140 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Ik' in de Bijbel

En David zeide tot hem: Van waar komt gij? En hij zeide tot hem: Ik ben ontkomen uit het heirleger van Israel.

VersbegrippenOntsnappen, Fysieke DingenVoorbeelden Van OntsnappenOntsnappen Aan MensenWaar Vandaan?

Toen zeide de jongen, die hem de boodschap bracht: Ik kwam bij geval op het gebergte van Gilboa; en ziet, Saul leunde op zijn spies; en ziet, de wagens en ritmeesters hielden dicht op hem.

VersbegrippenStrijdwagensKansAanval Met StrijdwagensAndere Ondersteuning

Zo zag hij achter zich om, en zag mij, en hij riep mij, en ik zeide: Zie, hier ben ik.

VersbegrippenZie Mij!Ontbiedende Koningen

En hij zeide tot mij: Wie zijt gij? En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.

VersbegrippenWie Is Dit?

Zo stond ik bij hem, en doodde hem; want ik wist, dat hij na zijn val niet leven zou; en ik nam de kroon, die op zijn hoofd was, en het armgesmijde, dat aan zijn arm was, en heb ze hier tot mijn heer gebracht.

VersbegrippenArmbandenHoofdenHoofdbedekkingOrnamentenKoningen Doden

Voorts zeide David tot den jongen, die hem de boodschap gebracht had: Van waar zijt gij? En hij zeide: Ik ben de zoon van een vreemden man, van een Amalekiet.

VersbegrippenWaar Vandaan?

En David zeide tot hem: Uw bloed zij op uw hoofd; want uw mond heeft tegen u getuigd, zeggende: ik heb den gezalfde des HEEREN gedood.

VersbegrippenBloed, Figuurlijk GebruiktHoofdenDe Gezalfde Van De HeerKoningen DodenGetuigen Tegen ZichzelfVerraders

En het geschiedde daarna, dat David den HEERE vraagde, zeggende: Zal ik optrekken in een der steden van Juda? En de HEERE zeide tot hem: Trek op. En David zeide: Waarheen zal ik optrekken? En Hij zeide: Naar Hebron.

VersbegrippenOntvangen Van Gods AdviesNavraag Doen Bij GodVragenVoorbeelden Van Gods BegeleidingGebed Als Vraag Voor GodStammen Van IsraëlBeantwoord Gebed

Zo doe nu de HEERE aan u weldadigheid en trouw! En ik ook, ik zal aan u dit goede doen, dewijl gij deze zaak gedaan hebt.

VersbegrippenWaarderingGoedheidToewijding

Toen zag Abner achter zich om, en zeide: Zijt gij dit, Asahel? En hij zeide: Ik ben het.

VersbegrippenIs Het Echt?Dat Ben Ik

Toen voer Abner wijders voort, zeggende tot Asahel: Wijkt af van achter mij; waarom zal ik u ter aarde slaan? Hoe zou ik dan mijn aangezicht opheffen voor uw broeder Joab?

Toen ontstak Abner zeer over Isboseths woorden, en zeide: Ben ik dan een hondskop, ik, die tegen Juda, aan het huis van Saul, uw vader, aan zijn broederen en aan zijn vrienden, heden weldadigheid doe, en u niet overgeleverd heb in Davids hand, dat gij heden aan mij onderzoekt de ongerechtigheid ener vrouw?

VersbegrippenBlaamMenselijke WoedeTrouwOvertredingGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op AnderenMensen Van Juda

God doe Abner zo, en doe hem zo daartoe! Voorzeker, gelijk als de HEERE aan David gezworen heeft, dat ik even alzo aan hem zal doen.

VersbegrippenGod Die Zegeningen Vloekt

En hij zeide: Wel, ik zal een verbond met u maken; doch een ding begeer ik van u, zeggende: Gij zult mijn aangezicht niet zien, tenzij dat gij Michal, Sauls dochter, te voren inbrengt, als gij komt om mijn aangezicht te zien.

Ook zond David boden tot Isboseth, den zoon van Saul, zeggende: Geef mij mijn huisvrouw Michal, die ik mij met honderd voorhuiden der Filistijnen ondertrouwd heb.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersVoorhuidenBruidschatVerlovingGewoonten In Verband Met Het HuwelijkHet Hof MakenVerbintenisHonderd

Zo doet het nu; want de HEERE heeft tot David gesproken, zeggende: Door de hand van David, Mijn knecht, zal Ik Mijn volk Israel verlossen van de hand der Filistijnen, en van de hand van al hun vijanden.

VersbegrippenDe Aard Van BedieningDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenIndividuen Die Anderen Redden

Toen zeide Abner tot David: Ik zal mij opmaken, en heengaan, en vergaderen gans Israel tot mijn heer, den koning, dat zij een verbond met u maken, en gij regeert over alles, wat uw ziel begeert. Alzo liet David Abner gaan, en hij ging in vrede.

VersbegrippenVerbondsrelatiesKoningen Maken

Als David dat daarna hoorde, zo zeide hij: Ik ben onschuldig, en mijn koninkrijk, bij den HEERE, tot in eeuwigheid, van het bloed van Abner, den zoon van Ner.

VersbegrippenPleidooi Van Onschuld

Daarna kwam al het volk, om David brood te doen eten, als het nog dag was; maar David zwoer, zeggende: God doe mij zo, en doe er zo toe, indien ik voor het ondergaan der zon brood of iets smake!

VersbegrippenOvertuigingMenselijke BeloftesSmaakZonsondergangZweren Om Te Vasten

Maar ik ben heden teder, en gezalfd ten koning, en deze mannen, de zonen van Zeruja, zijn harder dan ik; de HEERE zal den boosdoener vergelden naar zijn boosheid.

VersbegrippenKwaadwilligenZalving Van KoningenGeen Kracht Meer

Dewijl ik hem, die mij boodschapte, zeggende: Zie, Saul is dood; daar hij in zijn ogen was als een, die goede boodschap bracht, nochtans gegrepen en te Ziklag gedood heb, hoewel hij meende, dat ik hem bodenloon zou geven;

VersbegrippenNieuwsGoed Nieuws

Hoeveel te meer, wanneer goddeloze mannen een rechtvaardigen man in zijn huis op zijn slaapstede hebben gedood? Nu dan, zou ik zijn bloed van uw handen niet eisen, en u van de aarde wegdoen?

VersbegrippenBedden

Zo vraagde David den HEERE, zeggende: Zal ik optrekken tegen de Filistijnen? Zult Gij ze in mijn hand geven? En de HEERE zeide tot David: Trek op, want Ik zal de Filistijnen zekerlijk in uw hand geven.

VersbegrippenNavraag Doen Bij GodGoddelijke RichtingDe Naties AangevallenDoor Iemand Bij De Hand Genomen WordenRichting

Maar David zeide tot Michal: Voor het aangezicht des HEEREN, Die mij verkoren heeft voor uw vader en voor zijn ganse huis, mij instellende tot een voorganger over het volk des HEEREN, over Israel; ja, ik zal spelen voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidHeersersSaul En DavidGods Verkiezing Van DavidVieringVieren

Ook zal ik mij nog geringer houden dan alzo, en zal nederig zijn in mijn ogen, en met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden.

VersbegrippenZich Vernederen

Zo zeide de koning tot den profeet Nathan: Zie toch, ik woon in een cederen huis, en de ark Gods woont in het midden der gordijnen.

VersbegrippenFunctie Van De Ark Des VerbondsCederEigendom, HuizenTentenGods Huis BouwenKoninklijke HuizenDe Rondreizende ArkCederhoutGenoemde Profeten Van De Heer

Want Ik heb in geen huis gewoond, van dien dag af, dat Ik de kinderen Israels uit Egypte opvoerde, tot op dezen dag; maar Ik heb gewandeld in een tent en in een tabernakel.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGod Haalt Israël Uit EgypteVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek Gaan

Overal, waar Ik met al de kinderen Israels heb gewandeld, heb Ik wel een woord gesproken met een der stammen Israels, dien Ik bevolen heb Mijn volk Israel te weiden, zeggende: Waarom bouwt gij Mij niet een cederen huis?

VersbegrippenCederHerders Als Koningen En LeidersCederhout

Nu dan, alzo zult gij tot Mijn knecht, tot David, zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u genomen van de schaapskooi, van achter de schapen, dat gij een voorganger zoudt zijn over Mijn volk, over Israel.

VersbegrippenNederigheidDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenPromotieNooit Meer De Kudde HoedenSaul En DavidDienend Leiderschap

En Ik ben met u geweest, overal, waar gij gegaan zijt, en heb al uw vijanden voor uw aangezicht uitgeroeid; en Ik heb u een groten naam gemaakt, als den naam der groten, die op de aarde zijn.

VersbegrippenGod Met Specifieke MensenBron Van EerKwaliteiten Van Leiderschap

En Ik heb voor Mijn volk, voor Israel, een plaats besteld, en hem geplant, dat hij aan zijn plaats wone, en niet meer heen en weder gedreven worde; en de kinderen der verkeerdheid zullen hem niet meer verdrukken, gelijk als in het eerst.

VersbegrippenDe Houding Van God Tegenover WreedheidBeginGod, De AanbiederVerontrustende Groepen Van MensenGods Volk PlantteVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek Gaan

En van dien dag af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel. Doch u heb Ik rust gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen, dat de HEERE u een huis maken zal.

VersbegrippenEigendom, HuizenTijd Van Vrede

Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen.

VersbegrippenLichaamChristus, Het Zaad VanPolitieke LeidersSlaap En DoodDe Voorspellingen Van Jezus ChristusNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortHet Koninkrijk Van Salomo

Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid.

VersbegrippenVaststellenHeiligdommenChristus Die Eeuwig HeerstGods Huis BouwenHet Koninkrijk Van Salomo

Ik zal hem zijn tot een Vader, en hij zal Mij zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem met een mensenroede en met plagen der mensenkinderen straffen.

VersbegrippenGeselingGoddelijke DisciplineKastijdingDe Invloed Van God KennenMenselijke En Goddelijke HeerschappijBestraffing Door GodZonen Van GodSpirituele AdoptieAdoptieOuders Die Fout Zijn

Maar Mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen heb van Saul, dien Ik van voor uw aangezicht heb weggenomen.

VersbegrippenWaarschuwingen Tegen AfvalligheidVoorbeelden Van Afvalligheid OTAfzettenGod Toonde Zijn Liefdevolle VriendelijkheidSaul

Toen ging de koning David in, en bleef voor het aangezicht des HEEREN, en hij zeide: Wie ben ik, Heere HEERE, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt?

VersbegrippenNederigheidBescheidenheidAdvies Voor Effectief GebedPraktische Zaken Omtrent Het GebedZittenMensen Die NeerzittenIk Ben OnbelangrijkFamilie LiefdeLiefde En FamilieMindfulness

Want Gij, HEERE der heirscharen, Gij, God Israels! Gij hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, zeggende: Ik zal u een huis bouwen; daarom heeft Uw knecht in zijn hart gevonden, dit gebed tot U te bidden.

VersbegrippenDe Openbaring Van GodDe Aard Van God KennenDe Dynastie Van David

En David zeide: Is er nog iemand die overgebleven is van het huis van Saul, dat ik weldadigheid aan hem doe, om Jonathans wil?

VersbegrippenHet Karakter Van DavidGebarenBehulpzaamHuizenDankbaarheidFamilie En VriendenGrootvadersSaul

En de koning zeide: Is er nog iemand van het huis van Saul, dat ik Gods weldadigheid bij hem doe? Toen zeide Ziba tot den koning: Er is nog een zoon van Jonathan, die geslagen is aan beide voeten.

VersbegrippenKreupelenKreupelheidVoorbeelden Van Vaderloos

En David zeide tot hem: Vrees niet, want ik zal zekerlijk weldadigheid bij u doen, om uws vaders Jonathans wil; en ik zal u alle akkers van uw vader Saul wedergeven; en gij zult geduriglijk brood eten aan mijn tafel.

VersbegrippenGrootoudersHerstelTeruggaveWelwillendheidDingen HerstellenGrootvadersGeruststelling

Toen boog hij zich, en zeide: Wat is uw knecht, dat gij omgezien hebt naar een doden hond, als ik ben?

VersbegrippenHondenBuigen Voor DavidIk Ben Onbelangrijk

Toen riep de koning Ziba, Sauls jongen, en zeide tot hem: Al wat Saul gehad heeft, en zijn ganse huis, heb ik den zoon uws heren gegeven.

VersbegrippenAan Anderen Geven

Toen zeide David: Ik zal weldadigheid doen aan Hanun, den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid aan mij gedaan heeft. Zo zond David heen, om hem door den dienst zijner knechten te troosten over zijn vader. En de knechten van David kwamen in het land van de kinderen Ammons.

VersbegrippenGoede VriendenAfgezantMedeleven

En hij zeide: Zo de Syriers mij te sterk zullen zijn, zo zult gij mij komen verlossen; en zo de kinderen Ammons u te sterk zullen zijn, zo zal ik komen om u te verlossen.

VersbegrippenMensen Die Helpen

En die vrouw werd zwanger; zo zond zij henen, en liet David weten, en zeide: Ik ben zwanger geworden.

VersbegrippenEen Baby Verwachten

En Uria zeide tot David: De ark, en Israel, en Juda blijven in de tenten; en mijn heer Joab, en de knechten mijns heren zijn gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om te eten en te drinken, en bij mijn huisvrouw te liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen zal!

VersbegrippenKampen1 LichaamStammen Van IsraëlAfwezigheid Van SexDe Rondreizende Ark

Toen zeide David tot Uria: Blijf ook heden hier, zo zal ik u morgen afzenden. Alzo bleef Uria te Jeruzalem, dien dag en den anderen dag.

Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u ten koning gezalfd over Israel, en Ik heb u uit Sauls hand gered;

VersbegrippenFoutenVoorbeelden Van MoedZalving Van Koningen

En Ik heb u uws heren huis gegeven, daartoe uws heren vrouwen in uw schoot, ja, Ik heb u het huis van Israel en Juda gegeven; en indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe doen.

VersbegrippenConcubinesStammen Van IsraëlZegen ToevoegenGod Geeft VrijelijkVrouwen Overdragen

Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon.

VersbegrippenHaat Tussen VerwantenGedurende De DagGod Zal Kwaad BrengenVrouwen OverdragenRelatieproblemenGrootvaders

Want gij hebt het in het verborgen gedaan; maar Ik zal deze zaak doen voor gans Israel, en voor de zon.

VersbegrippenIn Het Geheim HandelenGedurende De DagDingen Manifesteren

En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb ik gevast en geweend; want ik zeide: Wie weet, de HEERE zou mij mogen genadig zijn, dat het kind levend bleve.

VersbegrippenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenDe Dood Van Baby's

Maar nu is het dood, waarom zou ik nu vasten? Zal ik hem nog kunnen wederhalen? Ik zal wel tot hem gaan, maar hij zal tot mij niet wederkomen.

VersbegrippenOntslagLeeftijd Van VerantwoordingHoe Dood Onontkoombaar IsNabijheid Van De DoodDe Dood NadertZinloos VastenVastenDood Van Een KindVerlies Van Een Geliefde

Toen zond Joab boden tot David, en zeide: Ik heb gekrijgd tegen Rabba, ook heb ik de waterstad ingenomen.

VersbegrippenUitgestuurde Boodschappers

Zo verzamel gij nu het overige des volks, en beleger de stad, en neem ze in; opdat niet, zo ik de stad zou innemen, mijn naam over haar uitgeroepen worde.

VersbegrippenMensen Die Dingen Benoemen

Die zeide tot hem: Waarom zijt gij van morgen tot morgen zo mager, gij koningszoon, zult gij het mij niet te kennen geven? Toen zeide Amnon tot hem: Ik heb Thamar, de zuster van mijn broeder Absalom, lief.

VersbegrippenMannen En Vrouwen Die LiefhaddenAndere Verdrietige Mensen

En Jonadab zeide tot hem: Leg u op uw leger, en maak u krank; als dan uw vader zal komen om u te zien, zo zult gij tot hem zeggen: Dat toch mijn zuster Thamar kome, dat zij mij met brood spijzige, en de spijze voor mijn ogen toemake, opdat ik het aanzie, en van haar hand ete.

VersbegrippenNeerliggen Om Te RustenDoen AlsofZieke Individuen

Amnon dan legde zich, en maakte zich krank. Toen nu de koning kwam om hem te zien, zeide Amnon tot den koning: Dat toch mijn zuster Thamar kome, dat zij twee koekjes voor mijn ogen toemake, en ik van haar hand ete.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogCakesDoen AlsofZieke Individuen

Toen zeide Amnon tot Thamar: Breng de spijze in de kamer, dat ik van uw hand ete; zo nam Thamar de koekjes, die zij gemaakt had, en bracht ze haar broeder Amnon in de kamer.

VersbegrippenSlaapkamersPrivé Kamers

Want ik, waarhenen zou ik mijn schande brengen? En gij, gij zoudt zijn als een der dwazen in Israel; zo spreek toch nu tot den koning, want hij zal mij van u niet onthouden.

VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkGeteld Als DwazenSchaamte Zal Aankomen

Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden; vreest niet; is het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper.

VersbegrippenFeestenUitgevoerde MoordenWijnMoedDronken PersonenWees Moedig!

En de koning zeide tot haar: Wat is u? En zij zeide: Zekerlijk, ik ben een weduwvrouw, en mijn man is gestorven.

VersbegrippenWerkelijke Weduwen

Toen zeide de koning tot deze vrouw: Ga naar uw huis, en ik zal voor u gebieden.

VersbegrippenDe Bevelen Van De Koning

Nu dan, dat ik gekomen ben, om ditzelve woord tot den koning, mijn heer, te spreken, is omdat het volk mij vreesachtig gemaakt heeft; zo zeide uw dienstmaagd: Ik zal nu tot den koning spreken; misschien zal de koning het woord zijner dienstmaagd doen.

Toen antwoordde de koning, en zeide tot de vrouw: Verberg nu niet voor mij de zaak, die ik u vragen zal. En de vrouw zeide: Mijn heer de koning spreke toch.

VersbegrippenMensen BeantwoordenDingen Die Onthuld Worden

Dat ik de gestalte dezer zaak alzo omwenden zou, zulks heeft uw knecht Joab gedaan; doch mijn heer is wijs, naar de wijsheid van een Engel Gods, om te merken alles, wat op de aarde is.

VersbegrippenDe Aard Van Menselijke WijsheidMenselijk Belang Van WijsheidDe Engel Van GodZoals Engelen

Toen zeide de koning tot Joab: Zie nu, ik heb deze zaak gedaan; zo ga henen, haal den jongeling Absalom weder.

VersbegrippenHerstel Van Mensen

Toen viel Joab op zijn aangezicht ter aarde, en boog zich, en dankte den koning; en Joab zeide: Heden heeft uw knecht gemerkt, dat ik genade gevonden heb in uw ogen, mijn heer koning! Omdat de koning het woord van zijn knecht gedaan heeft.

VersbegrippenBuigen Voor David

En Absalom zeide tot Joab: Zie, ik heb tot u gezonden, zeggende: Kom herwaarts, dat ik u tot den koning zende, om te zeggen: Waarom ben ik van Gesur gekomen? Het ware mij goed, dat ik nog daar ware; nu dan, laat mij het aangezicht des konings zien; is er dan nog een misdaad in mij, zo dode hij mij.

VersbegrippenMensen Die BezoekenAnderen Die OproepenGoedkeuring Voor Zelfdoding

Voorts zeide Absalom: Och, dat men mij ten rechter stelde in het land! Dat alle man tot mij kwame, die een geschil of rechtzaak heeft, dat ik hem recht sprake.

VersbegrippenRechtersVoorbeelden Van Wereldlijke AmbitieMan Die Aanduidt

Ten einde nu van veertig jaren is het geschied, dat Absalom tot den koning zeide: Laat mij toch heengaan, en mijn gelofte, die ik den HEERE beloofd heb, te Hebron betalen.

Want uw knecht heeft een gelofte beloofd, als ik te Gesur in Syrie woonde, zeggende: Indien de HEERE mij zekerlijk weder te Jeruzalem zal brengen, zo zal ik den HEERE dienen.

VersbegrippenHerstel Van Mensen

Gisteren zijt gij gekomen, en heden zou ik u met ons omvoeren om te gaan? Zo ik toch gaan moet, waarheen ik gaan kan, keer weder; en breng uw broederen wederom; weldadigheid en trouw zij met u.

VersbegrippenZwervers

Toen zeide de koning tot Zadok: Breng de ark Gods weder in de stad; indien ik genade zal vinden in des HEEREN ogen, zo zal Hij mij wederhalen, en zal ze mij laten zien, mitsgaders Zijn woning.

VersbegrippenDe Ark In JeruzalemHerstel Van Mensen

Maar indien Hij alzo zal zeggen: Ik heb geen lust tot u; zie, hier ben ik, Hij doe mij, zo als het in Zijn ogen goed is.

VersbegrippenOntslagGod Niet BehagenGods Wil Geschiedt

Zie, ik zal vertoeven in de vlakke velden der woestijn, totdat er een woord van ulieden kome, dat men mij aanzegge.

VersbegrippenWachtenMensen Die WachtenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Maar zo gij weder in de stad gaat, en tot Absalom zegt: Uw knecht, ik zal des konings zijn; ik ben wel uws vaders knecht van te voren geweest, maar nu zal ik uw knecht zijn; zo zoudt gij mij den raad van Achitofel te niet maken.

Zo zeide de koning tot Ziba: Zie, het zal het uwe zijn alles wat Mefiboseth heeft. En Ziba zeide: Ik buig mij neder, laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer koning!

VersbegrippenConfiscatieBuigen Voor DavidBezit Nemen

Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan?

VersbegrippenWat Hebben We Gemeenschappelijk?De Goddeloze VervloekenGods Bevelen

En Husai zeide tot Absalom: Neen, maar welken de HEERE verkiest, en al dit volk, en alle mannen van Israel, diens zal ik zijn, en bij hem zal ik blijven.

VersbegrippenKameraadschapMensen KiezenMensen Die Andere Dingen Bezitten

En ten andere, wien zou ik dienen? Zou het niet zijn voor het aangezicht zijns zoons? Gelijk als ik voor het aangezicht uws vaders gediend heb, alzo zal ik voor uw aangezicht zijn.

VersbegrippenDienaren Van De Mens

Voorts zeide Achitofel tot Absalom: Laat mij nu twaalf duizend mannen uitlezen, dat ik mij opmake en David dezen nacht achterna jage.

VersbegrippenRaadgeversNummer TwaalfNastrevenElf Tot Negentien Duizend

Zo zal ik over hem komen, daar hij moede en slap van handen is, en zal hem verschrikken, en al het volk, dat met hem is, zal vluchten; dan zal ik den koning alleen slaan.

VersbegrippenIsraël Op De VluchtEnkel 1 PersoonDoden Zal GebeurenMoe Worden Tijdens De VluchtMoe

En ik zal al het volk tot u doen wederkeren; de man, dien gij zoekt, is gelijk het wederkeren van allen; zo zal al het volk in vrede zijn.

VersbegrippenHerstel Van Mensen

Maar ik rade, dat in alle haast tot u verzameld worde gans Israel, van Dan tot Ber-seba toe, als zand, dat aan de zee is, in menigte; en dat uw persoon medega in den strijd.

VersbegrippenZandConstructie IsraëlEnkel Handelen Voor ZichzelfVelen In Israël

En Husai zeide tot Zadok en tot Abjathar, de priesters: Alzo en alzo heeft Achitofel Absalom en den oudsten van Israel geraden, maar alzo en alzo heb ik geraden.

Voorts zond David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den zoon van Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. En de koning zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden uittrekken.

VersbegrippenBreuken, Een DerdeSamen VechtenIn Drie Groepen Verdelen

Toen zeide de koning tot hen: Ik zal doen, wat goed is in uw ogen. De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het volk trok uit bij honderden en bij duizenden.

VersbegrippenIn De Poort Staan

Als dat een man zag, zo gaf hij het Joab te kennen, en zeide: Zie, ik heb Absalom zien hangen aan een eik.

VersbegrippenVertellen Over Situaties Van Mensen

Maar die man zeide tot Joab: En of ik al duizend zilverlingen op mijn handen mocht wegen, zo zou ik mijn hand aan des konings zoon niet slaan; want de koning heeft u, en Abisai, en Ithai, voor onze oren geboden, zeggende: Hoedt u, wie gij zijt, van den jongeling, van Absalom.

VersbegrippenFraudeMunstelselDe Bevelen Van De Koning

Of ik al valselijk tegen mijn ziel handelde, zo zou toch geen ding voor den koning verborgen worden; ook gij zelf zoudt er u van tegenover stellen.

VersbegrippenDingen Die Onthuld WordenOntrouw

Toen zeide Joab: Ik zal hier bij u alzo niet vertoeven; en hij nam drie pijlen, en stak ze in Absaloms hart, daar hij nog levend was in het midden van den eik.

VersbegrippenUitgevoerde MoordenMenselijk HartSperenPiercingsDrie Andere Dingen

Absalom nu had genomen, en in zijn leven voor zich opgericht een pilaar, die in het koningsdal is; want hij zeide: Ik heb geen zoon, om aan mijn naam te doen gedenken; en hij had dien pilaar genoemd naar zijn naam; daarom wordt hij tot op dezen dag genoemd: Absaloms hand.

VersbegrippenZuilenVoorbeelden Van Wereldlijke AmbitieMonumentenMensen Die Dingen Benoemen

Voorts zeide de wachter: Ik zie den loop des eersten aan, als den loop van Ahimaaz, Zadoks zoon. Toen zeide de koning: Dat is een goed man, en hij zal met een goede boodschap komen.

VersbegrippenGoed NieuwsRennen Met NieuwsGoed Nieuws

Toen zeide de koning: Is het wel met den jongeling, met Absalom? En Ahimaaz zeide: Ik zag een groot rumoer, als Joab, den knecht des konings, en mij uw knecht afzond, maar ik weet niet wat.

VersbegrippenVerwarringZorgDienstbaarheid In De Maatschappij

Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

VersbegrippenHet Karakter Van DavidHuilenDe Noden Van KinderenOorzaken Van WanhoopMeemaken Van VerliesIntimiteitEenzaamheidRouwenSpijtTrappenEmotionele Aspecten Van LijdenHuilenKinderen, Ouderlijke LiefdeWoorden DuplicerenVerlangen Naar De DoodDe Bovenste KamersDe Dood Van Anderen BerouwenLiefde Voor Kinderen

Liefhebbende die u haten, en hatende die u liefhebben; want gij geeft heden te kennen, dat oversten en knechten bij u niets zijn; want ik merk heden, dat zo Absalom leefde, en wij heden allen dood waren, dat het alsdan recht zou zijn in uw ogen.

VersbegrippenTegenstrijdigheidVerlangen Naar De DoodAndere Onbelangrijke MensenIndividuen Haten

Public domain