'Meer' in de Bijbel
Die verlangen naar den dood, maar hij is er niet; en graven daarnaar meer dan naar verborgene schatten;
Het oog desgenen, die mij nu ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet meer zijn.
Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet meer kennen.
Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen.
Uw haters zullen met schaamte bekleed worden; en de tent der goddelozen zal niet meer zijn.
De wateren verlopen uit een meer, en een rivier droogt uit en verdort;
Alzo ligt de mens neder, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hun slaap opgewekt worden.
Hoeveel te meer is een man gruwelijk en stinkende, die het onrecht indrinkt als water?
Het oog, dat hem zag, zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet meer aanschouwen.
Het gebod Zijner lippen heb ik ook niet weggedaan; de redenen Zijns monds heb ik meer dan mijn bescheiden deel weggelegd.
De baarmoeder vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken als een hout.
Zo ontstak de toorn van Elihu, den zoon van Baracheel, den Buziet, van het geslacht van Ram; tegen Job werd zijn toorn ontstoken, omdat hij zijn ziel meer rechtvaardigde dan God.
Zij zijn ontzet, zij antwoorden niet meer; zij hebben de woorden van zich verzet.
Ik heb dan gewacht, maar zij spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer.
Opdat de huichelachtige mens niet meer regere, en geen strikken des volks zijn.
Behalve wat ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen.
Want gij hebt gezegd: Wat zou zij u baten? Wat meer voordeel zal ik daarmede doen, dan met mijn zonde?
Zult gij met hem spelen gelijk met een vogeltje, of zult gij hem binden voor uw jonge dochters? [ (Job 40:25) Zullen de metgezellen over hem een maaltijd bereiden? Zullen zij hem delen onder de kooplieden? ] [ (Job 40:26) Zult gij zijn huid met haken vullen, of met een visserskrauwel zijn hoofd? ] [ (Job 40:27) Leg uw hand op hem, gedenk des strijds, doe het niet meer. ] [ (Job 40:28) Zie, zijn hoop zal feilen; zal hij ook voor zijn gezicht nedergeslagen worden? ]
En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (16)
- Exodus (11)
- Leviticus (2)
- Numberi (6)
- Deuteronomium (13)
- Jozua (6)
- Richteren (8)
- 1 Samuël (15)
- 2 Samuël (17)
- 1 Koningen (8)
- 2 Koningen (8)
- 1 Kronieken (8)
- 2 Kronieken (8)
- Nehemia (2)
- Esther (2)
- Job (19)
- Psalmen (16)
- Spreuken (14)
- Prediker (13)
- Hooglied (2)
- Jesaja (46)
- Jeremia (32)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (54)
- Daniël (3)
- Hosea (7)
- Joël (4)
- Amos (5)
- Jona (1)
- Micha (2)
- Nahum (5)
- Zefanja (3)
- Haggaï (38)
- Zacharia (7)
- Maleachi (1)