128 gebeurtenissen

'Bouwen' in de Bijbel

En allen struik des velds, eer hij in de aarde was, en al het kruid des velds, eer het uitsproot; want de HEERE God had niet doen regenen op de aarde, en er was geen mens geweest, om den aardbodem te bouwen.

VersbegrippenVoor De VloedRegenBeplantingLege PlaatsenPloegerFunctie Van De MensNiemand BeschikbaarKruidenGod Controleert De Regen

Als gij den aardbodem bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; gij zult zwervende en dolende zijn op aarde.

VersbegrippenAbel En KaïnLandbouw, Gevolgen Van De HerfstFysieke RustZwerversDe Aarde BewerkenLandbouwZwerven

Maar indien gij Mij een stenen altaar zult maken, zo zult gij dit niet bouwen van gehouwen steen; zo gij uw houwijzer daarover verheft, zo zult gij het ontheiligen.

VersbegrippenAltaren Gemaakt VanCeremoniële Oorzaken Van BezoedelingArchitectuurGereedschapSteenkappenGebrek Aan Heiligheid

Toen traden zij toe tot hem, en zeiden: Wij zullen hier schaapskooien bouwen voor ons vee, en steden voor onze kinderen.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkSchapestallenBijhouden Voorraad

Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg voert, totdat zij ten onderga.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkBomen VellenBomen Beschadigen

Wanneer gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak een leuning maken; opdat gij geen bloedschuld op uw huis legt, wanneer iemand, vallende, daarvan afviel.

VersbegrippenBovenop Het DakArchitectuurHuizenHeiligheid Van Het LevenKantelenMensen Die Van Een Hoogte VallenSchuldBouw

Zo zal zijns broeders vrouw voor de ogen der oudsten tot hem toetreden, en zijn schoen van zijn voet uittrekken, en spuwen in zijn aangezicht, en zal betuigen en zeggen: Alzo zal dien man gedaan worden, die zijns broeders huis niet zal bouwen.

VersbegrippenGezichtenSpugenSpeeksel

En gij zult aldaar den HEERE, uw God, een altaar bouwen, een altaar van stenen; gij zult geen ijzer over hetzelve bewegen.

VersbegrippenAltaren Gemaakt VanIjzerGereedschapAltaren Voor De Heer

Van gehele stenen zult gij het altaar des HEEREN, uws Gods, bouwen, en gij zult den HEERE, uw God, brandofferen daarop offeren.

VersbegrippenAltaar Van De HeerHet Reguleren Van Offers

Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander zal haar beslapen; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar dien niet gemeen maken.

VersbegrippenGebrek Aan PlezierWijngaardenWijngaarden PlantenVerbintenisRelatieproblemenHuwelijk KjvRelaties OpbouwenHuwelijk

Wijngaarden zult gij planten, en bouwen, maar gij zult geen wijn drinken, noch iets vergaderen; want de worm zal het afeten.

VersbegrippenDruivenWijngaardenWijngaarden PlantenTeeltMadenWormen

En ter zelver tijd bezwoer hen Jozua, zeggende: Vervloekt zij die man voor het aangezicht des HEEREN, die zich opmaken en deze stad Jericho bouwen zal; dat hij ze grondveste op zijn eerstgeborenen zoon, en haar poorten stelle op zijn jongsten zoon!

VersbegrippenFunderingenEerstgeboreneZonde Van De VadersBezweringPoortenMenselijke EedVervulde Voorspelling In OTDood Van De EerstgeboreneHet Jongste KindStichting Van NatiesPoorten Van De StadDe Goddeloze VervloekenWederopbouw Van Genoemde StedenWederopbouw

En Ik zal Mij een getrouwen priester verwekken; die zal doen, gelijk als in Mijn hart en in Mijn ziel zijn zal; dien zal Ik een bestendig huis bouwen, en hij zal altijd voor het aangezicht Mijns Gezalfden wandelen.

VersbegrippenTrouw Tot GodGoddelijk Hart

Ga, en zeg tot Mijn knecht, tot David: Zo zegt de HEERE: Zoudt gij Mij een huis bouwen tot Mijn woning?

VersbegrippenDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenWoord Van GodGods Huis Bouwen

Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid.

VersbegrippenVaststellenHeiligdommenChristus Die Eeuwig HeerstGods Huis BouwenHet Koninkrijk Van Salomo

Want Gij, HEERE der heirscharen, Gij, God Israels! Gij hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, zeggende: Ik zal u een huis bouwen; daarom heeft Uw knecht in zijn hart gevonden, dit gebed tot U te bidden.

VersbegrippenDe Openbaring Van GodDe Aard Van God KennenDe Dynastie Van David

En Arauna zeide: Waarom komt mijn heer de koning tot zijn knecht? En David zeide: Om dezen dorsvloer van u te kopen, om den HEERE een altaar te bouwen, opdat deze plage opgehouden worde van over het volk.

VersbegrippenAltaren Voor De HeerAltaren Bouwen

En Salomo verzwagerde zich met Farao, den koning van Egypte; en nam de dochter van Farao, en bracht ze in de stad Davids totdat hij voleind zou hebben het bouwen van zijn huis en het huis des HEEREN, en den muur van Jeruzalem rondom.

VersbegrippenDochtersVersterkingenAlliantiesStadBouwenDe Geschiedenis Van JeruzalemKoningenPolygamieHet Karakter Van SalomoHet Leven Van SalomoMurenDe Muren Van Jeruzalem BouwenRelaties Opbouwen

Gij weet, dat mijn vader David den Naam des HEEREN, zijns Gods, geen huis kon bouwen, vanwege de oorlogen, waarmede zij hem omsingelden, totdat de HEERE hen onder zijn voetzolen gaf.

VersbegrippenHet Vermogen Van DavidVoetenbankenVoetenHet Onvermogen Van Mensen Om God Te DienenSalomo's TempelMensen OverwinnenKlaar Voor De OorlogEen Plek Voor Gods Naam

En zie, ik denk voor den Naam van den HEERE, mijn God, een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft tot mijn vader David, zeggende: Uw zoon, dien Ik in uw plaats op uw troon zetten zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

VersbegrippenEigendom, HuizenTroonSalomo's TempelEen Plek Voor Gods Naam

En de bouwlieden van Salomo, en de bouwlieden van Hiram, en de Giblieten behieuwen ze, en bereidden het hout toe, en de stenen, om dat huis te bouwen.

VersbegrippenTimmerluiBouwenHuizenImmigrantenVakmanschapBouw

Van dien dag af, dat Ik Mijn volk Israel uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; maar Ik heb David verkoren, dat hij over Mijn volk Israel wezen zou.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGods Verbond Met DavidGod Haalt Israël Uit EgypteEen Plek Voor Gods NaamGods Verkiezing Van David

Het was ook in het hart van mijn vader David, een huis den Naam van den HEERE, den God Israels, te bouwen.

VersbegrippenEen Plek Voor Gods Naam

Maar de HEERE zeide tot David, mijn vader: Dewijl dat in uw hart geweest is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.

VersbegrippenDoelen Van De MensEen Plek Voor Gods Naam

Evenwel gij zult dat huis niet bouwen; maar uw zoon, die uit uw lendenen voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

VersbegrippenSalomo's TempelEen Plek Voor Gods Naam

Het geschiedde nu, als Salomo voleind had te bouwen het huis des HEEREN en het huis des konings, en al de begeerten van Salomo, die hem gelust had te maken;

VersbegrippenHet Werk Van De Mens Dat Voltooid IsDe Eerste Tempel

Dit is nu de oorzaak van het uitschot, dat de koning Salomo deed opkomen, om het huis des HEEREN te bouwen, en zijn huis, en Millo, en den muur van Jeruzalem, mitsgaders Hazor, en Megiddo, en Gezer.

VersbegrippenDienstplichtZware ArbeidDe Muren Van Jeruzalem BouwenGedwongen ArbeidWederopbouw van Jeruzalem

En al de schatsteden, die Salomo had, en de wagensteden, en de steden der ruiteren, en wat de begeerte van Salomo begeerde te bouwen, in Jeruzalem, en op den Libanon, en in het ganse land zijner heerschappij.

VersbegrippenPaardenOpslaanWinkels Voor Eten

En het zal geschieden, zo gij horen zult al wat Ik u zal gebieden, en in Mijn wegen zult wandelen, en doen wat recht in Mijn ogen is, houdende Mijn inzettingen en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht David gedaan heeft; dat Ik met u zal zijn, en u een bestendig huis bouwen, gelijk als Ik David gebouwd heb, en zal u Israel geven.

VersbegrippenEthiek En GratieGeboden in OTBouwenKoningenGod Zal Met Jou ZijnVolg De GebodenDe Dynastie Van David

En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en hij bleef te Thirza.

VersbegrippenBeëindiging

Ga heen en zeg tot David, Mijn knecht: Alzo zegt de HEERE: Gij zult Mij geen huis bouwen, om in te wonen.

VersbegrippenDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenWoord Van GodGods Huis Bouwen

En van die dagen af, dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israel; en heb al uw vijanden vernederd; ook heb Ik u te kennen gegeven, dat u de HEERE een huis bouwen zal.

Die zal Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn stoel bevestigen tot in der eeuwigheid.

VersbegrippenHeiligdommenGods Huis Bouwen

Want Gij, mijn God, hebt voor het oor Uws knechts geopenbaard, dat Gij hem een huis bouwen zoudt; daarom heeft Uw knecht in zijn hart gevonden, om voor Uw aangezicht te bidden.

VersbegrippenDe Openbaring Van GodDe Aard Van God Kennen

En David zeide, dat men vergaderen zou de vreemdelingen, die in het land Israels waren; en hij bestelde steenhouwers, om uit te houwen stenen, welke men behouwen zou, om het huis Gods te bouwen.

VersbegrippenVreemdelingenVaardigheidStenenMetselwerkImmigrantenBuitenaardse Wezens

Want David zeide: Mijn zoon Salomo is een jongeling en teder; en het huis, dat men den HEERE bouwen zal, zal men ten hoogste groot maken, tot een Naam en tot heerlijkheid in alle landen; ik zal hem nu voorraad bereiden. Alzo bereidde David voorraad in menigte voor zijn dood.

VersbegrippenRoemOnervarenheidMiddelbare LeeftijdJeugdAmateursLeerlingenBeperkingen Van De JeugdBouwStructuur

Toen riep hij zijn zoon Salomo, en gebood hem den HEERE, den God Israels, een huis te bouwen.

VersbegrippenSalomo's Tempel

En David zeide tot Salomo: Mijn zoon, wat mij aangaat, het was in mijn hart den Naam des HEEREN, mijns Gods, een huis te bouwen;

VersbegrippenDoelen Van De Mens

Doch het woord des HEEREN geschiedde tot mij, zeggende: Gij hebt bloed in menigte vergoten, want gij hebt grote krijgen gevoerd; gij zult Mijn Naam geen huis bouwen, dewijl gij veel bloeds op de aarde voor Mijn aangezicht vergoten hebt.

VersbegrippenAard Van OorlogAfwerpenSalomo's Tempel

Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en die zal Mij tot een zoon zijn, en Ik hem tot een Vader; en Ik zal den troon zijns rijks over Israel bevestigen tot in eeuwigheid.

VersbegrippenZonen Van GodSpirituele AdoptieChristus Die Eeuwig HeerstGods Huis Bouwen

Nu, mijn zoon, de HEERE zal met u zijn, en gij zult voorspoedig zijn, en zult het huis des HEEREN, uws Gods, bouwen, gelijk als Hij van u gesproken heeft.

En de koning David stond op zijn voeten, en hij zeide: Hoort mij, mijn broeders, en mijn volk! Ik had in mijn hart een huis der rust voor de ark des verbonds des HEEREN te bouwen, en voor de voetbank der voeten onzes Gods, en ik heb gereedschap gemaakt om te bouwen.

VersbegrippenVoetenbankenPlannenAngst, Overwonnen DoorDe Ark In De TempelDoelen Van De MensRozen

Maar God heeft tot mij gezegd: Gij zult Mijn Naam geen huis bouwen, want gij zijt een krijgsman, en gij hebt veel bloeds vergoten.

VersbegrippenAfwerpenSalomo's TempelOorlog

En Hij heeft tot mij gezegd: Uw zoon Salomo, die zal Mijn huis en Mijn voorhoven bouwen; want Ik heb hem Mij uitverkoren tot een zoon, en Ik zal hem tot een Vader zijn.

VersbegrippenVerantwoordelijkheden Van VerkiezingZonen Van GodSpirituele AdoptieSalomo's Tempel

HEERE, onze God, al deze menigte, die wij bereid hebben om U een huis te bouwen, den Naam Uwer heiligheid, dat is van Uw hand, en het is alles Uw.

VersbegrippenAan God GevenRijkdom Van Houding Van GelovigenGods Voorziening

En geef mijn zoon Salomo een volkomen hart, om te houden Uw geboden, Uw getuigenissen en Uw inzettingen; en om alles te doen, en om dit paleis te bouwen, hetwelk ik bereid heb.

VersbegrippenVoorspraakDe Gebeden Van Ouders Voor Hun KinderenGeboden in OTVoorbedeDe Plicht Van Ouders Tegenover KinderenStructuur

Salomo nu dacht voor den Naam des HEEREN een huis te bouwen, en een huis voor zijn koninkrijk.

VersbegrippenSalomo's Tempel

En Salomo zond tot Huram, den koning van Tyrus, zeggende: Gelijk als gij met mijn vader David gedaan hebt, en hebt hem cederen gezonden, om voor hem een huis te bouwen, om daarin te wonen, zo doe ook met mij.

VersbegrippenBouwen

Zie, ik zal een huis voor den Naam des HEEREN, mijns Gods, bouwen, om Hem te heiligen, om reukwerk der welriekende specerijen voor Zijn aangezicht aan te steken, en voor de toerichting des gedurigen broods, en voor de brandofferen des morgens en des avonds, op de sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden des HEEREN, onzes Gods; hetwelk voor eeuwig is in Israel.

VersbegrippenNieuwe Maan FestivalVerordeningenDe Sabbat In OTGeurtjes

En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.

VersbegrippenBeslissingen NemenSamen AanbiddenNaar De Kerk GaanMooi ZijnGrootsheidBouwBelang

Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, de hemel der hemelen, Hem niet bevatten zouden? En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor Zijn aangezicht aan te steken?

VersbegrippenGod Als GeestGod Is OveralGod Is OnvolprezenDe Oneindige GodGods Woning

En dat om mij hout in menigte te bereiden; want het huis, dat ik zal bouwen, zal groot en wonderlijk zijn.

En Salomo begon het huis des HEEREN te bouwen te Jeruzalem, op den berg Moria, die zijn vader David gewezen was, in de plaats, die David toebereid had, op den dorsvloer van Ornan, den Jebusiet.

VersbegrippenCalvariebergBeginDe Betekenis Van JeruzalemKoningenBergenHet Leven Van SalomoDorsvloerSalomo's TempelStarten Met BouwenDe Eerste Tempel

Hij begon nu te bouwen in de tweede maand, op den tweeden dag, in het vierde jaar van zijn koninkrijk.

VersbegrippenMaand 2Bouw

En deze zijn de grondleggingen van Salomo, om het huis Gods te bouwen: de lengte in ellen, naar de eerste mate, was zestig ellen, en de breedte twintig ellen.

VersbegrippenFunderingenBreedteDe Eerste TempelBouwMeting

Van dien dag af, dat Ik Mijn volk uit Egypteland uitgevoerd heb, heb Ik geen stad verkoren uit alle stammen van Israel, om een huis te bouwen, dat Mijn Naam daar zou wezen; en geen man verkoren om een voorganger te zijn over Mijn volk Israel.

Het was ook in het hart van mijn vader David, een huis te bouwen den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

VersbegrippenSalomo's TempelDe Eerste Tempel

Maar de HEERE zeide tot mijn vader David: Dewijl dat in uw hart geweest is, Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.

VersbegrippenBezittingen Geven

Evenwel, gij zult dat huis niet bouwen, maar uw zoon, die uit uw lenden voortkomen zal, die zal Mijn Naam dat huis bouwen.

VersbegrippenSalomo's Tempel

Mitsgaders Baalath, en al de schatsteden, die Salomo had, en alle wagensteden, en de steden der ruiteren, en wat de begeerte van Salomo begeerd had te bouwen, in Jeruzalem, en in den Libanon, en in het ganse land zijner heerschappij.

VersbegrippenVersterkingenCavalerie

Want hij zeide tot Juda: Laat ons deze steden bouwen, en muren daarom trekken, en torens, deuren en grendelen, terwijl het land nog is voor ons aangezicht; want wij hebben den HEERE, onzen God, gezocht, wij hebben Hem gezocht, en Hij heeft ons rondom henen rust gegeven. Zo bouwden zij en hadden voorspoed.

VersbegrippenPoortenTorensMurenGedijen

En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, dat hij afliet van Rama te bouwen, en zijn werk staakte.

Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is; wie is onder ulieden van al Zijn volk? De HEERE, zijn God, zij met hem, en hij trekke op.

VersbegrippenDe Geschiedenis Van JeruzalemKoninkrijkenDe Tweede TempelGod Is Met Jou

Zo zegt Kores, koning van Perzie: De HEERE, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is.

VersbegrippenKoninkrijkenDe Tweede TempelVerantwoordelijkheid

Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en Benjamin, en de priesteren en de Levieten, benevens een iegelijk, wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te bouwen het huis des HEEREN, die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenHuis Van GodHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTStammen Van IsraëlDrangNaar Een Nieuwe Plek GaanJeruzalem

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, koning van Perzie, ons geboden heeft.

VersbegrippenGeboden in OTWat Hebben We Gemeenschappelijk?

Toen maakten zich op Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en begonnen te bouwen het huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en met hen de profeten Gods, die hen ondersteunden.

VersbegrippenAlliantiesHuis Van GodSchool Van ProfetenDe Tweede Tempel

Te dier tijd kwam tot hen Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, en Sthar-Boznai, en hun gezelschap, en zeiden aldus tot hen: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaBestuurdersVoorbij De RivierHeidense HeersersDe Bevelen Van De KoningStructuur

Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd, en aldus tot hen gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen, en dezen muur te voltrekken?

VersbegrippenHerstellingDe Bevelen Van De KoningStructuur

En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis, dat vele jaren voor dezen is gebouwd geweest; want een groot koning van Israel had het gebouwd en voltrokken.

VersbegrippenHemel En AardeDienaren Van De HeerDe Tweede TempelWederopbouw

Doch in het eerste jaar van Kores, koning van Babel, heeft de koning Kores bevel gegeven dit huis Gods te bouwen.

VersbegrippenBekendmakingenDe Tweede TempelDe Bevelen Van De KoningDe Eerste TempelWederopbouw

Zo het dan nu den koning goeddunkt, laat er gezocht worden in het schathuis des konings aldaar, dat te Babel is, of het zij, dat een bevel van den koning Kores gegeven zij, om dit huis Gods te Jeruzalem te bouwen; en dat men des konings believen hiervan tot ons zende.

VersbegrippenArchievenOpslaanZoeken Voor Concrete DingenDe Bevelen Van De Koning

Laat hen aan den arbeid van dit huis Gods; dat de landvoogd der Joden en de oudsten der Joden dit huis Gods bouwen aan zijn plaats.

VersbegrippenBouw

Ook wordt van mij bevel gegeven, wat gijlieden doen zult aan de oudsten dezer Joden, om dit huis Gods te bouwen; te weten, dat uit des konings goederen, van den cijns aan gene zijde der rivier, de onkosten dezen mannen spoediglijk gegeven worden, opdat men hen niet belette.

VersbegrippenHoudingen Tegenover Vervolging

En ik gaf hun te kennen de hand mijns Gods, Die goed over mij geweest was, als ook de woorden des konings, die hij tot mij gesproken had. Toen zeiden zij: Laat ons op zijn, dat wij bouwen; en zij sterkten hun handen ten goede.

VersbegrippenBeginGods HandGods Handen Op MensenWederopbouw van JeruzalemBouwWederopbouw

Toen gaf ik hun tot antwoord, en zeide tot hen: God van den hemel, Die zal het ons doen gelukken, en wij, Zijn knechten, zullen ons opmaken en bouwen; maar gijlieden hebt geen deel, noch gerechtigheid, noch gedachtenis in Jeruzalem.

VersbegrippenBeweringenDeelname In ZondeHerdenkingen Voor MensenMensen VergetenSucces Door GodNiet DelenJeruzalemWederopbouw

En Tobia, den Ammoniet, was bij hem, en zeide: Al is het, dat zij bouwen, zo er een vos opkwame, hij zou hun stenen muur wel verscheuren.

VersbegrippenAmmonietenVossen

Toen zeide Juda: De kracht der dragers is vervallen, en des stofs is veel, zodat wij aan den muur niet zullen kunnen bouwen.

VersbegrippenOnmogelijk Voor MensenRommelGeen Kracht MeerMoe Worden Tijdens Actie

Omdat zij niet letten op de daden des HEEREN, noch op het werk Zijner handen, zo zal Hij hen afbreken en zal hen niet bouwen.

VersbegrippenHand Van GodVernietiging Van Het KwaadWeigeren Om Te HorenWerken Voor De Heer

Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten;

VersbegrippenSteden BouwenGod Redt De BehoeftigenGods Wil

Een tijd om om te doden, en een tijd om te genezen; een tijd om af te breken, en een tijd om te bouwen;

VersbegrippenVernietigingGoedkeuring Om Te DodenTijd OmGod GeneestGezondheid En GenezenVeranderende Seizoenen

Zo zij een muur is, wij zullen een paleis van zilver op haar bouwen; en zo zij een deur is, wij zullen haar rondom bezetten met cederen planken.

VersbegrippenZuiverheidHet Vrouw Zijn

De tichelstenen zijn gevallen, maar met uitgehouwen stenen zullen wij wederom bouwen; de wilde vijgebomen zijn afgehouwen, maar wij zullen ze in cederen veranderen;

VersbegrippenVals VertrouwenTrotse Mensen

En de ossen, en ezelveulens, die het land bouwen, zullen zuiver voeder eten, hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de wan.

VersbegrippenKribbesGereedschapScheppenNiets Wat Dieren EtenZuurheid

Ik heb hem verwekt in gerechtigheid, en al zijn wegen zal Ik recht maken; hij zal Mijn stad bouwen, en hij zal Mijn gevangenen loslaten, niet voor prijs, noch voor geschenk, zegt de HEERE der heirscharen.

VersbegrippenSteden BouwenOverwinning Als Daad Van GodRechte PadenGratisVrij

En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fondamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen.

VersbegrippenRuïnesMurenArcheologieAfvalplaatsen HersteldHerstellenBruggenWederopbouw

En de vreemden zullen uw muren bouwen, en hun koningen zullen u dienen; want in Mijn verbolgenheid heb Ik u geslagen, maar in Mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd.

VersbegrippenHet Medeleven Van GodVreemdelingenHerstelDienstbaarheid In De MaatschappijGered Worden Van De Toorn Van GodGoddelijke GunstVreemdelingen Onder De MensenGod Toonde GenadeBuitenaardse WezensGunstWederopbouw

En zij zullen de oude verwoeste plaatsen bouwen, de vorige verstoringen weder oprichten, en de verwoeste steden vernieuwen, die verstoord waren van geslacht tot geslacht.

VersbegrippenGeneratiesBeginRuïnesSteden BouwenArcheologieAfvalplaatsen HersteldHerstellenWederopbouw van JeruzalemVernieuwingBruggenWederopbouw

En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten.

VersbegrippenVerlichten Van Spirituele HongersnoodWijngaarden PlantenTuinenLevenLandbouw

Zij zullen niet bouwen, dat het een ander bewone; zij zullen niet planten, dat het een ander ete, want de dagen Mijns volks zullen zijn als de dagen eens booms, en Mijn uitverkorenen zullen het werk hunner handen verslijten.

VersbegrippenPlezier, Materiële DingenBomenWijngaarden PlantenLevenslangLevensduurAndere PersonenZwaar WerkLevenBlij Zijn En Van Het Leven Genieten

Alzo zegt de HEERE: De hemel is Mijn troon, en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zou dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bouwen, en waar is de plaats Mijner rust?

VersbegrippenVoetenbankenVoetenBeschrijving Van De AardeGod Is OveralDe Soevereiniteit Van GodAard Van De HemelDe Hemel, Gods TroonGods AlomtegenwoordigheidDe Tempel In De HemelAardeHemel Is Beter Dan AardeRustDe AardeNaar De Hemel Gaan

Zie, Ik stel u te dezen dage over de volken en over de koninkrijken, om uit te rukken, en af te breken, en te verderven, en te verstoren; ook om te bouwen en te planten.

VersbegrippenKoninkrijkenWortelsVernietigingVernietiging Van PlantenUitpikkenGod Die Anderen BenoemtGod Redt Van Zonde En DoodGods Volk PlantteWederopbouw

Ook zal Ik in een ogenblik spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal bouwen en planten;

Die daar zegt: Ik zal mij een zeer hoog huis bouwen, en doorluchtige opperzalen; en hij houwt zich vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met menie.

VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenKunstHuizenAanmatigende PlannenCederhoutRuime Plek

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain