9 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zijt' in de Bijbel

En Boaz antwoordde en zeide tot haar: Het is mij wel aangezegd alles, wat gij bij uw schoonmoeder gedaan hebt, na de dood uws mans, en hebt uw vader en uw moeder, en het land uwer geboorte verlaten, en zijt heengegaan tot een volk, dat gij van te voren niet kendet.

VersbegrippenVerantwoordelijkheden Van MoedersRuthZelfontkenningZelfopofferingSchoonmoedersGeen Mensenkennis HebbenVertellen Wat Mensen DedenDood Van Een Moeder

Nu dan, is niet Boaz, met wiens maagden gij geweest zijt, van onze bloedvriendschap? Zie, hij zal dezen nacht gerst op den dorsvloer wannen.

VersbegrippenLandbouw, VoorwaardenGraanToewuivenFamilieleden

En hij zeide: Wie zijt gij? En zij zeide: Ik ben Ruth, uw dienstmaagd, breid dan uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser.

VersbegrippenKledingHet Lichaam BedekkenTrouwBeperkingen Omtrent Het HuwelijkVerlossing In Het Dagelijks LevenRuthHuwelijkenWie Is Dit?Dat Ben IkEen Tijd Voor Liefde

En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.

VersbegrippenVriendelijkheidOmgaan Met Jonge MensenArm Of RijkJong HuwelijkMag God Zegenen!

En nu, mijn dochter, vrees niet; al wat gij gezegd hebt, zal ik u doen; want de ganse stad mijns volks weet, dat gij een deugdelijke vrouw zijt.

VersbegrippenUitstekende VrouwenDeugdelijke VrouwAngst En ZorgenDe kracht Van VrouwenEen Goede VrouwWaardeEthiekUitmuntendheid

Zij nu kwam tot haar schoonmoeder, dewelke zeide: Wie zijt gij, mijn dochter? En zij verhaalde haar alles, wat die man haar gedaan had.

VersbegrippenWelke Manier?

Toen zeide Boaz tot de oudsten en al het volk: Gijlieden zijt heden getuigen, dat ik aanvaard heb alles, wat van Elimelech geweest is, en alles, wat van Chiljon en Machlon geweest is, van de hand van Naomi.

Daartoe aanvaard ik mij ook Ruth, de Moabietische, de huisvrouw van Machlon, tot een vrouw, om den naam des verstorvenen over zijn erfdeel te verwekken, opdat de naam des verstorvenen niet worde uitgeroeid van zijn broederen, en van de poort zijner plaats; gijlieden zijt heden getuigen.

VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkNageslachtAankopenStadWeduwesGenoemde Vrouwen

Public domain