'Ogen' in de Bijbel
Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.
Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen?
Dit gezegd hebbende, spoog Hij op de aarde, en maakte slijk uit dat speeksel, en streek dat slijk op de ogen des blinden;
Hij antwoordde en zeide: De Mens, genaamd Jezus, maakte slijk, en bestreek mijn ogen, en zeide tot mij: Ga heen naar het badwater Siloam, en was u. En ik ging heen, en wies mij, en ik werd ziende.
En het was sabbat, als Jezus het slijk maakte, en zijn ogen opende.
De Farizeen dan vraagden hem ook wederom, hoe hij ziende geworden was. En hij zeide tot hen: Hij legde slijk op mijn ogen, en ik wies mij, en ik zie.
Zij zeiden wederom tot den blinde: Gij, wat zegt gij van Hem; dewijl Hij uw ogen geopend heeft? En hij zeide: Hij is een Profeet.
Maar hoe hij nu ziet, weten wij niet; of wie zijn ogen geopend heeft, weten wij niet; hij heeft zijn ouderdom, vraagt hemzelven; hij zal van zichzelven spreken.
En zij zeiden wederom tot hem: Wat heeft Hij u gedaan? Hoe heeft Hij uw ogen geopend?
De mens antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers wat wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en nochtans heeft Hij mijn ogen geopend.
Van alle eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen ogen geopend heeft.
Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden eens bezetenen; kan ook de duivel der blinden ogen openen?
En sommigen uit hen zeiden: Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware?
Zij namen dan den steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt.
Hij heeft hun ogen verblind, en hun hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan, en zij bekeerd worden, en Ik hen geneze.
Dit heeft Jezus gesproken, en Hij hief Zijn ogen op naar den hemel, en zeide: Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (64)
- Exodus (21)
- Leviticus (10)
- Numberi (31)
- Deuteronomium (45)
- Jozua (11)
- Richteren (18)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (38)
- 2 Samuël (35)
- 1 Koningen (31)
- 2 Koningen (44)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (29)
- Ezra (2)
- Nehemia (3)
- Esther (12)
- Job (32)
- Psalmen (57)
- Spreuken (40)
- Prediker (7)
- Hooglied (7)
- Jesaja (40)
- Jeremia (42)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (49)
- Daniël (9)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Amos (2)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (13)
- Maleachi (2)