'Weet' in de Bijbel
Doch ik heb ook het huisgezin van Stefanus gedoopt; voorts weet ik niet, of ik iemand anders gedoopt heb.
Want wie van de mensen weet, hetgeen des mensen is, dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, hetgeen Gods is, dan de Geest Gods.
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt, en de Geest Gods in ulieden woont?
Uw roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem het gehele deeg zuur maakt?
Weet gij niet, dat de heiligen de wereld oordelen zullen? En indien door u de wereld geoordeeld wordt, zijt gij onwaardig de minste gerechtzaken?
Weet gij niet, dat wij de engelen oordelen zullen? Hoeveel te meer de zaken, die dit leven aangaan?
Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beerven?
Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan de leden van Christus nemen, en maken ze leden ener hoer? Dat zij verre.
Of weet gij niet, dat die de hoer aanhangt, een lichaam met haar is? Want die twee, zegt Hij, zullen tot een vlees wezen.
Of weet gij niet, dat ulieder lichaam een tempel is van den Heiligen Geest, Die in u is, Dien gij van God hebt, en dat gij uws zelfs niet zijt?
Want wat weet gij, vrouw, of gij den man zult zalig maken? Of wat weet gij, man, of gij de vrouw zult zalig maken?
Weet gij niet, dat degenen, die de heilige dingen bedienen, van het heilige eten? en die steeds bij het altaar zijn, met het altaar delen?
Weet gijlieden niet, dat die in de loopbaan lopen, allen wel lopen, maar dat een den prijs ontvangt? Loopt alzo, dat gij dien moogt verkrijgen.
Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.
Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werdt.
Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen zeggen op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt?
Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (15)
- Exodus (11)
- Numberi (5)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (6)
- Richteren (2)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (13)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (15)
- 2 Koningen (7)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (4)
- Ezra (1)
- Esther (1)
- Job (29)
- Psalmen (24)
- Spreuken (9)
- Prediker (15)
- Hooglied (1)
- Jesaja (8)
- Jeremia (14)
- Ezechiël (5)
- Daniël (6)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Jona (2)
- Zefanja (1)
- Zacharia (3)
- Mattheüs (17)
- Markus (11)
- Lukas (15)
- Johannes (31)
- Handelingen (18)
- Romeinen (9)
- 1 Corinthiërs (18)
- 2 Corinthiër (6)
- Galaten (1)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (7)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (9)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (4)
- Filémon (1)
- Hebreeën (2)
- Jakobus (3)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (7)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (9)