Goddeloze Vervloeken

Daarna zeide hij: Ik heb een woord aan u. En zij zeide: Spreek.

Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israel zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den HEERE hem geworden.

En nu begeer ik van u een enige begeerte; wijs mijn aangezicht niet af. En zij zeide tot hem: Spreek.

En Bathseba zeide: Het is goed, ik zal den koning voor u aanspreken.

VersbegrippenWoordvoerders

Toen zeide zij: Ik begeer van u een enige kleine begeerte, wijs mijn aangezicht niet af. En de koning zeide tot haar: Begeer, mijn moeder, want ik zal uw aangezicht niet afwijzen.

VersbegrippenKleinheid

Toen antwoordde de koning Salomo, en zeide tot zijn moeder: En waarom begeert gij Abisag, de Sunamietische, voor Adonia? Begeer ook voor hem het koninkrijk (want hij is mijn broeder, die ouder is dan ik ben), ja, voor hem, en voor Abjathar, den priester, en voor Joab, den zoon van Zeruja.

VersbegrippenBroersHet Koninkrijk Van Anderen

En tot Abjathar, den priester, zeide de koning: Ga naar Anathoth, op uw akkers; want gij zijt een man des doods; maar dezen dag zal ik u niet doden, omdat gij de ark des Heeren HEEREN voor het aangezicht van mijn vader David gedragen hebt, en omdat gij verdrukt zijt geweest, in alles, waarin mijn vader verdrukt was.

VersbegrippenLijden En OntberingDe Ark In JeruzalemDe Dood Verdienen

En Benaja kwam tot de tent des HEEREN, en zeide tot hem: Zo zegt de koning: Kom uit. En hij zeide: Neen, maar hier zal ik sterven! En Benaja bracht het antwoord weder aan den koning, zeggende: Zo heeft Joab gesproken, en zo heeft hij mij geantwoord.

VersbegrippenBuitengaan

Toen zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Heb ik u niet beedigd bij den HEERE, en tegen u betuigd, zeggende: Ten dage van uw uitgaan, als gij zult herwaarts of derwaarts gaan, weet voorzeker, dat gij den dood zult sterven? En gij zeidet tot mij: Dat woord is goed, dat ik gehoord heb.

VersbegrippenInstemmingOntbiedende KoningenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

Waarom dan hebt gij den eed des HEEREN niet gehouden, en het gebod, dat ik over u geboden had?

VersbegrippenZe Hielden Zich Niet Aan De Geboden

Te Gibeon verscheen de HEERE aan Salomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.

VersbegrippenCommunicatieNachtGod VerschijntGedurende Een NachtGod Beantwoordt Gebed

Nu dan, HEERE, mijn God! Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan.

VersbegrippenOnervarenheidNederigheidVereisten Voor PredikantenJeugdKinderlijkheidDwaze MensenZoals KinderenBuitengaan En BinnenkomenDienend LeiderschapVerantwoordelijkheden Van Vaders

Zie, Ik heb gedaan naar uw woorden; zie, Ik heb u een wijs en verstandig hart gegeven, dat uws gelijke voor u niet geweest is, en uws gelijke na u niet opstaan zal.

VersbegrippenOnderscheidingsvermogen Van BestuurdersMenselijk Belang Van WijsheidUnieke Individuen

Zelfs ook wat gij niet begeerd hebt, heb Ik u gegeven, beide rijkdom en eer; dat uws gelijke niemand onder de koningen al uw dagen zijn zal.

VersbegrippenOvervloedHoudingen Tegenover GeldHet HedenBron Van EerRijke Mensen

En zo gij in Mijn wegen wandelen zult, onderhoudende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als uw vader David gewandeld heeft, zo zal Ik ook uw dagen verlengen.

VersbegrippenVerouderenGeboden in OTMenselijk KoningschapMenselijk LevenGoddelijke BeloningHoe Lang Te LevenVolg De Geboden

En de ene vrouw zeide: Och, mijn heer. Ik en deze vrouw wonen in een huis; en ik heb bij haar in dat huis gebaard.

En ik stond in de morgen op, om mijn zoon te zogen, en zie, hij was dood; maar ik lette in den morgen op hem, en zie, het was mijn zoon niet, dien ik gebaard had.

VersbegrippenOchtendVerpleegkundigenWie Is Dit?Niet De EneDood Van Een KindZusterschap

En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

VersbegrippenEigendom, HuizenTroonSalomo's TempelEen Plek Voor Gods Naam

Zo gebied nu, dat men mij cederen uit den Libanon houwe, en mijn knechten zullen met uw knechten zijn, en het loon uwer knechten zal ik u geven, naar al wat gij zeggen zult; want gij weet, dat onder ons niemand is, die weet hout te houwen, gelijk de Sidoniers.

VersbegrippenOnderhandelingWerkomstandigheden Van DienarenVaardigheidSalarissenHandelBomen VellenCederhout

En Hiram zond tot Salomo, zeggende: Ik heb gehoord, waarom gij tot mij gezonden hebt; ik zal al uw wil doen met het cederenhout, en met het dennenhout.

VersbegrippenHandelCederhout

Mijn knechten zullen het afbrengen van den Libanon aan de zee; en ik zal het op vlotten over de zee doen voeren, tot die plaats, die gij aan mij ontbieden zult, en zal het aldaar los maken, en gij zult het wegnemen; gij zult ook mijn wil doen, dat gij mijn huis spijze geeft.

VersbegrippenVlotten

Aangaande dit huis, dat gij bouwt, zo gij wandelt in Mijn inzettingen, en doet Mijn rechten, en onderhoudt al Mijn geboden, wandelende in dezelve; zo zal Ik Mijn woord met u bevestigen, dat Ik tot uw vader David gesproken heb;

VersbegrippenVolg De Geboden

En Ik zal in het midden der zonen Israels wonen; en Ik zal Mijn volk Israel niet verlaten.

VersbegrippenGod Leeft Met OnsGod Die Niet Verzaakt

Ik heb immers een huis gebouwd, U ter woonstede, een vaste plaats tot Uw eeuwige woning.

VersbegrippenBouwenGods Woning

Van dien dag af, dat Ik Mijn volk Israel uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGods Verbond Met DavidGod Haalt Israël Uit EgypteEen Plek Voor Gods NaamGods Verkiezing Van David

Ze heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

VersbegrippenVertrouwen In Gods WoordTroonEen Plek Voor Gods Naam

En ik heb daar een plaats beschikt voor de ark, waarin het verbond des HEEREN is, hetwelk Hij met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland uitvoerde.

VersbegrippenDe Ark In De TempelGod Haalt Israël Uit EgypteVoorwaarden Van Het Verbond In De Sinaï

Maar waarlijk, zou God op de aarde wonen? Zie, de hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen, hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd heb!

VersbegrippenGod Als GeestGod Is OveralGods AlomtegenwoordigheidGod Is OnvolprezenDe Oneindige GodDe Hemel, Gods HuisDe Aanwezigheid Van GodGods WoningGod Staat Buiten De Schepping

Hoor Gij in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en doe naar alles, waarom die vreemde tot U roepen zal; opdat alle volken der aarde Uw Naam kennen, om U te vrezen, gelijk Uw volk Israel, en om te weten, dat Uw Naam genoemd wordt over dit huis, hetwelk ik gebouwd heb.

VersbegrippenHuizenEerbied En Gods AardGod Die Handelt Vanuit De HemelEen Plek Voor Gods NaamGods Aard Kennen

Wanneer Uw volk in den krijg tegen zijn vijand uittrekken zal door den weg, dien Gij hen henen zenden zult, en zullen tot den HEERE bidden naar den weg dezer stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb;

VersbegrippenPrincipes Van OorlogEen Plek Voor Gods Naam

En zij zich tot U bekeren, met hun ganse hart, en met hun ganse ziel, in het land hunner vijanden, die hen gevankelijk weggevoerd zullen hebben; en tot U bidden zullen naar den weg van hun land (hetwelk Gij hun vaderen gegeven hebt), naar deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis, dat ik Uw Naam gebouwd heb;

VersbegrippenGods Huis BouwenOprechtheidEen Plek Voor Gods Naam

En dat deze mijn woorden, waarmede ik voor den HEERE gesmeekt heb, mogen nabij zijn voor den HEERE, onzen God, dag en nacht; opdat Hij het recht van Zijn knecht uitvoere, en het recht van Zijn volk Israel, elkeen dagelijks op zijn dag.

VersbegrippenDag En Nacht Aanbidden

En de HEERE zeide tot hem: Ik heb uw gebed en uw smeking gehoord, die gij voor Mijn aangezicht smekende gedaan hebt; Ik heb dat huis geheiligd, hetwelk gij gebouwd hebt, opdat Ik Mijn Naam aldaar tot in eeuwigheid zette; en Mijn ogen en Mijn hart zullen daar zijn te allen dage.

VersbegrippenGoddelijk HartDe Groei Van Gelovigen In HeiligheidHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodHet Doel Van HeiligheidAntwoord Op GebedOntvankelijkheidGoddelijke WaakzaamheidGod Beantwoordde GebedGod Besteedt AandachtEen Plek Voor Gods NaamSmeekbede

En zo gij voor Mijn aangezicht wandelen zult, gelijk als uw vader David gewandeld heeft, met volkomenheid des harten, en met oprechtheid, om te doen naar al wat Ik u geboden heb, en Mijn inzettingen en Mijn rechten houden zult;

VersbegrippenDe Noden Van KinderenKinderen, Voorbeelden Van Goede OudersVolg De Geboden

Zo zal Ik den troon uws koninkrijks over Israel bevestigen in eeuwigheid; gelijk als Ik gesproken heb over uw vader David, zeggende: Geen man zal u afgesneden worden van den troon van Israel.

VersbegrippenTroonHet Koninkrijk Van SalomoKoningshuis

Maar zo gijlieden u te enen male afkeren zult, gij en uw kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden zult Mijn geboden en Mijn inzettingen, die Ik voor uw aangezicht gegeven heb; maar heengaan, en andere goden dienen, en u voor dezelve nederbuigen zult;

VersbegrippenAndere GodenAls Je de Geboden Niet Volgt

Zo zal Ik Israel uitroeien van het land, dat Ik hun gegeven heb, en dit huis, hetwelk Ik Mijn Naam geheiligd heb, zal Ik van Mijn aangezicht wegwerpen; en Israel zal tot een spreekwoord en spotrede zijn onder alle volken.

VersbegrippenVerlatenheidBedreigingenPlezierGrappen Maken

En zij zeide tot den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.

VersbegrippenVerwezenlijkingen

Ik heb die woorden niet geloofd, totdat ik gekomen ben, en mijn ogen dat gezien hebben; en zie, de helft is mij niet aangezegd; gij hebt met wijsheid, en goed overtroffen het gerucht, dat ik gehoord heb.

VersbegrippenBreuken, Een HalfNiet Geloven In MensenHelft Van De DingenRijke MensenRijkdom En Voorspoed

Daarom zeide de HEERE tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven.

VersbegrippenHet Verbond Breken

In uw dagen nochtans zal Ik dat niet doen, om uws vaders Davids wil, van de hand uws zoons zal Ik het scheuren.

VersbegrippenGoddelijke VertragingenOmwille Van Gods VolkGrootvaders

Doch Ik zal het gehele koninkrijk niet afscheuren; een stam zal Ik uw zoon geven, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, dat Ik verkoren heb.

VersbegrippenOmwille Van Gods Volk

Toen nu Hadad in Egypte hoorde, dat David met zijn vaderen ontslapen, en dat Joab, de krijgsoverste, dood was, zeide Hadad tot Farao: Laat mij gaan, dat ik in mijn land trekke.

En hij zeide tot Jerobeam: Neem u tien stukken; want alzo zegt de HEERE, de God Israels: Zie, Ik zal het koninkrijk van de hand van Salomo scheuren, en u tien stammen geven.

VersbegrippenPolitieke LeidersVoorspellenTien MensenTien DingenNoordelijk Koninkrijk Israël

Maar een stam zal hij hebben, om Mijns knechts Davids wil, en om Jeruzalems wil, de stad, die Ik verkoren heb uit alle stammen van Israel.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidDe Betekenis Van JeruzalemOmwille Van Gods Volk

Doch niets van dit koninkrijk zal Ik uit zijn hand nemen; maar Ik stel hem tot een vorst al de dagen zijns levens, om Mijns knechts Davids wil, dien Ik verkoren heb, die Mijn geboden en Mijn inzettingen gehouden heeft.

VersbegrippenHeersers

Maar uit de hand zijns zoons zal Ik het koninkrijk nemen; en Ik zal u daarvan tien stammen geven.

VersbegrippenTien MensenEerherstel

En zijn zoon zal Ik een stam geven; opdat Mijn knecht David altijd een lamp voor Mijn aangezicht hebbe in Jeruzalem, de stad, die Ik Mij verkoren heb, om Mijn Naam daar te stellen.

VersbegrippenStadDe Betekenis Van JeruzalemEen Plek Voor Gods Naam

Zo zal Ik u nemen, en gij zult regeren over al wat uw ziel zal begeren; en gij zult koning zijn over Israel.

En het zal geschieden, zo gij horen zult al wat Ik u zal gebieden, en in Mijn wegen zult wandelen, en doen wat recht in Mijn ogen is, houdende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht David gedaan heeft; dat Ik met u zal zijn, en u een bestendig huis bouwen, gelijk als Ik David gebouwd heb, en zal u Israel geven.

VersbegrippenEthiek En GratieGeboden in OTBouwenKoningenGod Zal Met Jou ZijnVolg De GebodenDe Dynastie Van David

En Ik zal om diens wil het zaad van David verootmoedigen; nochtans niet altijd.

VersbegrippenNederigheidGod Die Verontrust

Indien nu mijn vader een zwaar juk op u heeft doen laden, zo zal ik boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden.

VersbegrippenZwepenAfranselenZware LastSchorpioenenKwaad Toevoegen

En hij sprak tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Mijn vader heeft uw juk zwaar gemaakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geselen gekastijd, maar ik zal u met schorpioenen kastijden.

VersbegrippenMisbruik Van Macht, Voorbeelden VanJukAfranselenZware LastSchorpioenenKwaad Toevoegen

En de koning sprak tot den man Gods: Kom met mij naar huis, en sterk u, en ik zal u een geschenk geven.

VersbegrippenUitnodigingenVerfriste MensenVriendelijkheid

Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.

VersbegrippenFraudeVoorbeelden Van VastberadenheidHelft Van Bezittingen

En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.

VersbegrippenEikenIs Het Echt?

Doch hij zeide: Ik kan niet met u wederkeren, noch met u inkomen; ik zal ook geen brood eten, noch met u water drinken, in deze plaats.

En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. Doch hij loog hem.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogVoorbeelden Van LiegenVoorspellende LeugensZoals Goede MensenIndividuele ProfetenLiegen En BedrogLiegenEerherstel

Het geschiedde nu, nadat hij hem begraven had, dat hij sprak tot zijn zonen, zeggende: Als ik zal gestorven zijn, zo begraaft mij in dat graf, waarin de man Gods begraven is, en legt mijn beenderen bij zijn beenderen.

VersbegrippenHet GrafBenenEen Andere Zijn BegraafplaatsBegraafplaatsen

En Jerobeam zeide tot zijn huisvrouw: Maak u nu op, en verstel u, dat men niet merkte, dat gij Jerobeams huisvrouw zijt, en ga heen naar Silo, zie, daar is de profeet Ahia, die van mij gesproken heeft, dat ik koning zou zijn over dit volk.

VersbegrippenVermommingenJezelf Veranderen

En het geschiedde, als Ahia het geruis harer voeten hoorde, toen zij ter deure inkwam, dat hij zeide: Kom in, gij huisvrouw van Jerobeam! Waarom stelt gij u dus vreemd aan? Want ik ben tot u gezonden met een harde boodschap.

VersbegrippenGeluidDingen HorenDoen AlsofVoeten In Actie

Ga heen, zeg Jerobeam: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Daarom, dat Ik u verheven heb uit het midden des volks, en u tot een voorganger over Mijn volk Israel gesteld heb;

VersbegrippenNederigheidPromotieGod Verheft De Mens

Daarom, zie, Ik zal kwaad over het huis van Jerobeam brengen, en van Jerobeam uitroeien, wat mannelijk is, den beslotene en verlatene in Israel; en Ik zal de nakomelingen van het huis van Jerobeam wegdoen, gelijk de drek weggedaan wordt, totdat het ganselijk vergaan zij.

VersbegrippenDrek En MestOntlastingPlassenDood Van Alle MannenGod Zal Zijn Mensen Doden

Er is een verbond tussen mij en tussen u, tussen mijn vader en tussen uw vader; zie, ik zend u een geschenk, zilver en goud; ga heen, maak uw verbond te niet met Baesa, den koning van Israel, dat hij aftrekke van tegen mij.

VersbegrippenOnderhandelingLijst van koningen van Israël

Daarom, dat Ik u uit het stof verheven, en u tot een voorganger over Mijn volk Israel gesteld heb, en gij gewandeld hebt in den weg van Jerobeam, en Mijn volk Israel hebt doen zondigen, Mij tot toorn verwekkende door hun zonden;

VersbegrippenSlechte Koningen NabootsenGod Verheft De Mens

Zie, zo zal Ik de nakomelingen van Baesa, en de nakomelingen van zijn huis wegdoen; en Ik zal uw huis maken, gelijk het huis van Jerobeam, den zoon van Nebat.

En Elia, de Thisbiet, van de inwoneren van Gilead, zeide tot Achab: Zo waarachtig als de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord!

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodAanbidding Van Baäl, GeschiedenisVoorspellingen Van EliaLeven Van EliaDroogte, FysiekDauwLand Als Goddelijke VerantwoordelijkheidVol Van GebedRegenWeer Zoals In Gods OordeelDe Wonderen Van EliaKraaienImmigranten

En het zal geschieden, dat gij uit de beek drinken zult; en Ik heb de raven geboden, dat zij u daar onderhouden zullen.

VersbegrippenRavenSoorten VogelsGoddelijke RichtingWater DrinkenRivieren

Maak u op, ga heen naar Zarfath, dat bij Sidon is, en woon aldaar; zie, Ik heb daar een weduwvrouw geboden, dat zij u onderhoude.

VersbegrippenDroogte, FysiekMissie Van IsraëlWerk, Goddelijk En MenselijkGoddelijke RichtingWeduwes

Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke.

VersbegrippenWaterWater DrinkenBrandhoutSamenkomst

Maar zij zeide: Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven.

VersbegrippenBloemEenzaamheidOlijfolieKleine Dingen Die God GebruiktTonnenOntslag Tot De DoodBrandhoutStervenKoken

En zij zeide tot Elia: Wat heb ik met u te doen, gij man Gods? Zijt gij bij mij ingekomen, om mijn ongerechtigheid in gedachtenis te brengen, en om mijn zoon te doden?

VersbegrippenLiefde En De WereldGod Onthoudt ZondeWat Hebben We Gemeenschappelijk?Pogingen Om Bepaalde Mensen Te DodenMan Van GodHerdenking

En hij riep den HEERE aan, en zeide: HEERE, mijn God, hebt Gij dan ook deze weduwe, bij dewelke ik herberge, zo kwalijk gedaan, dat Gij haar zoon gedood hebt?

VersbegrippenHuilen Tot GodGeheim GebedGod DodendGod Doodt IndividuenTragedie

Toen zeide de vrouw tot Elia: Nu weet ik, dat gij een man Gods zijt, en dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is.

VersbegrippenEerlijkheidReacties Op WonderenMondenDoel Van Het SchriftGoddelijke SpraakWoord Van GodDe Feiten KennenMan Van GodGods Woord Is Waar

En het gebeurde na vele dagen, dat het woord des HEEREN geschiedde tot Elia, in het derde jaar, zeggende: Ga heen, vertoon u aan Achab; want Ik zal regen geven op den aardbodem.

VersbegrippenRegenGoddelijke RichtingGod Stuurde RegenMensen Bekend GemaaktGod Controleert De Regen

Hij zeide: Ik ben het; ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier.

VersbegrippenDat Ben IkIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

Maar hij zeide: Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft in de hand van Achab, dat hij mij dode?

VersbegrippenWelke Zonde?

En het mocht geschieden, wanneer ik van u zou weggegaan zijn, dat de Geest des HEEREN u wegnam, ik weet niet waarheen; en ik kwam, om dat Achab aan te zeggen, en hij vond u niet, zo zou hij mij doden; ik, uw knecht, nu vrees den HEERE van mijn jonkheid af.

VersbegrippenJeugdGoede Voorbeelden Van KinderenVoorbeelden Van Goddelijke AngstBegeleiding Van De Heilige GeestToegewijd Zijn Aan De JeugdGod Draagt MensenIndividuen Die God Vrezen

Is mijn heer niet aangezegd, wat ik gedaan heb, als Izebel de profeten des HEEREN doodde? Dat ik van de profeten des HEEREN honderd man heb verborgen, elk vijftig man in een spelonk, en die met brood en water onderhouden heb?

VersbegrippenSchool Van ProfetenDe Jaren VijftigHonderdMensen In GrottenProfeten DodenMensen Die Mensen VerbergenVermoorde ProfetenJezebel

En Elia zeide: Zo waarachtig als de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, ik zal voorzeker mij heden aan hem vertonen!

VersbegrippenVoorbeelden Van DurfVandaagMensen Bekend Gemaakt

Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt.

VersbegrippenVerlatenheidDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadTerechtwijzingGods Dingen VerzakenVolgelingen Van BaalVerontrustende Groepen Van Mensen

Dat men ons dan twee varren geve, en dat zij voor zich den enen var kiezen, en denzelven in stukken delen, en op het hout leggen, maar geen vuur daaraan leggen; en ik zal den anderen var bereiden, en op het hout leggen, en geen vuur daaraan leggen.

VersbegrippenVersneden DierenBrandhoutDingen KiezenTwee Dieren

Roept gij daarna den naam van uw god aan, en ik zal den Naam des HEEREN aanroepen; en de God, Die door vuur antwoorden zal, Die zal God zijn. En het ganse volk antwoordde en zeide: Dat woord is goed.

VersbegrippenGod AanroepenVuur Van De HemelGod Zal AntwoordenGods Zaken OnderscheidenGod Beantwoordde GebedenAntwoorden

Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.

VersbegrippenGeboden in OTDe Wonderen Van EliaWeten Dat Er Een God IsGenoemde Profeten Van De HeerDe Heer [Jahweh] Is GodOfferGods TimingGods Timing

Toen zond Izebel een bode tot Elia, om te zeggen: Zo doen mij de goden, en doen zo daartoe, voorzeker, ik zal morgen omtrent dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersBoodschapperDe Aard Van VervolgingLevens Van ProfetenVoorbeelden Van WraakHandelingen Van De Mens MorgenProfeten DodenJezebel

En hij zeide: Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israels hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen.

VersbegrippenVoorbeelden Van TrouwGretigheidLevens Van ProfetenAfwijzing Van GodVernietiging Van De TempelProfeten DodenGods Dingen VerzakenEnige OverlevendenEnkel 1 PersoonHet Verbond Breken

Ook heb Ik in Israel doen overblijven zeven duizend, alle knieen, die zich niet gebogen hebben voor Baal, en allen mond, die hem niet gekust heeft.

VersbegrippenKus Van KwaadValse GodenVoorbeelden Van TrouwKussendRestZevenduizendBuigen Voor Valse GodenOverlevenden Van Israël

En hij verliet de runderen, en liep Elia na, en zeide: Dat ik toch mijn vader en mijn moeder kusse, daarna zal ik u navolgen. En hij zeide tot hem: Ga, keer weder; want wat heb ik u gedaan?

VersbegrippenMensen Die KussenKussendLiefde En De WereldRespect Voor MensenOnberispelijke DienstScheiden Van OudersIndividuen Die LopenAfscheid Nemen

En de koning van Israel antwoordde en zeide: Naar uw woord, mijn heer de koning, ik ben uwe, en al wat ik heb.

VersbegrippenAfhankelijkheid

Public domain