'Haar' in de Bijbel
Zo zal de vergadering der volken U omsingelen; keer dan boven haar weder in de hoogte.
Breek den arm des goddelozen en bozen. zoek zijn goddeloosheid, totdat Gij haar niet vindt.
Haar uitgang is van het einde des hemels, en haar omloop tot aan de einden deszelven; en niets is verborgen voor haar hitte.
Een psalm van David. De aarde is des HEEREN, mitsgaders haar volheid, de wereld, en die daarin wonen.
Des Konings Dochter is geheel verheerlijkt inwendig; haar kleding is van gouden borduursel.
In gestikte klederen zal zij tot den Koning geleid worden; de jonge dochteren, die achter haar zijn, haar medegezellinnen, zullen tot u gebracht worden.
Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeen;
Laat haar wateren bruisen, laat ze beroerd worden; laat de bergen daveren, door derzelver verheffing! Sela.
God is in het midden van haar, zij zal niet wankelen; God zal haar helpen in het aanbreken van den morgenstond.
God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek.
Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid. Sela.
Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens;
Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt.
Een psalm van Asaf. De God der goden, de HEERE spreekt, en roept de aarde, van den opgang der zon tot aan haar ondergang.
Zo Mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen; want Mijn is de wereld en haar volheid.
Dag en nacht omringen zij haar op haar muren; en ongerechtigheid en overlast is binnen in haar.
Enkel verderving is binnen in haar; en list en bedrog wijkt niet van haar straat.
Zij hebben vurig venijn, naar gelijkheid van vurig slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, die haar oren toestopt;
De aarde geeft haar gewas; God, onze God, zal ons zegenen.
Want God zal Sion verlossen, en de steden van Juda bouwen; en aldaar zullen zij wonen, en haar erfelijk bezitten;
[ (Psalms 69:37) En het zaad Zijner knechten zal haar beerven; en de liefhebbers Zijns Naams zullen daarin wonen. ]
Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde.
Zelfs vindt de mus een huis, en de zwaluw een nest voor zich, waar zij haar jongen legt, bij Uw altaren, HEERE der heirscharen, mijn Koning, en mijn God!
Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze.
De hemel is Uwe, ook is de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond.
De rivieren verheffen, o HEERE! de rivieren verheffen haar bruisen; de rivieren verheffen haar aanstoting.
Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.
De zee bruise met haar volheid, de wereld met degenen, die daarin wonen.
Gij zult opstaan, Gij zult U ontfermen over Sion, want de tijd om haar genadig te zijn, want de bestemde tijd is gekomen.
Want Uw knechten hebben een welgevallen aan haar stenen, en hebben medelijden met haar gruis.
Als de wind daarover gegaan is, zo is zij niet meer, en haar plaats kent haar niet meer.
Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.
Hij heeft de maan gemaakt tot de gezette tijden, de zon weet haar ondergang.
Als Hij spreekt, zo doet Hij een stormwind opstaan, die haar golven omhoog verheft.
De oprechten zien het, en zijn verblijd, maar alle ongerechtigheid stopt haar mond.
Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.
Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen.
Ziet, wij hebben van haar gehoord in Efratha; wij hebben haar gevonden in de velden van Jaar.
Ik zal haar kost rijkelijk zegenen, haar nooddruftigen zal Ik met brood verzadigen.
En haar priesters zal Ik met heil bekleden, en haar gunstgenoten zullen zeer juichen.
HEERE! gedenk aan de kinderen van Edom, aan den dag van Jeruzalem; die daar zeiden: Ontbloot ze, ontbloot ze, tot haar fondament toe!
Daarom, hoe kostelijk zijn mij, o God, Uw gedachten! hoe machtig veel zijn haar sommen!
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (136)
- Exodus (55)
- Leviticus (67)
- Numberi (60)
- Deuteronomium (37)
- Jozua (112)
- Richteren (66)
- Ruth (33)
- 1 Samuël (37)
- 2 Samuël (35)
- 1 Koningen (39)
- 2 Koningen (50)
- 1 Kronieken (42)
- 2 Kronieken (27)
- Ezra (3)
- Nehemia (16)
- Esther (23)
- Job (36)
- Psalmen (42)
- Spreuken (66)
- Prediker (7)
- Hooglied (9)
- Jesaja (61)
- Jeremia (113)
- Klaagliederen (21)
- Ezechiël (105)
- Daniël (8)
- Hosea (19)
- Joël (5)
- Amos (8)
- Jona (3)
- Micha (14)
- Nahum (9)
- Habakuk (1)
- Zefanja (8)
- Haggaï (38)
- Zacharia (13)
- Maleachi (2)