Most Popular Bible Verses in Psalmen 37



Psalmen Rank:

107

Thau. Doch het heil der rechtvaardigen is van den HEERE; hun Sterkte ter tijd van benauwdheid.

228

Een psalm van David. Aleph. Ontsteek u niet over de boosdoeners; benijd hen niet, die onrecht doen.

236

En de HEERE zal hen helpen, en zal hen bevrijden; Hij zal ze bevrijden van de goddelozen, en zal ze behouden; want zij betrouwen op Hem.

505

Want de boosdoeners zullen uitgeroeid worden, maar die den HEERE verwachten, die zullen de aarde erfelijk bezitten.

565

He. Laat af van toorn, en verlaat de grimmigheid; ontsteek u niet, immers niet, om kwaad te doen.

602

Vau. En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen.

635

De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen.

755

Zain. De goddeloze bedenkt listige aanslagen tegen den rechtvaardige, en hij knerst over hem met zijn tanden.

791

Want de HEERE heeft het recht lief, en zal Zijn gunstgenoten niet verlaten; in eeuwigheid worden zij bewaard; maar het zaad der goddelozen wordt uitgeroeid.

793

Koph. Wacht op den HEERE, en houd Zijn weg, en Hij zal u verhogen, om de aarde erfelijk te bezitten; gij zult zien, dat de goddelozen worden uitgeroeid.

876

Jod. De HEERE kent de dagen der oprechten; en hun erfenis zal in eeuwigheid blijven.

896

Pe. De mond des rechtvaardigen vermeldt wijsheid, en zijn tong spreekt het recht.

939

Caph. Maar de goddelozen zullen vergaan, en de vijanden des HEEREN zullen verdwijnen, als het kostelijkste der lammeren; met den rook zullen zij verdwijnen.

1038

Schin. Let op den vrome, en zie naar den oprechte; want het einde van dien man zal vrede zijn.

1039

Als hij valt, zo wordt hij niet weggeworpen, want de HEERE ondersteunt zijn hand.

1185

Resch. Ik heb gezien een gewelddrijvende goddeloze, die zich uitbreidde als een groene inlandse boom.

1239

Want zijn gezegenden zullen de aarde erfelijk bezitten; maar zijn vervloekten zullen uitgeroeid worden.

1537

Den gansen dag ontfermt hij zich, en leent; en zijn zaad is tot zegening.

1729

Cheth. De goddelozen hebben het zwaard uitgetrokken, en hun boog gespannen, om den ellendige en nooddruftige neder te vellen, om te slachten, die oprecht van weg zijn.

1911

Want de armen der goddelozen zullen verbroken worden; maar de HEERE ondersteunt de rechtvaardigen.

1961

Tsade. De goddeloze loert op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden.

2357

Maar hij ging door, en zie, hij was er niet meer; en ik zocht hem, maar hij werd niet gevonden.

2378

Hun zwaard zal in hunlieder hart gaan; en hun bogen zullen verbroken worden.

2412

Maar de HEERE laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt.