'Ogen' in de Bijbel
Zekerlijk, het net wordt tevergeefs gespreid voor de ogen van allerlei gevogelte;
En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.
Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den HEERE, en wijk van het kwade.
Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.
Laat ze niet wijken van uw ogen, behoud ze in het midden uws harten.
Laat uw ogen rechtuit zien, en uw oogleden zich recht voor u heen houden.
Want eens iegelijks wegen zijn voor de ogen des HEEREN, en Hij weegt al zijne gangen.
Laat uw ogen geen slaap toe, noch uw oogleden sluimering.
Wenkt met zijn ogen, spreekt met zijn voeten, leert met zijn vingeren;
Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten;
Bewaar mijn geboden, en leef, en mijn wet als den appel uwer ogen.
Gelijk edik den tanden, en gelijk rook den ogen is zo is de luie dengenen, die hem uitzenden.
De weg des dwazen is recht in zijn ogen; maar die naar raad hoort, is wijs.
De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden.
Het licht der ogen verblijdt het hart; een goed gerucht maakt het gebeente vet.
Alle wegen des mans zijn zuiver in zijn ogen; maar de HEERE weegt de geesten.
Hij sluit zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende, volbrengt hij het kwaad.
Het geschenk is in de ogen zijner heren een aangenaam gesteente; waarhenen het zich zal wenden, zal het wel gedijen.
In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.
Een koning, zittende op den troon des gerichts, verstrooit alle kwaad met zijn ogen.
Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood.
Alle weg des mensen is recht in zijn ogen; maar de HEERE weegt de harten.
Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der goddelozen, zijn zonde.
De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.
De ogen des HEEREN bewaren de wetenschap; maar de zaken des trouwelozen zal Hij omkeren.
Zult gij uw ogen laten vliegen op hetgeen niets is? Want het zal zich gewisselijk vleugelen maken gelijk een arend, die naar den hemel vliegt.
Mijn zoon! geef mij uw hart, en laat uw ogen mijn wegen bewaren.
Bij wien is wee? bij wien och arme? bij wien gekijf? bij wien het beklag? bij wien wonden zonder oorzaak? bij wien de roodheid der ogen?
Uw ogen zullen naar vreemde vrouwen zien, en uw hart zal verkeerdheden spreken.
Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere.
Want het is beter, dat men tot u zegge: Kom hier bovenaan, dan dat men u vernedere voor het aangezicht eens prinsen, dien uw ogen gezien hebben.
Antwoord den zot naar zijn dwaasheid, opdat hij in zijn ogen niet wijs zij.
Hebt gij een man gezien, die wijs in zijn ogen is! Van een zot is meer verwachting dan van hem.
De luiaard is wijzer in zijn ogen, dan zeven, die met rede antwoorden.
De hel en het verderf worden niet verzadigd; alzo worden de ogen des mensen niet verzadigd.
Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.
Die den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar die zijn ogen verbergt, zal veel vervloekt worden.
De arme en de bedrieger ontmoeten elkander; de HEERE verlicht hun beider ogen.
Een geslacht, dat rein in zijn ogen is, en van zijn drek niet gewassen is;
Een geslacht, welks ogen hoog zijn, en welks oogleden verheven zijn;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (64)
- Exodus (21)
- Leviticus (10)
- Numberi (31)
- Deuteronomium (45)
- Jozua (11)
- Richteren (18)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (38)
- 2 Samuël (35)
- 1 Koningen (31)
- 2 Koningen (44)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (29)
- Ezra (2)
- Nehemia (3)
- Esther (12)
- Job (32)
- Psalmen (57)
- Spreuken (40)
- Prediker (7)
- Hooglied (7)
- Jesaja (40)
- Jeremia (42)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (49)
- Daniël (9)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Amos (2)
- Jona (1)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (13)
- Maleachi (2)