'Tot' in de Bijbel
Over uw gemeenschap aan het Evangelie, van den eersten dag af tot nu toe;
Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus;
Opdat gij beproeft de dingen, die daarvan verschillen, opdat gij oprecht zijt, en zonder aanstoot te geven, tot den dag van Christus;
Vervuld met vruchten der gerechtigheid, die door Jezus Christus zijn tot heerlijkheid en prijs van God.
En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is;
Doch dezen uit liefde, dewijl zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben.
En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloofs;
En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders.
Voorhoudende het woord des levens, mij tot een roem tegen den dag van Christus, dat ik niet tevergeefs heb gelopen, noch tevergeefs gearbeid.
Ja, indien ik ook tot een drankoffer geofferd worde over de offerande en bediening uws geloofs, zo verblijde ik mij, en verblijde mij met u allen.
En ik hoop in den Heere Jezus Timotheus haast tot u te zenden, opdat ik ook welgemoed moge zijn, als ik uw zaken zal verstaan hebben.
Doch ik vertrouw in den Heere, dat ik ook zelf haast tot u komen zal.
Maar ik heb nodig geacht tot u te zenden Epafroditus, mijn broeder, en medearbeider en medestrijder, en uw afgezondene, en bedienaar mijner nooddruft;
En hij is ook krank geweest tot nabij den dood; maar God heeft Zich zijner ontfermd; en niet alleen zijner, maar ook mijner, opdat ik niet droefheid op droefheid zou hebben.
Want om het werk van Christus was hij tot nabij den dood gekomen, zijn leven niet achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen zou.
Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.
Maar een ding doe ik, vergetende, hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.
Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt.
En ook gij, Filippensen, weet, dat in het begin des Evangelies, toen ik van Macedonie vertrokken ben, geen Gemeente mij iets medegedeeld heeft tot rekening van uitgaaf en ontvangst, dan gij alleen.
Want ook in Thessalonica hebt gij mij eenmaal en andermaal gezonden, tot nooddruft.
Niet dat ik de gave zoek, maar ik zoek de vrucht, die overvloedig is tot uw rekening.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (473)
- Exodus (350)
- Leviticus (238)
- Numberi (352)
- Deuteronomium (208)
- Jozua (204)
- Richteren (257)
- Ruth (34)
- 1 Samuël (309)
- 2 Samuël (270)
- 1 Koningen (246)
- 2 Koningen (232)
- 1 Kronieken (162)
- 2 Kronieken (224)
- Ezra (46)
- Nehemia (100)
- Esther (52)
- Job (111)
- Psalmen (300)
- Spreuken (56)
- Prediker (18)
- Hooglied (10)
- Jesaja (267)
- Jeremia (406)
- Klaagliederen (17)
- Ezechiël (397)
- Daniël (81)
- Hosea (43)
- Joël (15)
- Amos (25)
- Obadja (5)
- Jona (23)
- Micha (27)
- Nahum (3)
- Habakuk (9)
- Zefanja (13)
- Haggaï (38)
- Zacharia (65)
- Maleachi (13)
- Mattheüs (307)
- Markus (220)
- Lukas (324)
- Johannes (290)
- Handelingen (240)
- Romeinen (87)
- 1 Corinthiërs (50)
- 2 Corinthiër (46)
- Galaten (17)
- Efeziërs (30)
- Filippenzen (22)
- Colossenzen (12)
- 1 Thessalonicenzen (15)
- 2 Thessalonicenzen (6)
- 1 Timotheüs (18)
- 2 Timotheüs (18)
- Titus (9)
- Hebreeën (53)
- Jakobus (12)
- 1 Petrus (21)
- 2 Petrus (11)
- 1 Johannes (11)
- 2 Johannes (3)
- 3 Johannes (1)
- Judas (3)
- Openbaring (60)