'Dingen' in de Bijbel
Na deze dingen geschiedde het woord des HEEREN tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.
En het geschiedde na deze dingen, dat God Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik!
En het geschiedde na deze dingen, dat men Abraham boodschapte, zeggende: Zie, Milka heeft ook Nahor, uw broeder, zonen gebaard:
En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde van Jakob, zijner zusters zoon, zo liep hij hem tegemoet, en omhelsde hem, en kuste hem, en bracht hem tot zijn huis. En hij vertelde Laban al deze dingen.
Als zij voorgebracht werd, schikte zij tot haar schoonvader, om te zeggen: Bij den man, wiens deze dingen zijn, ben ik zwanger; en zij zeide: Beken toch, wiens deze zegelring, en deze snoeren, en deze staf zijn.
En het geschiedde na deze dingen, dat de huisvrouw zijns heren haar ogen op Jozef wierp; en zij zeide: lig bij mij!
En het geschiedde na deze dingen, dat de schenker des konings van Egypte en de bakker, zondigden tegen hun heer, tegen den koning van Egypte.
Toen zeide Jakob, hun vader, tot hen: Gij berooft mij van kinderen! Jozef is er niet, en Simeon is er niet; nu zult gij Benjamin wegnemen! al deze dingen zijn tegen mij!
Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef zeide: Zie, uw vader is krank! Toen nam hij zijn twee zonen met zich, Manasse en Efraim!
En indien hij haar deze drie dingen niet doet, zo zal zij om niet uitgaan, zonder geld.
En zij zal op het voorhoofd van Aaron zijn, opdat Aaron drage de ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israels zullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner geheiligde dingen; en zij zal geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden voor het aangezicht des HEEREN aangenaam te maken.
En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal gedaan zijn, om hun hand te vullen, en om hen te heiligen; maar een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn heilig.
Dit zijn de getelde dingen van den tabernakel, van den tabernakel der getuigenis, die geteld zijn naar den mond van Mozes, ten dienste der Levieten, door de hand van Ithamar, de zoon van den priester Aaron.
Als een mens door overtreding overtreden, en door afdwaling gezondigd zal hebben, wat onwetende van de heilige dingen des HEEREN, zo zal hij tot zijn schuldoffer den HEERE brengen een volkomen ram uit de kudde, met uw schatting aan zilveren sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, ten schuldoffer.
Zo zal hij, dat hij zondigende heeft onwetend van de heilige dingen, wedergeven, en zal deszelfs vijfde deel daarenboven toedoen, dat hij den priester geven zal; alzo zal de priester met den ram des schuldoffers voor hem verzoening doen, en het zal hem vergeven worden.
Aaron nu en zijn zonen deden al de dingen, die de HEERE door den dienst van Mozes geboden had.
Toen sprak Aaron tot Mozes: Zie, heden hebben zij hun zondoffer en hun brandoffer voor het aangezicht des HEEREN geofferd, en zulke dingen zijn mij wedervaren; en had ik heden het zondoffer gegeten, zou dat goed geweest zijn in de ogen des HEEREN?
De priester nu, die de reiniging doet, zal den man, die te reinigen is, en die dingen, stellen voor het aangezicht des HEEREN, aan de deur van de tent der samenkomst.
En zo wie die dingen aanroert, zal onrein zijn; daarom zal hij zijn klederen wassen, en zich met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
En wandelt niet in de inzettingen des volks, hetwelk Ik voor uw aangezicht uitwerp; want al deze dingen hebben zij gedaan; daarom ben Ik op hen verdrietig geworden.
De spijs zijns Gods, van de allerheiligste dingen, en van de heilige dingen, zal hij mogen eten;
Spreek tot Aaron en tot zijn zonen, dat zij zich van de heilige dingen der kinderen Israels, die zij Mij heiligen, afzonderen, opdat zij de Naam Mijner heiligheid niet ontheiligen: Ik ben de HEERE!
Zeg tot hen: Alle man onder uw geslachten, die uit uw ganse zaad tot de heilige dingen, die de kinderen Israels den HEERE heiligen, naderen zal, als zijn onreinigheid op hem is; diezelve mens zal van voor Mijn aangezicht uitgeroeid worden; Ik ben de HEERE!
Niemand van het zaad van Aaron, die melaats is, of een vloed heeft, zal van die heilige dingen eten, totdat hij rein is; mitsgaders die iets aanroert, dat onrein is van een dood lichaam, of iemand, wien het zaad der bijligging ontgaat.
De mens, die dat aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond, en hij zal van die heilige dingen niet eten, maar zal zijn vlees met water baden.
Als de zon zal ondergegaan zijn, dan zal hij rein zijn; en daarna zal hij van die heilige dingen eten; want dat is zijn spijze.
Maar als des priesters dochter een vreemden man zal toebehoren, zij zal van het hefoffer der heilige dingen niet eten.
Zo zullen zij niet ontheiligen de heilige dingen der kinderen Israels, die zij den HEERE zullen gegeven hebben;
En hen doen dragen de ongerechtigheid der schuld, als zij hun heilige dingen zouden eten; want Ik ben de HEERE, Die hen heilige!
Gij zult ook uit de hand des vreemden van al deze dingen uw God geen spijs offeren; want hun verdorvenheid is in hen, in dezelve is gebrek, zij zouden niet aangenaam zijn voor u.
En zo gij Mij tot deze dingen toe nog niet horen zult, Ik zal nog daar toe doen, om u zevenvoudig over uw zonden te tuchtigen.
Indien gij nog door deze dingen Mij niet getuchtigd zult zijn, maar met Mij in tegenheid wandelen;
Desgelijks zal alle heffing van alle geheiligde dingen der kinderen Israels, welke zij tot den priester brengen, zijne zijn.
En een ieders geheiligde dingen zullen zijne zijn; wat iemand den priester zal gegeven hebben, zal zijne zijn.
Maar de zonen van Kohath gaf hij niet; want de dienst der heilige dingen was op hen, die zij op de schouderen droegen.
Alle inboorling zal deze dingen alzo doen, offerende een vuuroffer tot een liefelijken reuk den HEERE.
Voorts sprak de HEERE tot Aaron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de kinderen Israels heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan uw zonen, tot een eeuwige inzetting.
Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels den HEERE zullen offeren, heb Ik aan u gegeven, en aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal een eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u.
Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs beste daarvan offert; en gij zult de heilige dingen van de kinderen Israels niet ontheiligen, opdat gij niet sterft.
Behalve het morgenbrandoffer, hetwelk tot een gedurig brandoffer is, zult gij deze dingen bereiden.
Achtervolgens deze dingen zult gij des daags, zeven dagen lang, de spijze des vuuroffers bereiden tot een liefelijken reuk den HEERE; boven dat gedurig brandoffer zal het bereid worden, met zijn drankoffer.
Deze dingen zult gij den HEERE doen op uw gezette hoogtijden; behalve uw geloften, en uw vrijwillige offeren, met uw brandofferen, en met uw spijsofferen, en met uw drankofferen, en met uw dankofferen.
Maar indien haar man die dingen ganselijk te niet maakt, ten dage als hij het hoort, niets van al wat uit haar lippen gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer ziel, zal bestaan; haar man heeft ze te niet gemaakt, en de HEERE zal het haar vergeven.
En deze dingen zullen ulieden zijn tot een inzetting van recht, bij uw geslachten, in al uw woningen.
Alleenlijk wacht u, en bewaart uw ziel wel, dat gij niet vergeet de dingen, die uw ogen gezien hebben; en dat zij niet van uw hart wijken, al de dagen uws levens; en gij zult ze aan uw kinderen en uw kindskinderen bekend maken.
Wanneer gij in angst zult zijn, en u al deze dingen zullen treffen; in het laatste der dagen, dan zult gij wederkeren tot den HEERE, uw God, en Zijn stem gehoorzaam zijn.
Hij is uw Lof, en Hij is uw God. Die bij u gedaan heeft deze grote en vreselijke dingen, die uw ogen gezien hebben.
Doch uw heilige dingen, die gij hebben zult, en uw geloften zult gij opnemen, en komen tot de plaats, die de HEERE verkiezen zal;
De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet.
Voorts zal het geschieden, wanneer al deze dingen over u zullen gekomen zijn, deze zegen of deze vloek, die ik u voorgesteld heb; zo zult gij het weder ter harte nemen, onder alle volken, waarheen u de HEERE, uw God, gedreven heeft;
Mijn is de wraak en de vergelding, ten tijde als hunlieder voet zal wankelen; want de dag huns ondergangs is nabij, en de dingen, die hun zullen gebeuren, haasten.
Zij zullen de volken tot den berg roepen; daar zullen zij offeranden der gerechtigheid offeren; want zij zullen den overvloed der zeeen zuigen, en de bedekte verborgen dingen des zands.
Zij dan namen die dingen uit het midden der tent, en zij brachten ze tot Jozua en tot al de kinderen Israels; en zij stortten ze uit voor het aangezicht des HEEREN.
En het zal geschieden, gelijk als al die goede dingen over u gekomen zijn, die de HEERE, uw God, tot u gesproken heeft, alzo zal de HEERE over u komen laten al die kwade dingen, totdat Hij u verdelge van dit goede land, hetwelk u HEERE, uw God gegeven heeft.
En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, stierf, oud zijnde honderd en tien jaren.
En hij zeide tot hen: Waarom doet gij al zulke dingen, dat ik deze uw boze stukken hore van dit ganse volk?
Vreest slechts den HEERE, en dient Hem trouwelijk met uw ganse hart; want ziet, hoe grote dingen Hij bij ulieden gedaan heeft!
Heb ik heden begonnen God voor hem te vragen? Dat zij verre van mij, de koning legge op zijn knecht geen ding, noch op het ganse huis mijns vader; want uw knecht heeft van al deze dingen niet geweten, klein noch groot.
Om Uws woords wil, en naar Uw hart hebt Gij al deze grote dingen gedaan, om aan Uw knecht bekend te maken.
En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israel, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende.
Als de koning David al deze dingen hoorde, zo ontstak hij zeer.
Die dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder de drie helden.
Ga heen, en spreek tot David: Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies u een uit die, dat Ik u doe.
Al deze dingen waren van kostelijke stenen, naar de maten gehouwen, van binnen en van buiten met de zaag gezaagd; en dat van den grondslag tot aan de neutstenen een palm breed, en van buiten tot het grote voorhof.
Alzo werd al het werk volbracht, dat de koning Salomo aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; het zilver en het goud, en de vaten legde hij onder de schatten van het huis des HEEREN.
En hij bracht in het huis des HEEREN de geheiligde dingen zijns vaders, en zijn geheiligde dingen, zilver, en goud, en vaten.
En het geschiedde na deze dingen, dat de zoon dezer vrouw, der waardin van het huis, krank werd; en zijn krankheid werd zeer sterk, totdat geen adem in hem overgebleven was.
Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.
Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth, en Jizreeliet, een wijngaard had, die te Jizreel was, bij het paleis van Achab, den koning van Samaria.
De koning nu sprak tot Gehazi, den jongen van den man Gods, zeggende: Vertel mij toch al de grote dingen, die Elisa gedaan heeft.
En Joas zeide tot de priesteren: Al het geld der geheiligde dingen, dat gebracht zal worden in het huis des HEEREN, te weten het geld desgenen, die overgaat tot de getelden, het geld van een ieder der personen naar zijn schatting, en al het geld, dat in ieders hart komt, om dat te brengen in het huis des HEEREN,
Maar Joas, de koning van Juda, nam al de geheiligde dingen, die Josafat, en Joram, en Ahazia, zijn vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde dingen, en al het goud, dat gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN, en van het huis des konings, en zond het tot Hazael, den koning van Syrie; toen trok hij op van Jeruzalem.
En zij hadden daar gerookt op alle hoogten, gelijk de heidenen, die de HEERE van hun aangezichten weggevoerd had; en zij hadden kwade dingen gedaan, om den HEERE tot toorn te verwekken.
Verder zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik zie? En de lieden der stad zeiden tot hem: Het is het graf van den man Gods, die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar van Beth-El gedaan hebt, uitgeroepen heeft.
Daartoe Jokim, en de mannen van Chozeba, en Joas, en Saraf (die over de Moabieten geheerst hebben) en de Jasubilehem; doch deze dingen zijn oud.
Deze dingen deed Benaja, de zoon van Jojada; dies had hij een naam onder die drie helden.
HEERE, om Uws knechts wil, en naar Uw hart, hebt Gij al dezen grote dingen gedaan, om al deze grote dingen bekend te maken.
En wie is als Uw volk Israel, een enig volk op de aarde, hetwelk God heengegaan is Zich tot een volk te verlossen, dat Gij U een Naam maaktet van grote en verschrikkelijke dingen, met de heidenen uit te stoten van het aangezicht Uws volks, hetwelk Gij uit Egypte verlost hebt?
Ga heen, en spreek tot David, zeggende: Aldus zegt de HEERE: Drie dingen leg Ik u voor; kies u een uit die, dat Ik u doe.
De kinderen van Amram waren Aaron en Mozes. Aaron nu werd afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des HEEREN, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen.
Omdat hun standplaats was aan de hand der zonen van Aaron in den dienst van het huis des HEEREN, over de voorhoven, en over de kameren, en over de reiniging van alle heilige dingen, en het werk van den dienst van het huis Gods;
Ook was, van de Levieten, Ahia over de schatten van het huis Gods, en over de schatten der geheiligde dingen.
Deze Selomith en zijn broederen waren over al de schatten der heilige dingen, die de koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden der vaderen, de oversten over duizenden en honderden, en de oversten des heirs;
En een voorbeeld van alles, wat bij hem door den Geest was, namelijk van de voorhoven van het huis des HEEREN, en van alle kameren rondom; tot de schatten van het huis Gods, en tot de schatten der heilige dingen;
En ik weet, mijn God, dat Gij het hart proeft, en dat Gij een welgevallen hebt aan oprechtigheden. Ik heb in oprechtigheid mijns harten al deze dingen vrijwillig gegeven, en ik heb nu met vreugde Uw volk, dat hier bevonden wordt, gezien, dat het zich jegens U vrijwillig gedragen heeft.
Alzo werd al het werk volbracht, dat Salomo aan het huis des HEEREN maakte. Daarna bracht Salomo de geheiligde dingen van zijn vader David; en het zilver, en het goud, en al de vaten legde hij onder de schatten van het huis Gods.
En als hij zich verootmoedigde, keerde de toorn des HEEREN van hem af, opdat Hij hem niet ten uiterste toe verdierf; ook waren in Juda nog goede dingen.
En hij bracht in het huis Gods de geheiligde dingen zijns vaders, en zijn geheiligde dingen, zilver en goud, en vaten.
Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
Want als Athalia goddelooslijk handelde, hadden haar zonen het huis Gods opengebroken, ja, zelfs alle geheiligde dingen van het huis des HEEREN besteed aan de Baals.
Nog waren der geheiligde dingen zeshonderd runderen en drie duizend schapen.
En de kinderen van Israel en Juda, die in de steden van Juda woonden, brachten ook tienden der runderen en der schapen, en tienden der heilige dingen, die den HEERE, hun God, geheiligd waren, en maakten vele hopen.
Daarin brachten zij die heffing, en de tienden, en de geheiligde dingen, in getrouwigheid; en daarover was Chonanja, de Leviet, overste, en Simei, zijn broeder, de tweede.
En zij kookten het pascha bij het vuur, naar het recht; maar de andere heilige dingen kookten zij in potten, en in ketels, en in pannen; en zij deelden het haastelijk onder al het volk.
En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en met thummim.
Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe, zeggende: Het volk Israels, en de priesters, en de Levieten, zijn niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, namelijk van de Kanaanieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de Egyptenaren en Amorieten.
En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en thummim.
Tot het brood der toerichting, en het gedurig spijsoffer, en tot het gedurig brandoffer, der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden, en tot de heilige dingen, en tot de zondofferen, om verzoening te doen over Israel; en tot alle werk van het huis onzes Gods.
Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan;
Zoekresultaten vervolgd...
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (9)
- Exodus (4)
- Leviticus (19)
- Numberi (12)
- Deuteronomium (8)
- Jozua (3)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (5)
- 1 Koningen (6)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (11)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (2)
- Nehemia (2)
- Job (13)
- Psalmen (14)
- Spreuken (12)
- Prediker (5)
- Jesaja (34)
- Jeremia (13)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (17)
- Daniël (9)
- Hosea (1)
- Joël (2)
- Nahum (1)
- Zacharia (5)
- Mattheüs (34)
- Markus (30)
- Lukas (56)
- Johannes (38)
- Handelingen (31)
- Romeinen (22)
- 1 Corinthiërs (33)
- 2 Corinthiër (10)
- Galaten (3)
- Efeziërs (7)
- Filippenzen (7)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (11)
- 2 Timotheüs (3)
- Titus (2)
- Hebreeën (24)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (3)
- 2 Petrus (7)
- 1 Johannes (6)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (13)
Verwante onderwerpen
- Aanvaardbare Houdingen Van Aanbidding
- Acht Dingen
- Achterkant Van Dingen
- Afmetingen Van Andere Dingen
- Alwetende God
- Andere Dingen
- Andere Dingen Testen
- Andere Ladingen Dragen
- Andere Verblindingen
- Angst Voor Andere Dingen
- Basis Van Dingen
- Bekleed Met Goede Dingen
- Bekleed Met Slechte Dingen
- Bijzondere Dingen
- Bovenkant Van Dingen
- Christus Die Dingen Verbergt
- De Rand Van Andere Dingen
- De Toekomst
- Dezelfde Dingen Zeggen
- Diepe Dingen
- Dingen
- Dingen Afwijzen
- Dingen Als Getuigen
- Dingen Als Tekenen
- Dingen Die Dooreen Geschud Worden
- Dingen Die Gestript Worden
- Dingen Die Niet Kunnen Redden
- Dingen Die Omringen
- Dingen Die Onthuld Worden
- Dingen Die Onzeker Zijn
- Dingen Die Opgeheven Worden
- Dingen Die Samen Zitten
- Dingen Die Stijgen
- Dingen Die Stoppen
- Dingen Die Verbeteren
- Dingen Die Verdwijnen
- Dingen Die Verslijten
- Dingen Die Voorgingen
- Dingen Herkennen
- Dingen Herstellen
- Dingen Horen
- Dingen Kiezen
- Dingen Manifesteren
- Dingen Neerzetten
- Dingen Onder
- Dingen Terechtwijzen
- Dingen Trekken
- Dingen Vallen
- Dingen Veranderen
- Dingen Verbinden
- Dingen Vergeten
- Dingen Vervloeken
- Dingen Verzegelen
- Dingen Vinden
- Dingen Wegsturen
- Dingen Zalven
- Dingen Zoals
- Dingen Zoals Brons
- Dingen Zoals De Zee
- Dingen Zoals Goud
- Dingen Zoals Ijzer
- Dingen Zoals Mensen
- Dingen Zoals Slangen
- Dingen Zoals Water
- Dingen Zoals Zilver
- Dingen Zoeken Hierboven
- Drie Andere Dingen
- Duizend Dingen
- Een Tiende Van Dingen
- Eerste Dingen
- Enkele Dingen
- Gebroken Dingen
- Geen Andere Dingen Begrijpen
- Geen Spirituele Dingen Zien
- Geheime Dingen
- Gelijkenis Met Dingen
- Gewichten Van Andere Dingen
- God Die Dingen Haat
- God Droogt De Dingen
- God Noemt Dingen
- God Verandert Slechte Dingen In Goed
- Gods Dingen Nemen
- Gods Dingen Verzaken
- Gods Dingen Verzuimen
- Gods Onthulde Dingen
- Gods Verborgen Dingen
- Gods Woord Is Rechtvaardig
- Goede Dingen Geven
- Goede Dingen Van Veraf
- Grote Dingen
- Handige Dingen
- Heilige Dingen Aanraken
- Heilige Dingen Dragen
- Helft Van De Dingen
- Herstel Van Alle Dingen
- Het Bestaan Van Dingen
- Het Verleden
- Hoge Dingen
- Houden Van Gods Dingen
- Houdingen In Gebed
- Houdingen Tegenover Andere Mensen
- Houdingen Tegenover Armoede
- Houdingen Tegenover Geld
- Houdingen Tegenover Kinderen
- Houdingen Tegenover Koningen
- Houdingen Tegenover Onvruchtbaarheid
- Houdingen Tegenover Vervolging
- Houdingen Tegenover Vreemdelingen
- Houdingen Tijdens Het Wachten Op De Wederkomst
- Houdingen Van Afwijzing
- Houdingen Van Berouw
- Houdingen Van Christenen Tegenover De Wereld
- Houdingen Van Dankbaarheid
- Houdingen Van Eerbied
- Houdingen Van Gebed
- Houdingen Van Geloof
- Houdingen Van Heiligheid
- Houdingen Van Hoop
- Houdingen Van Koppigheid
- Houdingen Van Liefde
- Houdingen Van Lof
- Houdingen Van Nederigheid
- Houdingen Van Ouderdom
- Houdingen Van Rebellie
- Houdingen Van Respect
- Houdingen Van Trots
- Houdingen Van Vertrouwen
- Houdingen Van Vijandigheid
- Houdingen Van Waakzaamheid
- Houdingen van Zelfontkenning
- Ik Ben De Heer
- In Drie Dingen Verdelen
- Kampen, Onreine Dingen
- Kleine Dingen
- Kleine Dingen Die God Gebruikt
- Laatste Dingen
- Lange Dingen
- Lege Dingen
- Levende Dingen
- Materiële Dingen Delen
- Mensen Die Andere Dingen Bezitten
- Mensen Die Andere Dingen Geven
- Mensen Die Dingen Benoemen
- Mensen Die Dingen Opdrogen
- Misleidende Dingen Vertrouwen
- Niet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen
- Niet Verwante Dingen
- Niet Zoals Dingen
- Nieuwe Dingen
- Nutteloze Dingen
- Ommekeer Van Dingen
- Omwille Van De Dingen
- Onbekende Dingen
- Ondraaglijke Dingen
- Ongepaste Dingen
- Onreine Dingen
- Ontladingen
- Ontsnappen, Fysieke Dingen
- Ontsnappen, Spirituele Dingen
- Onzekere Dingen
- Onzichtbare Dingen
- Oude Dingen
- Overtredingen Tegen De Heilige Geest
- Personen Met Dingen
- Plezier, Materiële Dingen
- Pure Dingen
- Rechte Dingen
- Schoonheid Van Dingen
- Slechte Dingen
- Slechte Dingen
- Smalle Dingen
- Soorten Levende Dingen
- Tekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel
- Tien Dingen
- Twaalf Dingen
- Twee Andere Dingen
- Twee Immateriële Dingen
- Unieke Dingen
- Van Andere Dingen Houden
- Verborgen Dingen
- Verkondingen
- Verleden
- Verleidingen Van Zonde
- Vernietigen, Tijdelijke Dingen
- Vier Andere Dingen
- Vijf Dingen
- Vochtige Dingen
- Volgens Dingen
- Vreemde Dingen
- Waar Zijn Dingen?
- Waarom Deed God Dingen?
- Waarom Mensen Dingen Deden
- Werkelijke Scheidingen
- Zes Dingen
- Zeven Dingen
- Zilver
- Zoeken Voor Abstracte Dingen
- Zoeken Voor Concrete Dingen