'Komt' in de Bijbel
Zo zal Ik ook in ulieder verderf lachen; Ik zal spotten, wanneer uw vreze komt.
Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;
Want de HEERE geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand.
Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.
Want door een vrouw, die een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.
Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb.
Als de hovaardigheid komt, zal de schande ook komen; maar met de ootmoedigen is wijsheid.
De rechtvaardige wordt uit benauwdheid bevrijd; en de goddeloze komt in zijn plaats.
De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens.
Als de goddeloze komt, komt ook de verachting en met schande versmaadheid.
Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.
Die den arme verdrukt, om het zijne te vermeerderen, en den rijke geeft, komt zekerlijk tot gebrek.
Het komt den koningen niet toe, o Lemuel! het komt den koningen niet toe wijn te drinken, en den prinsen, sterken drank te begeren;