'Weet' in de Bijbel
Waarlijk, ik weet, dat het zo is; want hoe zou de mens rechtvaardig zijn bij God?
Zo schroom ik voor al mijn smarten; ik weet, dat Gij mij niet onschuldig zult houden.
Maar deze dingen hebt Gij verborgen in Uw hart; ik weet, dat dit bij U geweest is.
En u bekend maakte de verborgenheden der wijsheid, omdat zij dubbel zijn in wezen! Daarom weet, dat God voor u vergeet van uw ongerechtigheid.
Wie weet niet uit alle deze, dat de hand des HEEREN dit doet?
Gelijk gijlieden het weet, weet ik het ook; ik zwicht niet voor u.
Ziet nu, ik heb het recht ordentelijk gesteld; ik weet, dat ik rechtvaardig zal verklaard worden.
Zijn kinderen komen tot eer, en hij weet het niet; of zij worden klein, en hij let niet op hen.
Wat weet gij, dat wij niet weten? Wat verstaat gij, dat bij ons niet is?
Hij zwerft heen en weder om brood, waar het zijn mag; hij weet, dat bij zijn hand gereed is de dag der duisternis.
Weet nu, dat God mij heeft omgekeerd, en mij met Zijn net omsingeld.
Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan;
Schroomt u vanwege het zwaard; want de grimmigheid is over de misdaden des zwaards; opdat gij weet, dat er een gericht zij.
Weet gij dit? Van altoos af, van dat God den mens op de wereld gezet heeft,
Ziet, ik weet ulieder gedachten, en de boze verdichtselen, waarmede gij tegen mij geweld doet.
Daarom zegt gij: Wat weet er God van? Zal Hij door de donkerheid oordelen?
De mens weet haar waarde niet, en zij wordt niet gevonden in het land der levenden.
Want ik weet, dat Gij mij ter dood brengen zult, en tot het huis der samenkomst aller levenden.
Want ik weet geen bijnamen te gebruiken; in kort zou mijn Maker mij wegnemen.
Zal het van u zijn, hoe Hij iets vergelden zal, dewijl gij Hem versmaadt? Zoudt gij dan verkiezen, en niet ik? Wat weet gij dan? Spreek.
Weet gij, wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk laat schijnen?
Wie heeft haar maten gezet, want gij weet het; of wie heeft over haar een richtsnoer getrokken?
Zijt gij met uw verstand gekomen tot aan de breedte der aarde? Geef het te kennen, indien gij dit alles weet.
Gij weet het, want gij waart toen geboren, en uw dagen zijn veel in getal.
Weet gij de verordeningen des hemels, of kunt gij deszelfs heerschappij op de aarde bestellen?
Weet gij den tijd van het baren der steengeiten? Hebt gij waargenomen den arbeid der hinden?
Zult gij de maanden tellen, die zij vervullen, en weet gij den tijd van haar baren?
Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen van Uw gedachten kan afgesneden worden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (15)
- Exodus (11)
- Numberi (5)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (6)
- Richteren (2)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (13)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (15)
- 2 Koningen (7)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (1)
- Esther (1)
- Job (29)
- Psalmen (24)
- Spreuken (9)
- Prediker (15)
- Hooglied (1)
- Jesaja (8)
- Jeremia (14)
- Ezechiël (5)
- Daniël (6)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (3)
- Mattheüs (17)
- Markus (11)
- Lukas (15)
- Johannes (31)
- Handelingen (18)
- Romeinen (9)
- 1 Corinthiërs (18)
- 2 Corinthiër (6)
- Galaten (1)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (7)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (9)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (4)
- Filémon (1)
- Hebreeën (2)
- Jakobus (3)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (7)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (9)