'Hetgeen' in de Bijbel
En het onedele der wereld, en het verachte heeft God uitverkoren, en hetgeen niets is, opdat Hij hetgeen iets is, te niet zou maken;
Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft dien, die Hem liefhebben.
Want wie van de mensen weet, hetgeen des mensen is, dan de geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, hetgeen Gods is, dan de Geest Gods.
Want niemand kan een ander fondament leggen, dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus.
Zo dan oordeelt niets voor den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis verborgen is, en openbaren de raadslagen der harten; en alsdan zal een iegelijk lof hebben van God.
En deze dingen, broeders, heb ik op mijzelven en Apollos bij gelijkenis toegepast, om uwentwil; opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven hetgeen geschreven is, dat gij niet, de een om eens anders wil, opgeblazen wordt tegen den ander.
En dit zeg ik tot uw eigen voordeel; niet opdat ik een strik over u zou werpen, maar om u te leiden tot hetgeen wel voegt, en bekwaam is, om den Heere wel aan te hangen, zonder herwaarts en derwaarts getrokken te worden.
Ulieden heeft geen verzoeking bevangen dan menselijke; doch God is getrouw, Die u niet zal laten verzocht worden boven hetgeen gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven, opdat gij ze kunt verdragen.
Als tot verstandigen spreek ik; oordeelt gij, hetgeen ik zeg.
Ja, ik zeg, dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt.
En indien ik door genade der spijze deelachtig ben, waarom word ik gelasterd over hetgeen, waarvoor ik dankzeg?
Dit nu, hetgeen ik u aanzegge, prijs ik niet, namelijk dat gij niet tot beter, maar tot erger samenkomt.
Want ik heb van den Heere ontvangen, hetgeen ik ook u overgegeven heb, dat de Heere Jezus in den nacht, in welken Hij verraden werd, het brood nam;
Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
Doch onze sierlijke hebben het niet van node; maar God heeft het lichaam alzo samengevoegd, gevende overvloediger eer aan hetgeen gebrek aan dezelve heeft;
Doch wanneer het volmaakte zal gekomen zijn, dan zal hetgeen ten dele is, te niet gedaan worden.
Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, was ik gezind als een kind, overlegde ik als een kind; maar wanneer ik een man geworden ben, zo heb ik te niet gedaan hetgeen eens kinds was.
Zelfs ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen onderscheid met hun klank geven, hoe zal bekend worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt?
Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt.
Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;
Gij dwaas, hetgeen gij zaait, wordt niet levend, tenzij dat het gestorven is;
En hetgeen gij zaait, daarvan zaait gij het lichaam niet, dat worden zal, maar een bloot graan, naar het voorvalt, van tarwe, of van enig der andere granen.
En ik verblijde mij over de aankomst van Stefanas, en Fortunatus, en Achaikus, want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (12)
- Exodus (11)
- Leviticus (11)
- Numberi (3)
- Deuteronomium (5)
- Jozua (3)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (6)
- 2 Samuël (1)
- 1 Koningen (2)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (7)
- Ezra (1)
- Esther (1)
- Job (3)
- Psalmen (5)
- Spreuken (2)
- Prediker (9)
- Jesaja (11)
- Jeremia (4)
- Ezechiël (9)
- Daniël (3)
- Amos (1)
- Obadja (1)
- Habakuk (1)
- Zacharia (1)
- Maleachi (1)
- Mattheüs (19)
- Markus (8)
- Lukas (35)
- Johannes (9)
- Handelingen (36)
- Romeinen (14)
- 1 Corinthiërs (24)
- 2 Corinthiër (12)
- Galaten (7)
- Efeziërs (2)
- Filippenzen (7)
- Colossenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (1)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (3)
- Titus (2)
- Filémon (2)
- Hebreeën (7)
- 1 Petrus (3)
- 2 Petrus (2)
- 1 Johannes (6)
- 2 Johannes (2)
- 3 Johannes (1)
- Judas (1)
- Openbaring (10)