39 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zeiden' in de Bijbel

En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar.

VersbegrippenZiektesKoortsSchoonmoeders

En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen.

VersbegrippenChristus ZoekenMensen Vinden

En de Schriftgeleerden en de Farizeen, ziende Hem eten met de tollenaren en zondaren, zeiden tot Zijn discipelen: Wat is het, dat Hij met de tollenaren en zondaren eet en drinkt?

VersbegrippenFoutenConfrontatieKlachtenStatusBelastingontvangersTegenkanting Tegen Christus Van SchriftgeleerdenFarizeeën Bezorgd Om ChristusWaarom Doet Jezus Dit?Vitten Op Jezus

En de discipelen van Johannes en der Farizeen vastten; en zij kwamen en zeiden tot Hem: Waarom vasten de discipelen van Johannes en der Farizeen, en Uw discipelen vasten niet?

VersbegrippenMensen Die Ascetisme UitoefenenHet Geloof Van FarizeeënDiscipelen van Johannes de DoperKenmerken Van FarizeeënWie Zal Er Vasten?Waarom Doen Mensen Dit Niet?Jezus Als Een Echtgenoot

En de Farizeen zeiden tot Hem: Zie, waarom doen zij op den sabbatdag, wat niet geoorloofd is?

VersbegrippenKlachtenRitueelWettelijkheidFarizeeën Bezorgd Om ChristusDe Sabbat En Christus

En de schare zat rondom Hem; en zij zeiden tot Hem: Zie, Uw moeder en Uw broeders daar buiten zoeken U.

VersbegrippenZoekende MenigtesMenigtes Rondom Jezus

En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot elkander: Wie is toch Deze, dat ook de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?

VersbegrippenVerwarringWie Is Jezus?Angst Van ChristusDe Zee GekalmeerdOverweldigd

En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt?

VersbegrippenDruk UitoefenenHelende AanrakingDe Woorden Van De DiscipelenWie Is De Doener?

Anderen zeiden: Hij is Elias; en anderen zeiden: Hij is een profeet, of als een der profeten.

VersbegrippenJezus De ProfeetWie Mag Dat Zijn

En als het nu laat op den dag geworden was, kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat op den dag;

VersbegrippenTe Laat ZijnEenzaamheid

Maar Hij, antwoordende, zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden tot Hem: Zullen wij heengaan, en kopen voor tweehonderd penningen brood, en hun te eten geven?

VersbegrippenTwijfelaarsOngeloof En Leven Van GeloofSalarissenMensen Die Zorgen Voor Voedsel

En Hij zeide tot hen: Hoeveel broden hebt gij? Gaat heen en beziet het. En toen zij het vernomen hadden, zeiden zij: Vijf, en twee vissen.

VersbegrippenVijf DingenTwee Dieren

En Hij vraagde hun: Hoeveel broden hebt gij? En zij zeiden: Zeven.

VersbegrippenZeven Dingen

En gedenkt gij niet, toen Ik de vijf broden brak onder de vijf duizend mannen, hoeveel volle korven met brokken gij opnaamt? Zij zeiden Hem: Twaalf.

VersbegrippenVluchtige VertoningenVijf DingenVijfduizendOverblijvend VoedselTwaalf Dingen

En toen Ik de zeven brak onder de vier duizend mannen, hoeveel volle manden met brokken gij opnaamt? En zij zeiden: Zeven.

VersbegrippenZeven DingenVierduizendOverblijvend Voedsel

En hij, roepende en hem zeer scheurende, ging uit; en het kind werd als dood, alzo dat velen zeiden, dat het gestorven was.

VersbegrippenUitdrijvingenStuiptrekkingenDe Eindigheid Van De DoodDood Is Definitief

En zij zeiden: Mozes heeft toegelaten een scheidbrief te schrijven, en haar te verlaten.

VersbegrippenScheiding In OTAttest Van EchtscheidingSchrijvenWetten Over ScheidingToegestane Scheiding

En zij zeiden tot Hem: Geef ons, dat wij mogen zitten, de een aan Uw rechter hand, en de ander aan Uw linker hand in Uw heerlijkheid.

VersbegrippenZittenVoorbeelden Van EgoïsmeZelfverheerlijking

En zij zeiden tot Hem: Wij kunnen. Doch Jezus zeide tot hen: Den drinkbeker, dien Ik drink, zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word;

VersbegrippenDe Doop Van Christus

En sommigen van degenen, die aldaar stonden, zeiden tot hen: Wat doet gij, dat gij het veulen ontbindt?

VersbegrippenWat Doe Jij?

Doch zij zeiden tot hen, gelijk Jezus bevolen had; en zij lieten hen gaan.

En zeiden tot Hem: Door wat macht doet Gij deze dingen? En wie heeft U deze macht gegeven, dat Gij deze dingen doen zoudt?

VersbegrippenGod Die Zijn Zoon Benoemde

En, antwoordende, zeiden zij tot Jezus: Wij weten het niet. En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Zo zeg Ik u ook niet, door wat macht Ik deze dingen doe.

VersbegrippenChristus Die Dingen Verbergt

Maar die landlieden zeiden onder elkander: Deze is de erfgenaam; komt, laat ons hem doden, en de erfenis zal onze zijn.

VersbegrippenMateriële ErfenisDe Aard Van VervolgingEgoïsmeChristus Zou Worden VermoordBezit Nemen

Dezen nu kwamen en zeiden tot Hem: Meester, wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven?

VersbegrippenGevleiGods Wegen KennenEerlijkheidEerbetoonDe WegCaesarDe Waarheid OpvoerenChristus Die OnderwijstDe Weg Van God OnderwijzenGods Woord Is WaarDe Waarheid VertellenAandachtBelastingen

En zij brachten een. En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld, en het opschrift? En zij zeiden tot Hem: Des keizers.

VersbegrippenPortrettenOpschriftenDe Aard Van KoningenZelfbeeldBeeldBelastingen

Maar zij zeiden: Niet in het feest, opdat niet misschien oproer onder het volk worde.

VersbegrippenVerwarring Onder De Mensen

En er waren sommigen, die dat zeer kwalijk namen bij zichzelven, en zeiden: Waartoe is dit verlies der zalf geschied?

VersbegrippenZuinigheidAnoniemen Mensen Kwaad Tegen Anderen

En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?

VersbegrippenPaaslamTypesDe Woorden Van De Discipelen

Maar hij zeide nog des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins verloochenen. En insgelijks zeiden zij ook allen.

VersbegrippenOntkenning Van Jezus ChristusPetrus De LeerlingOntslag Tot De DoodKwetsbaarheidOntkenning

Maar hij loochende het wederom. En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden wederom tot Petrus: Waarlijk, gij zijt een van die; want gij zijt ook een Galileer, en uw spraak gelijkt.

VersbegrippenAfwijkendAfsluiten

En insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden tot elkander, al spottende: Hij heeft anderen verlost; Zichzelven kan Hij niet verlossen.

VersbegrippenVoorbeelden Van WreedheidHogepriestersOnmacht Van ChristusMet Christus SpottenTegenkanting Tegen Christus Van SchriftgeleerdenZichzelf ReddenZij Die Niet Gered Worden

En sommigen van die daarbij stonden, dit horende, zeiden: Ziet, Hij roept Elias.

VersbegrippenChristus Die OproeptIndividuele Profeten

En zeiden tot elkander: Wie zal ons den steen van de deur des grafs afwentelen?

VersbegrippenTombesRollen

En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.

VersbegrippenVerwarringBevenAngst Voor Het OnbekendeVerbijsteringDe Tombe Van JezusZij Die Niets Zeggen

Public domain