'Brood' in de Bijbel
Want zij eten brood der goddeloosheid, en drinken wijn van enkel geweld.
Haar brood bereidt in den zomer, haar spijs vergadert in den oogst.
Komt, eet van Mijn brood, en drinkt van den wijn, dien Ik gemengd heb.
De gestolen wateren zijn zoet, en het verborgen brood is liefelijk.
Die zijn land bouwt, zal van brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, is verstandeloos.
Heb den slaap niet lief, opdat gij niet arm wordt; open uw ogen, verzadig u met brood.
Het brood der leugen is den mens zoet; maar daarna zal zijn mond vol van zandsteentjes worden.
Die goed van oog is, die zal gezegend worden; want hij heeft van zijn brood den armen gegeven.
Laat u niet gelusten zijner smakelijke spijzen, want het is een leugenachtig brood.
Eet het brood niet desgenen, die boos is van oog, en wees niet belust op zijn smakelijke spijzen;
Indien dengene, die u haat, hongert, geef hem brood te eten; en zo hij dorstig is, geef hem water te drinken;
Een arm man, die de geringen verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij.
Die zijn land bouwt, zal met brood verzadigd worden; maar die ijdele mensen volgt, zal met armoede verzadigd worden.
Ijdelheid en leugentaal doe verre van mij; armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels;
Om een knecht, als hij regeert; en een dwaas, als hij van brood verzadigd is;
He. Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen.
Tsade. Zij beschouwt de gangen van haar huis; en het brood der luiheid eet zij niet.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (21)
- Exodus (18)
- Leviticus (9)
- Numberi (4)
- Deuteronomium (8)
- Jozua (2)
- Richteren (4)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (13)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (16)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (1)
- Ezra (1)
- Nehemia (5)
- Job (7)
- Psalmen (14)
- Spreuken (17)
- Prediker (2)
- Jesaja (14)
- Jeremia (8)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (14)
- Hosea (2)
- Amos (3)
- Obadja (1)
- Maleachi (1)