'Vlees' in de Bijbel
Van Zijn Zoon,, Die geworden is uit het zaad van David, naar het vlees;
Want die is niet een Jood, die het in het openbaar is; noch die is de besnijdenis, die het in het openbaar in het vlees is;
Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de wet is de kennis der zonde.
Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees?
Want toen wij in het vlees waren, wrochten de bewegingen der zonden, die door de wet zijn, in onze leden, om den dood vruchten te dragen.
Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is wel bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.
Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. [ (Romans 7:26) Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde. ]
Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
Want hetgeen der wet onmogelijk was, dewijl zij door het vlees krachteloos was, heeft God, Zijn Zoon zendende in gelijkheid des zondigen vleses, en dat voor de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees.
Opdat het recht der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.
Want die naar het vlees zijn, bedenken, dat des vleses is; maar die naar den Geest zijn, bedenken, dat des Geestes is.
Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe.
Zo dan, broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven.
Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.
Want ik zou zelf wel wensen verbannen te zijn van Christus, voor mijn broederen, die mijn maagschap zijn naar het vlees;
Welker zijn de vaders, en uit welke Christus is, zoveel het vlees aangaat, Dewelke is God boven allen te prijzen in der eeuwigheid. Amen.
Of ik enigszins mijn vlees tot jaloersheid verwekken, en enigen uit hen behouden mocht.
Maar doet aan den Heere Jezus Christus, en verzorgt het vlees niet tot begeerlijkheden.
Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch iets, waaraan uw broeder zich stoot, of geergerd wordt, of waarin hij zwak is.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (31)
- Exodus (13)
- Leviticus (43)
- Numberi (14)
- Deuteronomium (10)
- Richteren (5)
- 1 Samuël (4)
- 2 Samuël (4)
- 1 Koningen (3)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (2)
- Nehemia (1)
- Job (16)
- Psalmen (17)
- Spreuken (3)
- Prediker (4)
- Jesaja (14)
- Jeremia (9)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (20)
- Daniël (5)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Micha (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (4)
- Mattheüs (5)
- Markus (3)
- Lukas (2)
- Johannes (11)
- Handelingen (4)
- Romeinen (20)
- 1 Corinthiërs (8)
- 2 Corinthiër (8)
- Galaten (13)
- Efeziërs (7)
- Filippenzen (4)
- Colossenzen (5)
- 1 Timotheüs (1)
- Filémon (1)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (5)
- 2 Petrus (1)
- 1 Johannes (2)
- 2 Johannes (1)
- Judas (3)
- Openbaring (3)
Verwante onderwerpen
- Beschrijving Van Vlees
- De Lusten Van Het Vlees
- De Zondige Aard Van Het Vlees
- Het Onvermogen Van Mensen Om God Te Dienen
- Houding Tegenover Het Vlees
- Leven Voor Het Materiële
- Masturbatie
- Niet Voor Het Materiële Leven