126 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Tegen' in de Bijbel

En des HEEREN woord geschiedde ten tweeden male tot mij, zeggende: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een ziedenden pot, welks voorste deel tegen het noorden is.

VersbegrippenGericht Naar Het NoordenVanuit Het NoordenHete ZakenKijken En ZienPotten Om Te Koken En Te EtenKokenKookpot

Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda.

VersbegrippenPoortenTroonAan De Poort ZittenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

En Ik zal Mijn oordelen tegen hen uitspreken over al hun boosheid; dat zij Mij verlaten hebben, en anderen goden gerookt, en zich gebogen hebben voor de werken hunner handen.

VersbegrippenGod Als RechterGod VerzakenMonotheïsmeHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodOntrouw Tegenover GodIdoolaanbiddingAndere GodenAfgoderij

Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen haar vorsten, tegen haar priesteren, en tegen het volk van het land.

VersbegrippenBronsStadIjzerZuilenMurenBronsMetaforische PilarenFiguurlijke MurenDingen Zoals BronsDingen Zoals IjzerKoningen Van JudaFamilie GeschilPriesters

De priesters zeiden niet: Waar is de HEERE? en die de wet handelden, kenden Mij niet; en de herders overtraden tegen Mij; en de profeten profeteerden door Baal, en wandelden naar dingen, die geen nut doen.

VersbegrippenAanbidding Van Baäl, GeschiedenisDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTOntoereikende HerdersDe Wet BestuderenWaar Is God?Profeten Van Andere Goden

Waarom twist gij tegen Mij? Gij hebt allen tegen Mij overtreden, spreekt de HEERE.

VersbegrippenHoudingen Van RebellieOpstand Van IsraëlOpstand Tegen God

Gij henen, en roep deze woorden uit tegen het noorden, en zeg: Bekeer u, gij afgekeerde Israel! spreekt de HEERE, zo zal Ik Mijn toorn op ulieden niet doen vallen; want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE. Ik zal den toorn niet in eeuwigheid behouden.

VersbegrippenBarmhartigheidVerkondingenTerugkeren Naar GodTerugkeer Van Het NoordenGod Zal Niet Meer Kwaad ZijnAfvalligheidAfvalligenWoede En Vergiffenis

Alleen ken uw ongerechtigheid, dat gij tegen den HEERE, uw God, hebt overtreden, en uw wegen verstrooid hebt tot de vreemden, onder allen groenen boom, maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest, spreekt de HEERE.

VersbegrippenOpstand Van IsraëlDe Aard Van ZondeErkennen Van ZondeBeleden ZondeAanbidden Aan BomenOpstand Tegen GodSchuld

Waarlijk, gelijk een vrouw trouwelooslijk scheidt van haar vriend, alzo hebt gijlieden trouwelooslijk tegen Mij gehandeld, gij huis Israels! spreekt de HEERE.

VersbegrippenDe Invloed Van God KennenHuwelijk Tussen God En Zijn MensenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodOntrouw Tegenover GodVrouwenOntrouw

Wij liggen in onze schaamte, en onze schande overdekt ons, want wij hebben tegen den HEERE, onzen God, gezondigd, wij en onze vaderen, van onze jeugd aan tot op dezen dag; en wij zijn der stem des HEEREN, onzes Gods, niet gehoorzaam geweest.

VersbegrippenHet Effect Van ZondeDe Zonde Van OudersZelfvernederingSlecht Zijn Van Jongsaf AanSchaamte Is AangekomenWe Hebben Gezondigd

Er zal Mij een wind komen, die hun te sterk zal zijn. Nu zal Ik ook oordelen tegen hen uitspreken.

Vermeldt den volke, ziet, doet het horen tegen Jeruzalem; daar komen hoeders uit verren lande; en zij verheffen hun stem tegen de steden van Juda.

VersbegrippenStemmenVoorspelde Aanvallen Op JeruzalemMensen Van Ver WegVertellen Over BewegingenNaties die Israël aanvallen

Als de wachters der velden zijn zij rondom tegen haar; omdat zij tegen Mij wederspannig geweest is, spreekt de HEERE.

VersbegrippenOpstand Van Israël

Daarom heeft hen een leeuw uit het woud verslagen, een wolf der wildernissen zal hen verwoesten; een luipaard waakt tegen hun steden; al wie uit dezelve uitgaat, zal verscheurd worden; want hun overtredingen zijn vermenigvuldigd, hun afkeringen zijn machtig veel geworden.

VersbegrippenBossenLuipaardVleesetendeWolvenIn Gevaar Van De Leeuwen

Want het huis van Israel en het huis van Juda hebben gans trouwelooslijk tegen Mij gehandeld, spreekt de HEERE.

VersbegrippenOntrouw Tegenover GodOntrouw

Maar er zullen herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen tenten rondom tegen haar opslaan; zij zullen een iegelijk zijn ruimte afweiden.

VersbegrippenHerders Als Koningen En Leiders

Heiligt den krijg tegen haar, maakt u op, en laat ons optrekken op den middag; o, wee ons! want de dag heeft zich gewend, want de avondschaduwen neigen zich.

VersbegrippenMiddagSchaduwenZonsondergangVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt bomen af, en werpt een wal op tegen Jeruzalem; zij is de stad, die bezocht zal worden; in het midden van haar is enkel verdrukking.

VersbegrippenDe Aard Van OnderdrukkingLijden En OntberingBomen Vellen

En hun huizen zullen omgewend worden tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; want Ik zal Mijn hand uitstrekken tegen de inwoners dezes lands, spreekt de HEERE.

VersbegrippenGods HandGods Uitgestrekte HandenVrouwen Overdragen

Boog en spies zullen zij voeren, het is een wreed volk, en zij zullen niet barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden zullen zij rijden; het is toegerust, als een man ten oorlog tegen u, o dochter van Sion!

VersbegrippenDochtersUitrusting, FysiekVijanden Van Israël En JudaAchterkantMenselijke GenadeZeeDingen Zoals De ZeeBulderen Van NatiesOnderdrukkersMetaforische Verwijzingen Naar De ZeeMensen Zonder Genade

Waarom blijven wij zitten? Verzamelt u, en laat ons ingaan in de vaste steden, en aldaar stilzwijgen; immers heeft ons de HEERE, onze God, doen stilzwijgen, en ons met gallewater gedrenkt, omdat wij tegen den HEERE gezondigd hebben.

VersbegrippenGif

Want ziet, Ik zend slangen, basilisken onder ulieden, tegen dewelke geen bezwering is; die zullen u bijten, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBijtenGifSlangenbeten

En ik was als een lam, als een os, die geleid wordt om te slachten; want ik wist niet, dat zij gedachten tegen mij dachten, zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht verderven, en laat ons hem uit het land der levenden uitroeien, dat zijn naam niet meer gedacht worde.

VersbegrippenLammerenGedood Worden Als Een DierMensen VergetenUitgeveegde NamenPogingen Om Bepaalde Mensen Te DodenGedood Worden Als Een Dier

Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans van Uw oordelen met U spreken; waarom is der goddelozen weg voorspoedig, waarom hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk trouweloosheid bedrijven?

VersbegrippenOntrouw Als OngehoorzaamheidDe Gerechtigheid Van GodVragenDuidelijk OnrechtPartijdigheidTwijfel Aan Gods GerechtigheidVoorspoed Van Het KwaadDe Goddelozen GedijenGedijen

Mijn erfenis is Mij geworden als een leeuw in het woud; zij heeft haar stem tegen Mij verheven, daarom heb Ik haar gehaat.

VersbegrippenBossenHaatLeeuwenGod Die Mensen Haat

Mijn erfenis is Mij een gesprenkelde vogel; de vogelen zijn rondom tegen haar; komt aan, verzamelt, al gij gedierte des velds, komt om te eten!

VersbegrippenVogels, Figuurlijk GebruikSoorten VogelsMensenetende DierenRoofvogelsOnzuivere WezensVogels

En Ik zal hen in stukken slaan, den een tegen den ander, zo de vaders als de kinderen te zamen, spreekt de HEERE; Ik zal niet verschonen noch sparen, noch Mij ontfermen, dat Ik hen niet zou verderven.

VersbegrippenDe Houding Van God Tegenover WreedheidGod Die Mensen SlaatGod Zonder Genade

Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE! doe het om Uws Naams wil; want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd.

VersbegrippenGetuigen Tegen ZichzelfWe Hebben GezondigdAfvalligheidGetuigen

HEERE! wij kennen onze goddeloosheid, en onzer vaderen ongerechtigheid, want wij hebben tegen U gezondigd.

VersbegrippenHet Effect Van ZondeErkennen Van ZondeZelfkennisWe Hebben GezondigdSchuldErkennendBiechten

Want Ik heb u tegen dit volk gesteld tot een koperen vasten muur; zij zullen wel tegen u strijden, maar u niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om u uit te rukken, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBronsFiguurlijke MurenDingen Zoals BronsGod Met Specifieke MensenGod Redt De Behoeftigen

En het zal geschieden, als gij dit volk al deze woorden zult aanzeggen, en zij tot u zeggen: Waarom spreekt de HEERE al dit grote kwaad over ons, en welke is onze misdaad, en welke is onze zonde, die wij tegen den HEERE, onzen God, gezondigd hebben?

VersbegrippenGod Schaadde HenWelke Zonde?Waarom Doet God Dit?

Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een gedachte; zo bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed.

VersbegrippenDe Aard Van BekeringPlannenHervormingGod Zal Kwaad Brengen

Toen zeiden zij: Komt aan, laat ons gedachten tegen Jeremia denken; want de wet zal niet vergaan van den priester, noch de raad van den wijze, noch het woord van den profeet; komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren naar enige zijner woorden!

VersbegrippenAfwijzen Van Goed AdviesRaadgeversPlannenDe Wet BestuderenHet Werk Van De WijzenDe Raad Van De MensDe tongWijsheid En LeidingVerloren ZijnGods Plan Voor OnsGeruchten

Doch Gij, HEERE! weet al hun raad tegen mij ten dode; maak geen verzoening over hun ongerechtigheid, en delg hun zonde niet uit van voor Uw aangezicht; maar laat hen nedergeveld worden voor Uw aangezicht; handel alzo met hen, ten tijde Uws toorns.

VersbegrippenOnvergeeflijkheidPogingen Om Mij Te DodenGod Die Niet VergeeftWoede En Vergiffenis

Vraag toch den HEERE voor ons, want Nebukadrezar, de koning van Babel, strijdt tegen ons; misschien zal de HEERE met ons doen naar al Zijn wonderen, dat hij van ons optrekke.

Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ziet, Ik zal de krijgswapenen omwenden, die in ulieder hand zijn, met dewelke gij strijdt tegen den koning van Babel en tegen de Chaldeen, die u belegeren, van buiten aan den muur; en Ik zal ze verzamelen in het midden van deze stad.

VersbegrippenGod Zal Nederlaag VeroorzakenPerspectief

En Ik Zelf zal tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, en met grote verbolgenheid.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodKracht Van God

Want Ik heb Mijn aangezicht tegen deze stad gesteld ten kwade en niet ten goede, spreekt de HEERE; zij zal gegeven worden in de hand des konings van Babel, en hij zal ze met vuur verbranden.

VersbegrippenBabylonJeruzalem VerbrandenGod TegenGod Zal Nederlaag Veroorzaken

Ziet, Ik wil aan u, gij inwoneres des dals, gij rots van het plein! spreekt de HEERE; gijlieden, die zegt: Wie zou tegen ons afkomen, of wie zou komen in onze woningen?

VersbegrippenVals VertrouwenValse VeiligheidGod Tegen

Want Ik zal verdervers tegen u heiligen, elk met zijn gereedschap, die zullen uw uitgelezen cederen omhouwen, en in het vuur werpen.

VersbegrippenBomen VellenZij Die VernietigenPlanten Verbranden

Gij zult dan al deze woorden tot hen profeteren, en gij zult tot hen zeggen: De HEERE zal brullen uit de hoogte, en Zijn stem verheffen uit de woning Zijner heiligheid; Hij zal schrikkelijk brullen over Zijn woonstede; Hij zal een vreugdegeschrei, als de druiven treders, uitroepen tegen alle inwoners der aarde.

VersbegrippenDruivenDonderWoord Van GodDruiven VertrappelenKreet Van GodDonder Die Gods Oordeel Aankondigt

Waarom hebt gij in den Naam des HEEREN geprofeteerd, zeggende: Dit huis zal worden als Silo, en deze stad zal woest worden, dat er niemand wone? En het ganse volk werd vergaderd tegen Jeremia, in het huis des HEEREN.

VersbegrippenLege StedenHet huis Van God In Silo

Toen spraken de priesters en de profeten tot de vorsten en tot al het volk, zeggende: Aan dezen man is een oordeel des doods, want hij heeft geprofeteerd tegen deze stad, gelijk als gij met uw oren gehoord hebt.

VersbegrippenDoodstraf Voor Ketterij

Maar Jeremia sprak tot al de vorsten en tot al het volk, zeggende: De HEERE heeft mij gezonden, om tegen dit huis en tegen deze stad te profeteren al de woorden, die gij gehoord hebt;

VersbegrippenGod Stuurde Profeten

Nu dan, maakt uw wegen en uw handelingen goed, en gehoorzaamt de stem des HEEREN, uws Gods; zo zal het den HEERE berouwen over het kwaad, dat Hij tegen u gesproken heeft.

VersbegrippenVerbintenis Tot GodBekering Van GodGeest, Van GodHervormingGehoorzaamheid Aan GodGod Verandert Van GedachtenMensen Die Van Gedacht VeranderenGods PlanBeslissingen NemenGods PlanGod Verandert Slechte Dingen In Goed

Hebben ook Hizkia, de koning van Juda, en gans Juda hem ooit gedood? Vreesde hij niet den HEERE, en smeekte des HEEREN aangezicht, zodat het den HEERE berouwde over het kwaad, dat Hij tegen hen gesproken had? Wij dan doen een groot kwaad tegen onze zielen.

VersbegrippenGod Verandert Van GedachtenDe Gunst Van God Zoeken

Er was ook een man, die in den Naam des HEEREN profeteerde, Uria, de zoon van Semaja, van Kirjath-Jearim; die profeteerde tegen deze stad en tegen dit land, naar al de woorden van Jeremia.

VersbegrippenGenoemde Profeten Van De Heer

De profeten, die voor mij en voor u van ouds geweest zijn, die hebben tegen veel landen en tegen grote koninkrijken geprofeteerd, van krijg, en van kwaad, en van pestilentie.

VersbegrippenKoninkrijkenPlagenVoorspellenGod Spreekt Over Oud

Daarom, zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal u wegwerpen van den aardbodem; dit jaar zult gij sterven, omdat gij een afval gesproken hebt tegen den HEERE.

VersbegrippenOpstand Tegen GodNabijheid Van De DoodDe Dood NadertOpstand Tegen GodOpstand

Daarom zegt de HEERE alzo: Ziet, Ik zal bezoeking doen over Semaja, den Nechelamiet, en over zijn zaad; hij zal niemand hebben, die in het midden dezes volks wone, en zal het goede niet zien, dat Ik Mijn volke doen zal, spreekt de HEERE; want hij heeft een afval gesproken tegen den HEERE.

VersbegrippenOpstand Tegen GodValse Apostels, Profeten En Leraars

Is niet Efraim Mij een dierbare zoon, is hij Mij niet een troetelkind? Want sinds Ik tegen hem gesproken heb, denk Ik nog ernstelijk aan hem; daarom rommelt Mijn ingewand over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk ontfermen, spreekt de HEERE.

VersbegrippenDe Vreugde Van GodHet Medeleven Van GodHet Lijden Van GodIntimiteitHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodIngewandenSpirituele AdoptieIsraël Als Zonen Van GodGod Onthoudt Zijn MensenGod Zal Genade Tonen

En het ganse dal der dode lichamen en der as, en al de velden tot aan de beek Kidron, tot aan den hoek van de Paardenpoort tegen het oosten, zal den HEERE een heiligheid zijn; er zal niets weder uitgerukt, noch afgebroken worden in eeuwigheid.

VersbegrippenGenoemde PoortenHeilig LandJeruzalem In Het Duizendjarig Koninkrijk

En hij zal Zedekia naar Babel voeren, en aldaar zal hij zijn, totdat Ik hem bezoek, spreekt de HEERE; ofschoon gijlieden tegen de Chaldeen strijdt, gij zult toch geen geluk hebben.)

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen NaarVerbannen Koningen

Zie, de wallen! zij zijn gekomen aan de stad, om die in te nemen, en de stad is gegeven in de hand der Chaldeen, die tegen haar strijden; vanwege het zwaard en den honger en de pestilentie; en wat Gij gesproken hebt, is geschied, en zie, Gij ziet het.

VersbegrippenAanvallenWerkelijke Aanvallen Op JeruzalemGod Zal Nederlaag Veroorzaken

En de Chaldeen, die tegen deze stad strijden, zullen er inkomen, en deze stad met vuur aansteken, en zullen ze verbranden, met de huizen, op welker daken zij aan Baal gerookt, en anderen goden drankofferen geofferd hebben, om Mij te vertoornen.

VersbegrippenAanbod DrankDe Gevolgen Van De Toorn Van GodDakBovenop Het DakJeruzalem VerbrandenWierook Tijdens De MisAndere Goden

Er zijn er wel ingekomen, om te strijden tegen de Chaldeen, maar het is om die te vullen met dode lichamen van mensen, die Ik verslagen heb in Mijn toorn en in Mijn grimmigheid; en omdat Ik Mijn aangezicht van deze stad verborgen heb, om al hunlieder boosheid.

VersbegrippenGezicht Van GodVerzoening Van De Wereld Met GodHuizen VullenGod Verschuilt

En Ik zal hen reinigen van al hun ongerechtigheid, met dewelke zij tegen Mij gezondigd hebben; en Ik zal vergeven al hun ongerechtigheden, met dewelke zij tegen Mij gezondigd en met dewelke zij tegen Mij overtreden hebben.

VersbegrippenReinheid, Metaforisch GebruikOpstand Tegen GodGereinigd Van Zonde WordenGod Zal VergevenOpstand Tegen GodSchuldVergevenReinigingOpstand

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning van Babel, en zijn ganse heir, en alle koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, en tegen al haar steden), zeggende:

VersbegrippenKoninkrijkenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

Als het heir des konings van Babel streed tegen Jeruzalem, en tegen al de overgeblevene steden van Juda, tegen Lachis en tegen Azeka; want deze, zijnde vaste steden, waren overgebleven onder de steden van Juda.

VersbegrippenVersterkingenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

Daarom zegt de HEERE alzo: Gijlieden hebt naar Mij niet gehoord, om vrijheid uit te roepen, een iegelijk voor zijn broeder, en een iegelijk voor zijn naaste; ziet, zo roep Ik uit tegen ulieden, spreekt de HEERE, een vrijheid ten zwaarde, ter pestilentie, en ten honger, en zal u overgeven ter beroering allen koninkrijken der aarde.

VersbegrippenIroniePlagenVerkondingenHongersnood Komende Van GodKwaad En VrijheidHorror Veroorzaken

Ziet, Ik zal bevel geven, spreekt de HEERE, en zal hen weder tot deze stad brengen, en zij zullen tegen haar strijden, en zullen ze innemen, en zullen ze met vuur verbranden; en Ik zal de steden van Juda stellen tot een verwoesting, dat er niemand in wone.

VersbegrippenAfvalLege StedenJeruzalem VerbrandenWerkelijke Aanvallen Op JeruzalemSteden Veroveren

Daarom alzo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal over Juda en over alle inwoners van Jeruzalem brengen al het kwaad, dat Ik tegen hen gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben, en Ik tot hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord.

VersbegrippenAfwijzing Van GodAfwijzing Van Gods RoepGods Oproep, Enkelen BeantwoordenGod BeantwoordenAnderen Die Niet AntwoordenGod Zal Kwaad Brengen

Misschien zal hunlieder smeking voor des HEEREN aangezicht nedervallen, en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg; want groot is de toorn en de grimmigheid, die de HEERE tegen dit volk heeft uitgesproken.

VersbegrippenGebed Beschreven AlsGod Beantwoordt GebedMorele KeuzevrijheidWoede En VergiffenisSmeekbedePetitie

En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, dat zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken.

VersbegrippenAngst Voor Gods Woord

En de Chaldeen zullen wederkeren, en tegen deze stad strijden; en zij zullen ze innemen, en zullen ze met vuur verbranden.

VersbegrippenJeruzalem Verbranden

Want al sloegt gijlieden het ganse heir der Chaldeen, die tegen u strijden, en er bleven van hen enige verwonde mannen over, zo zouden zich die, een iegelijk in zijn tent, opmaken, en deze stad met vuur verbranden.

VersbegrippenNederlaagJeruzalem Verbranden

Voorts zeide Jeremia tot den koning Zedekia: Wat heb ik tegen u, of tegen uw knechten, of tegen dit volk gezondigd, dat gijlieden mij in het gevangenhuis gesteld hebt?

VersbegrippenGevangenschapAndere Mensen Kwaad Berokkenen

Waar zijn nu ulieder profeten, die u geprofeteerd hebben, zeggende: De koning van Babel zal niet tegen ulieden, noch tegen dit land komen.

VersbegrippenOngelovige Profeten

En de koning Zedekia zeide: Ziet, hij is in uw hand; want de koning zou geen ding tegen u vermogen.

VersbegrippenIn De Hand GegevenNiet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen

In het negende jaar van Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.

VersbegrippenInvasiesMaandLegers Tegen IsraëlMaand 10Jaren Van ZedekiaWerkelijke Aanvallen Op JeruzalemSteden VeroverenKoningen Van Juda

Doch het heir der Chaldeen jaagde hen achterna; en zij achterhaalden Zedekia in de vlakke velden van Jericho, en vingen hem, en brachten hem opwaarts tot Nebukadrezar, den koning van Babel, naar Ribla, in het land van Hamath; die sprak oordelen tegen hem uit.

VersbegrippenInhalen

En de HEERE heeft het doen komen, en gedaan, gelijk als Hij gesproken had; want gijlieden hebt gezondigd tegen den HEERE, en Zijner stem niet gehoorzaamd; daarom is ulieden deze zaak geschied.

VersbegrippenKetenen

De HEERE heeft tegen ulieden gesproken, gij overblijfsel van Juda! Gaat niet in Egypte; weet zekerlijk, dat ik heden tegen u betuigd heb.

Maar Baruch, de zoon van Nerija, hitst u tegen ons op, opdat hij ons overgeve in de hand der Chaldeen, dat zij ons doden en ons gevankelijk naar Babel wegvoeren.

En nu, zo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Waarom doet gij zulk een groot kwaad tegen uw zielen, opdat gij u den man en de vrouw, het kind en den zuigeling uit het midden van Juda uitroeit, opdat gij u geen overblijfsel overlaat?

VersbegrippenZichzelf Pijnigen

Daarom, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal Mijn aangezicht tegen ulieden stellen ten kwade, en om gans Juda uit te roeien.

VersbegrippenVernietiging Van JeruzalemGod Tegen

Vanwege dat gij gerookt hebt, en dat gij tegen den HEERE gezondigd hebt, en des HEEREN stem niet gehoorzaam zijt geweest, en in Zijn wet en in Zijn inzettingen, en in Zijn getuigenissen niet hebt gewandeld; daarom is u dit kwaad wedervaren, gelijk het is te dezen dage.

VersbegrippenGods Wet Breken

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen de heidenen.

Tegen Egypte; tegen het heir van Farao Necho, koning van Egypte, dat aan de rivier Frath, bij Karchemis was, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda.

De snelle ontvliede niet, en de held ontkome niet; tegen het noorden, aan den oever der rivier Frath zijn zij gestruikeld en gevallen.

VersbegrippenNoordenGeen Ontsnapping

De volken hebben uw schande gehoord, en het land is vol van uw gekrijt; want zij hebben zich gestoten, held tegen held, zij zijn beiden te zamen gevallen.

VersbegrippenStrijdersOntredderingMensen Die StrompelenSchaamte Is Aangekomen

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Filistijnen; eer dat Farao Gaza sloeg.

VersbegrippenDe Rol Van ProfetenGenoemde Profeten Van De Heer

Hoe zoudt gij stil houden? De HEERE heeft toch aan het zwaard bevel gegeven; tegen Askelon en tegen de zeehaven, aldaar heeft Hij het besteld.

VersbegrippenNiet Stil ZijnNiet StilGods Bevelen

Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt.

VersbegrippenVestingenRuïnesWee De GoddelozenSteden Veroveren

Moabs roem van Hesbon is er niet meer; zij hebben kwaad tegen haar gedacht, zeggende: Komt, en laat ons haar uitroeien, dat zij geen volk meer zij; ook gij, o Madmen! zult nedergehouwen worden, het zwaard zal achter u heengaan.

VersbegrippenEindeStilteDe Eer Verliezen

Daal neder uit uw heerlijkheid, en woon in dorst, gij inwoneres, gij dochter van Dibon! want Moabs verstoorder is tegen u opgetogen, hij heeft uw vestingen verdorven.

VersbegrippenDochtersDroge Plaatsen

Maak hem dronken, omdat hij zich groot gemaakt heeft tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen in zijn uitspuwsel, en hij zelf zal ook ter belaching zijn.

VersbegrippenUitdagingBrakenGod Maakt Dronken

Want Moab zal verdelgd worden, dat hij geen volk zij, omdat hij zich groot gemaakt heeft tegen den HEERE.

VersbegrippenOntrouw Aan GodMensen Die Vreemde Naties Vernietigen

Tegen de kinderen Ammons zegt de HEERE alzo: Heeft dan Israel geen kinderen? Heeft hij geen erfgenaam? Waarom is dan Malcham erfgenaam van Gad, en waarom woont zijn volk in deszelfs steden?

VersbegrippenValse GodenErfgenamenMateriële ErfenisBezit Nemen

Tegen Edom zegt de HEERE der heirscharen alzo: Is er dan geen wijsheid meer te Theman? Is de raad vergaan van de verstandigen? Is hunlieder wijsheid onnut geworden?

VersbegrippenZelfvertrouwenWereldse WijsheidWijsheid Van De Mens

Ik heb een gerucht gehoord van den HEERE, en er is een gezant geschikt onder de heidenen, om te zeggen: Vergadert u, en komt aan tegen haar, en maakt u op ten strijde.

VersbegrippenAfgezant

Ziet, gelijk een leeuw van de verheffing der Jordaan, zal hij opkomen tegen de sterke woning; want Ik zal hem in een ogenblik daaruit doen lopen; en wie daartoe verkoren is, dien zal Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie zou Mij dagvaarden, en wie is die herder, die voor Mijn aangezicht bestaan zou?

VersbegrippenUitdagingenHerders Als Koningen En LeidersOntoereikende HerdersGod Als Een LeeuwWie Is Zoals God?De Regio JordaniëKwaliteiten Van Leiderschap

Tegen Damaskus. Beschaamd is Hamath en Arpad; omdat zij een boos gerucht gehoord hebben, zijn zij gesmolten; bij de zee is bekommernis, men kan er niet rusten.

VersbegrippenNieuwsRusteloosheidZeeMetaforische Verwijzingen Naar De ZeeAngst En SchrikDamascusGeruststelling

Tegen Kedar, en tegen de koninkrijken van Hazor, die Nebukadrezar, de koning van Babel, sloeg, zegt de HEERE alzo: Maakt u op, trekt op tegen Kedar, en verstoort de kinderen van het oosten.

Zij zullen hun tenten en hun kudden nemen, hun gordijnen en al hun gereedschap, en hun kemelen voor zich wegnemen; en zij zullen tegen hen uitroepen: Schrik van rondom!

VersbegrippenAngst Zal KomenBezittingen Nemen

Vliedt, zwerft fluks henen weg, woont in diepe plaatsen, gij inwoners van Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft een raadslag tegen ulieden beraadslaagd, en een gedachte tegen hen gedacht.

VersbegrippenPlannen

Public domain