'Ons' in de Bijbel
Indien nu onze ongerechtigheid Gods gerechtigheid bevestigt, wat zullen wij zeggen? Is God onrechtvaardig, als Hij toorn over ons brengt? (Ik spreek naar den mens.)
En zeggen wij niet liever (gelijk wij gelasterd worden, en gelijk sommigen zeggen, dat wij zeggen): Laat ons het kwade doen, opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig is.
Daarom is zij uit het geloof, opdat zij naar genade zij; ten einde de belofte vast zij al den zade, niet alleen dat uit de wet is, maar ook dat uit het geloof Abrahams is, welke een vader is van ons allen;
En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.
Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.
En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, wat wij bidden zullen, gelijk het behoort, maar de Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen.
Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechter hand Gods is, Die ook voor ons bidt.
Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, naaktheid, of gevaar, of zwaard?
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft.
Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere.
Welke Hij ook geroepen heeft, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen.
En gelijk Jesaja te voren gezegd heeft: Indien de Heere Sebaoth ons geen zaad had overgelaten, zo waren wij als Sodom geworden, en Gomorra gelijk gemaakt geweest.
Hebbende nu verscheidene gaven, naar de genade, die ons gegeven is,
Zo laat ons die gaven besteden, hetzij profetie, naar de mate des geloofs; hetzij bediening, in het bedienen; hetzij die leert, in het leren;
En dit zeg ik te meer, dewijl wij de gelegenheid des tijds weten, dat het de ure is, dat wij nu uit den slaap opwaken; want de zaligheid is ons nu nader, dan toen wij eerst geloofd hebben.
De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts.
Laat ons, als in den dag, eerlijk wandelen; niet in brasserijen en dronkenschappen, niet in slaapkameren en ontuchtigheden, niet in twist en nijdigheid;
Want niemand van ons leeft zichzelven, en niemand sterft zichzelven.
Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander dient.
Dat dan een iegelijk van ons zijn naaste behage ten goede, tot stichting.
Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods.
En ik bid u, broeders, neemt acht op degenen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van dezelve.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (75)
- Exodus (35)
- Numberi (32)
- Deuteronomium (43)
- Jozua (41)
- Richteren (37)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (54)
- 2 Samuël (21)
- 1 Koningen (12)
- 2 Koningen (21)
- 1 Kronieken (5)
- 2 Kronieken (17)
- Ezra (23)
- Nehemia (22)
- Esther (1)
- Job (10)
- Psalmen (101)
- Spreuken (4)
- Prediker (1)
- Hooglied (6)
- Jesaja (48)
- Jeremia (54)
- Klaagliederen (19)
- Ezechiël (8)
- Daniël (10)
- Hosea (7)
- Amos (2)
- Obadja (1)
- Jona (5)
- Micha (6)
- Zacharia (2)
- Maleachi (3)
- Mattheüs (31)
- Markus (18)
- Lukas (42)
- Johannes (23)
- Handelingen (66)
- Romeinen (29)
- 1 Corinthiërs (23)
- 2 Corinthiër (51)
- Galaten (11)
- Efeziërs (14)
- Filippenzen (4)
- Colossenzen (6)
- 1 Thessalonicenzen (21)
- 2 Thessalonicenzen (10)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (4)
- Titus (5)
- Hebreeën (27)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (9)
- 2 Petrus (5)
- 1 Johannes (30)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (2)
- Openbaring (7)