314 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Vuur' in de Bijbel

En Abraham nam het hout des brandoffers, en legde het op Izak, zijn zoon; en hij nam het vuur en het mes in zijn hand, en zij beiden gingen samen.

VersbegrippenAbrahamMessenSamengaanOffers VerbrandenBrandhoutAndere Ladingen Dragen

Toen sprak Izak tot Abraham, zijn vader, en zeide: Mijn vader! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon! En hij zeide: Zie het vuur en het hout; maar waar is het lam tot het brandoffer?

VersbegrippenVuurLammerenOffers VerbrandenBrandhoutZie Mij!Schapen En GeitenWaar Zijn Dingen?

En de Engel des HEEREN verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een braambos; en hij zag, en ziet, het braambos brandde in het vuur, en het braambos werd niet verteerd.

VersbegrippenDe Glorie Van GodDe Engel Van De HeerMetafysicaVuurTheofanieGods Glorie OnthuldDe Aanwezigheid Van GodGod VerschijntNiet Vernietigd

Toen strekte Mozes zijn staf naar den hemel; en de HEERE gaf donder en hagel, en het vuur schoot naar de aarde; en de HEERE liet hagel regenen over Egypteland.

VersbegrippenOorzaken Van HongersnoodDonderDe Wonderen Van Mozes En AäronWees GegroetVuur Van De Hemel

En er was hagel, en vuur in het midden des hagels vervangen; hij was zeer zwaar; desgelijks is in het ganse Egypteland nooit geweest, sedert het tot een volk geweest is.

VersbegrippenVuurStormenUnieke Dingen

En zij zullen het vlees eten in denzelfden nacht, aan het vuur gebraden, met ongezuurde broden; zij zullen het met bittere saus eten.

VersbegrippenSoorten BroodBittere KruidenEten Voor GodBitter VoedselKruidenVlees EtenKoken

Gij zult daarvan niet rauw eten, ook geenszins in water gezoden; maar aan het vuur gebraden, zijn hoofd met zijn schenkelen en met zijn ingewand.

VersbegrippenHoofdenBenenVlees EtenVarkensvleesKokenLongen

Gij zult daarvan ook niet laten overblijven tot den morgen; maar hetgeen daarvan overblijft tot den morgen, zult gij met vuur verbranden.

VersbegrippenOffers VerbrandenOverblijvende OffersCommunie

En de ganse berg Sinai rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer.

VersbegrippenBedektAardbevingenRookTheofanieDe Aanwezigheid Van GodBevende BergenGod Gaat NeerGod Verschijnt In VuurOvensRoken

Wanneer een vuur uitgaat, en vat de doornen, zodat de koornhoop verteerd wordt, of het staande koorn, of het veld; hij, die de brand heeft aangestoken, zal het volkomen wedergeven.

VersbegrippenMaïsLandbouw, BeperkingenVeldenLandbouw, VoorwaardenDoornenOnkruidBrandstichtingPlanten Verbranden

En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der kinderen Israels.

VersbegrippenSymbolenTheofanieGod Verschijnt In VuurToeschouwers

Maar het vlees des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult gij met vuur verbranden, buiten het leger; het is een zondoffer.

VersbegrippenKampen, Onreine DingenSlachtafvalLichamen Van DierenBuiten Het KampDierenhuidenOntlastingOffers VerbrandenRegelgeving Voor Zonde Offering

En indien er wat overblijven zal van het vlees der vulofferen, of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten worden, want het is heilig.

VersbegrippenOffers VerbrandenOverblijvende Offers

En hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, en verbrandde het in het vuur, en vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide het op het water, en deed het den kinderen Israels drinken.

VersbegrippenWeerzinwekkend VoedselVerbranden Van AfgoderijVerdeeld WaterGrootmoeders

Toen zeide ik tot hen: Wie goud heeft, die rukke het af, en geve het mij; en ik wierp het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen.

VersbegrippenGoud Overgedragen

Gij zult geen vuur aansteken in enige uwer woningen op den sabbatdag.

VersbegrippenDe Sabbat In OTKampvurenKoken

Want de wolk des HEEREN was op den tabernakel bij dag, en het vuur was er bij nacht op, voor de ogen van het ganse huis Israels in al hun reizen.

VersbegrippenHuizenGod Verschijnt In VuurGedurende De Dag

En de zonen van Aaron, den priester, zullen vuur maken op het altaar, en zullen het hout op het vuur schikken.

VersbegrippenHet In Orde MakenOffers VerbrandenBrandhout

Ook zullen de zonen van Aaron, de priesters, de stukken, het hoofd en het smeer, schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.

VersbegrippenDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTHet In Orde MakenVet Van Offers

Daarna zal hij het in zijn stukken delen, mitsgaders zijn hoofd en zijn smeer; en de priester zal die schikken op het hout, dat op het vuur is, hetwelk op het altaar is.

VersbegrippenVersneden DierenHet In Orde MakenBrandhoutVet Van Offers

Verder zal hij die met zijn vleugelen klieven, niet afscheiden; en de priester zal die aansteken op het altaar, op het hout, dat op het vuur is; het is een brandoffer, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

VersbegrippenVleugelsIn Stukken Gereten DierenVleugels Van VogelsOpgefriste God

En zo gij den HEERE een spijsoffer der eerste vruchten offert, zult gij het spijsoffer uwer eerste vruchten van groene aren, bij het vuur gedord, dat is, het klein gebroken graan van volle groene aren, offeren.

VersbegrippenVerpletterenVleesoffers

En de zonen van Aaron zullen dat aansteken op het altaar, op het brandoffer, hetwelk op het hout zal zijn, dat op het vuur is; het is een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.

VersbegrippenAroma'sGod BehagenGeurtjesOpgefriste God

En dien gehele var zal hij tot buiten het leger uitvoeren, aan een reine plaats, waar men de as uitstort, en zal hem met vuur op het hout verbranden; bij de uitgegoten as zal hij verbrand worden.

VersbegrippenBuiten Het KampOffers VerbrandenReine Objecten

Gebied Aaron en zijn zonen, zeggende: Dit is de wet des brandoffers; het is hetgeen, wat door de branding op het altaar den gansen nacht tot aan den morgen opvaart; alwaar het vuur des altaars zal brandende gehouden worden.

VersbegrippenGeboden in OTOvernachtingOffers Verbranden

En de priester zal zijn linnen kleed aantrekken, en de linnen onderbroek over zijn vlees aantrekken, en zal de as opnemen, als het vuur het brandoffer op het altaar zal verteerd hebben, en zal die bij het altaar leggen.

VersbegrippenLinnenZichzelf KledenAs Van OfferandeLinnen VoorwerpenOnderkleding

Het vuur nu op het altaar zal daarop brandende gehouden worden, het zal niet uitgeblust worden; maar de priester zal daar elken morgen hout aansteken, en zal daarop het brandoffer schikken, en het vet der dankofferen daarop aansteken.

VersbegrippenOchtendaanbiddingOfferandesVoortdurendOffers VerbrandenBrandhoutVet Van Offers

Het vuur zal geduriglijk op het altaar brandende gehouden worden; het zal niet uitgeblust worden.

VersbegrippenVoortdurendOffers VerbrandenUitgebrand

Maar geen zondoffer, van welks bloed in de tent der samenkomst zal gebracht worden, om in het heiligdom te verzoenen, zal gegeten worden; het zal in het vuur verbrand worden.

VersbegrippenBloed Van OfferingenOffers VerbrandenVerzoening Door OffersVoedsel Voor Priesters Beschreven

Wat nog van het vlees des slachtoffers overgebleven is, zal op den derden dag met vuur verbrand worden;

VersbegrippenOffers VerbrandenOverblijvende Offers

En het vlees, dat iets onreins aangeroerd zal hebben, zal niet gegeten worden; met vuur zal het verbrand worden; maar aangaande het andere vlees, dat vlees zal een ieder, die rein is, mogen eten.

VersbegrippenSanitaire Voorzieningen, DesinfectieOnreine Zaken AanrakenOnreine GeestenVerboden VoedselOnreine Dieren

Maar den var met zijn huid, en zijn vlees, en zijn mest, heeft hij buiten het leger met vuur verbrand, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

VersbegrippenSlachtafvalBuiten Het KampDierenhuidenOntlastingOffers Verbranden

Maar het overige van het vlees en van het brood zult gij met vuur verbranden.

VersbegrippenOffers VerbrandenOverblijvende Offers

Doch het vlees, en de huid verbrandde hij met vuur buiten het leger.

VersbegrippenBuiten Het KampDierenhuidenOffers Verbranden

Want een vuur ging uit van het aangezicht des HEEREN, en verteerde op het altaar het brandoffer, en het vet. Als het ganse volk dit zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten.

VersbegrippenGebarenVuurBuigingSchreeuwenTheofanieKreten Van PlezierAntwoorden Door VuurVuur Van De HemelOffers VerbrandenSchreeuwende TroepenOffer Op Het Bronzen Altaar

En de zonen van Aaron, Nadab en Abihu, namen een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarop, en brachten vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN, hetwelk hij hen niet geboden had.

VersbegrippenVuurAanvaardbare Houdingen Van AanbiddingAaron, KarakterVoorbeelden Van OngehoorzaamheidHeiligschennisWierookvatenVreemde DingenOffers VerbrandenWierook Tijdens De Mis

Toen ging een vuur uit van het aangezicht des HEEREN, en verteerde hen; en zij stierven voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenVoorbeelden Van De Toorn Van GodDood Als StrafMensen VerbrandenDe Aanwezigheid Van God

Daarom zal hij dat kleed, of die werpte, of dien inslag van wol, of van linnen, of alle vellentuig, waarin die plaag zal zijn, verbranden; want het is een knagende melaatsheid; het zal met vuur verbrand worden.

VersbegrippenTouwenDierenhuidenSchimmel

Als de priester, nadat het gewassen is, de plaag zal bezien hebben, dat, ziet, de plaag haar gedaante niet veranderd heeft, en de plaag niet uitgespreid is, het is onrein, gij zult het met vuur verbranden; het is een ingraving aan zijn achterste of aan zijn voorste zijde.

VersbegrippenVerspreidenOnreine Dingen

Maar zo zij nog aan het kleed, of aan den scheerdraad, of aan den inslag, of aan enig vellentuig, gezien wordt, het is uitbottende melaatsheid; gij zult hetgeen, waaraan de plaag is, met vuur verbranden.

VersbegrippenVerspreidenTouwenDierenhuidenSchimmel

En hij zal dat reukwerk op het vuur leggen, voor het aangezicht des HEEREN, opdat de nevel des reukwerks het verzoendeksel, hetwelk is op de getuigenis, bedekke, en dat hij niet sterve.

VersbegrippenRookDe Ark BedekkenDood Door De Aanwezigheid Van GodVerzoenend [Genadestoel]Roken

Maar den var des zondoffers, en den bok des zondoffers, welker bloed ingebracht is, om verzoening te doen in het heilige, zal men tot buiten het leger uitvoeren; doch hun vellen, hun vlees en hun mest zullen zij met vuur verbranden.

VersbegrippenSlachtafvalBuiten Het KampDierenhuidenOntlastingVerzoening Door Offers

Op den dag van uw offeren, en des anderen daags, zal het gegeten worden; maar wat tot op den derden dag overblijft zal met vuur verbrand worden.

En wanneer een man een vrouw en haar moeder zal genomen hebben, het is een schandelijke daad; men zal hem, en diezelve met vuur verbranden, opdat geen schandelijke daad in het midden van u zij.

VersbegrippenAfkeerCrematieDe Legale Aspecten Van BestraffingVerboden Sexuele RelatiesMensen VerbrandenDoodstraf Voor Sexuele ZondeGearrangeerd HuwelijkSex Voor Het HuwelijkHomohuwelijk

Als nu de dochter van enigen priester zal beginnen te hoereren, zij ontheiligt haar vader; met vuur zal zij verbrand worden.

VersbegrippenDochtersCrematieOverspeligenGodslasteringProstitutieDe Legale Aspecten Van BestraffingProstitueesMensen VerbrandenBrandmerken

Maar Nadab en Abihu stierven voor het aangezicht des HEEREN, als zij vreemd vuur voor het aangezicht des HEEREN in de woestijn van Sinai brachten, en hadden geen kinderen, doch Eleazar en Ithamar bedienden het priesterambt voor het aangezicht van hun vader Aaron.

VersbegrippenDood Als StrafOffers VerbrandenSterven In De Woestijn

Alsdan zal de Nazireer, aan de deur van de tent der samenkomst, het hoofd van zijn Nazireerschap bescheren; en hij zal het hoofdhaar van zijn Nazireerschap nemen, en hij zal het leggen op het vuur, dat onder het dankoffer is.

VersbegrippenHarenScherenOffers Verbranden

En het geschiedde, als het volk zich was beklagende, dat het kwaad was in de oren des HEEREN; want de HEERE hoorde het, zodat Zijn toorn ontstak, en het vuur des HEEREN onder hen ontbrandde, en verteerde, in het uiterste des legers.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGevolgen Van TwijfelVuurWrokHorenGod TergenWrok Tegenover GodVoorbeelden Van De Toorn Van GodGoddelijk OngenoegenOngenoegenKlachtenVuur Van De HemelGod Besteedde Aandacht Aan HenGod Zal Kwaad ZijnMensen Met ProblemenKlagen

Toen riep het volk tot Mozes; en Mozes bad tot den HEERE; en het vuur werd gedempt.

VersbegrippenLessenDovenBidden Voor ZondaarsGods Tussenkomst

Daarom noemde hij den naam dier plaats Thab-era, omdat het vuur des HEEREN onder hen gebrand had.

VersbegrippenVuur Van De Hemel

En doet morgen vuur daarin, legt reukwerk daarop voor het aangezicht des HEEREN; en het zal geschieden, dat de man, dien de HEERE verkiezen zal, die zal heilig zijn. Het is te veel voor u, gij, kinderen van Levi!

VersbegrippenDe Groei Van Gelovigen In Heiligheid

Zo namen zij een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en legden reukwerk daarin; en zij stonden voor de deur van de tent der samenkomst, ook Mozes en Aaron.

VersbegrippenSamenkomen Aan De Ingang

Zeg tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, dat hij de wierookvaten uit den brand opneme; en strooi het vuur verre weg; want zij zijn heilig;

VersbegrippenGeheiligd

En Mozes zeide tot Aaron: Neem het wierookvat, en doe vuur daarin van het altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande tot de vergadering, doe over hen verzoening; want een grote toorn is van voor het aangezicht des HEEREN uitgegaan, de plaag heeft aangevangen.

VersbegrippenDe Betekenis Van MozesAaron, Als HogepriesterWierookvaten

Dit zult gij hebben van de heiligheid der heiligheden, uit het vuur: al hun offeranden, met al hun spijsoffer, en met al hun zondoffer, en met al hun schuldoffer, dat zij Mij zullen wedergeven; het zal u en uw zonen een heiligheid der heiligheden zijn.

VersbegrippenGeschenkenSchuldofferMaaltijd DierenoffersRegelgeving Voor GraanoffersRegelgeving Voor Zonde OfferingHet Reguleren Van Offers

Want er is een vuur uitgegaan uit Hesbon; een vlam uit de stad van Sihon; zij heeft verteerd Ar der Moabieten, en de heren der hoogten van de Arnon.

VersbegrippenBrandende StedenArnon

En de aarde haar mond opendeed, en verslond hen met Korach, als die vergadering stierf, toen het vuur tweehonderd en vijftig mannen verteerde, en werden tot een teken.

VersbegrippenSlikkenTweehonderd En MeerAndere Verwijzingen Naar Monden

Nadab nu en Abihu waren gestorven, toen zij vreemd vuur brachten voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenDood Als StrafOffers Verbranden

Voorts al hun steden met hun woonplaatsen, en al hun burchten verbrandden zij met vuur.

VersbegrippenKastelenTentenVernietiging Van StedenSteden Onder VuurBrandende Steden

Alle ding, dat het vuur lijdt, zult gij door het vuur laten doorgaan, dat het rein worde; evenwel zal het door het water der afzondering ontzondigd worden; maar al wat het vuur niet lijdt, zult gij door het water laten doorgaan.

Die voor uw aangezicht op den weg wandelde, om u de plaats uit te zien, waar gij zoudt legeren; des nachts in het vuur, opdat Hij u den weg wees, waarin gij zoudt gaan, en des daags in de wolk.

VersbegrippenBewaardersReisGoddelijke ManifestatiesGod Gaat VoorGod Verschijnt In VuurOp de Juiste Wijze LerenKamperen Tijdens Exodus

En gijlieden naderdet en stondt beneden dien berg; (die berg nu brandde van vuur, tot aan het midden des hemels; er was duisternis, wolken en donkerheid).

VersbegrippenWolken, Gods TegenwoordigheidZwartVuur Afkomstig Van God

Van den hemel heeft Hij u Zijn stem laten horen, om u te onderwijzen; en op de aarde heeft Hij u Zijn groot vuur doen zien; en gij hebt Zijn woorden uit het midden des vuurs gehoord.

VersbegrippenGoddelijke DisciplineBestraffing Door GodGod Als Een LeraarGod Verschijnt In VuurGods Stem HorenGod Spreekt Vanuit De Hemel

(Ik stond te dier tijd tussen den HEERE en tussen u, om u des HEEREN woord aan te zeggen; want gij vreesdet voor het vuur en klomt niet op den berg) zeggende:

VersbegrippenBemiddelaarWoord Van GodAngst Veroorzaakt DoorAngst Voor Het OnbekendeVuur Afkomstig Van GodZij Bang Van God

En het geschiedde, als gij die stem uit het midden der duisternis hoordet, en de berg van vuur brandde, zo naderdet gij tot mij, alle hoofden uwer stammen, en uw oudsten,

VersbegrippenVuur Afkomstig Van GodGods Stem Horen

Maar nu, waarom zouden wij sterven? Want dit grote vuur zou ons verteren; indien wij voortvoeren de stem des HEEREN, onzes Gods, langer te horen, zo zouden wij sterven.

VersbegrippenDood Door De Aanwezigheid Van GodVuur Afkomstig Van GodRisico

Maar alzo zult gij hun doen: hun altaren zult gij afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen zult gij afhouwen, en hun gesnedene beelden met vuur verbranden.

VersbegrippenValse GodenHeiligdommenStenenVernietiging Van Satans WerkGedenkstenenVerbranden Van Afgoderij

De gesneden beelden van hun goden zult gij met vuur verbranden; het zilver en goud, dat daaraan is, zult gij niet begeren, noch voor u nemen, opdat gij daardoor niet verstrikt wordt; want dat is den HEERE, uw God, een gruwel.

VersbegrippenAfkeerVerbod Van BegeerteKalf AanbiddenGoudMaterialisme Als Een Aspect Van ZondeWaarschuwingVerafschuwenAfkeer Van GodAfkeer, PraktijkenWereldse ValstrikkenVerbranden Van AfgoderijVerlaten Van AfgodenBeeld

Zo zult gij heden weten, dat de HEERE, uw God, Degene is, Die voor uw aangezicht doorgaat, een verterend vuur: Die zal hen verdelgen, en Die zal hen voor uw aangezicht nederwerpen; en gij zult ze uit de bezitting verdrijven, en zult hen haastelijk te niet doen, gelijk als de HEERE tot u gesproken heeft.

VersbegrippenGevechtenZekerheid In Het Leven Van GeloofVernietigende GodDe Oversteek Naar Het Beloofde LandTaaiheid

Toen keerde ik mij, en ging van den berg af; de berg nu brandde van vuur, en de twee tafelen des verbonds waren op beide mijn handen.

VersbegrippenMan Die TenondergaatVuur Afkomstig Van GodTwee Stenen Tabletten

Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam ik, en verbrandde het met vuur, en stampte het, malende het wel, totdat het verdund werd tot stof; en zijn stof wierp ik in de beek, die van den berg afvliet.

VersbegrippenVerpletterenMalenVernietiging Van Satans WerkVerbranden Van Afgoderij

En gij zult hun altaren afwerpen, en hun opgerichte beelden verbreken, en hun bossen met vuur verbranden, en de gesneden beelden hunner goden nederhouwen; en gij zult hun naam te niet doen uit diezelve plaats.

VersbegrippenStenenVernietiging Van Satans WerkGedenkstenenVerbranden Van AfgoderijUitgeveegde NamenStandbeeldenGenocide

Gij zult alzo niet doen den HEERE, uw God; want al wat den HEERE een gruwel is, dat Hij haat, hebben zij hun goden gedaan; want zij hebben ook hun zonen en hun dochteren met vuur verbrand voor hun goden.

VersbegrippenAfkeerKindofferHaatOffer In OTHeiligheid Van Het LevenKwade Praktijken Van AfgoderijHeidense PraktijkenAfgoderij Die Afkeer BetekentAfkeer, PraktijkenMenselijke OffersAfkeer Van GodGod Die Dingen Haat

En al haar roof zult gij verzamelen in het midden van haar straat, en den HEERE, uw God, die stad en al haar roof ganselijk met vuur verbranden; en zij zal een hoop zijn eeuwiglijk, zij zal niet weder gebouwd worden.

VersbegrippenPlunderenRuïnesSteden BouwenArcheologieOorlogsbuitBrandende StedenGenocide

Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat, een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.

VersbegrippenAstrologieKindofferOccultismeMenselijke OffersZwarte KunstVermijden Van TovenarijTovenarijMedicatieMagieHeksenOefeningHelderzienden

Naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling, geeist hebt, zeggende: Ik zal niet voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.

VersbegrippenVragenDood Door De Aanwezigheid Van GodVuur Afkomstig Van GodWeigeren Om Te HorenNiet Horen

Want een vuur is aangestoken in Mijn toorn, en zal bernen tot in de onderste hel, en zal het land met zijn inkomst verteren, en de gronden der bergen in vlam zetten.

VersbegrippenFunderingenHel Als StrafHet HiernamaalsHel Als Een ErvaringAarde, Oordeel VanVerwijderde BergenFundament Van De AardeVuur Afkomstig Van GodGod Bezit WoedeStaat Van De Doden

De stad nu verbrandden zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.

VersbegrippenGod Als RechterVuurIjzerSchatVuurzeeSchatkistenBrandende Steden

En het zal geschieden, die geraakt zal worden met den ban, die zal met vuur verbrand worden, hij en al wat hij heeft; omdat hij het verbond des HEEREN overtreden heeft, en omdat hij dwaasheid in Israel gedaan heeft.

VersbegrippenCrematieVuurDoodstrafMensen VerbrandenHet Verbond BrekenOnder De Ban

En Jozua zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren te dezen dage! En gans Israel stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur, en zij overwierpen hen met stenen.

VersbegrippenDe DodenOorzaken Van ProblemenDoodstrafDe Legale Aspecten Van BestraffingVergeldingMensen VerbrandenVerontrustende Groepen Van MensenFamilie Dood

En het zal geschieden, wanneer gij de stad ingenomen hebt, zo zult gij de stad met vuur aansteken; naar het woord des HEEREN zult gijlieden doen; ziet, ik heb het ulieden geboden.

VersbegrippenBrandende Steden

Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.

VersbegrippenSperenRennende TroepenBrandende Steden

En de HEERE zeide tot Jozua: Vrees niet voor hun aangezichten; want morgen omtrent dezen tijd zal Ik hen altegader verslagen geven voor het aangezicht van Israel; hun paarden zult gij verlammen, en hun wagenen met vuur verbranden.

VersbegrippenPaardenGods Actie MorgenVernietigen Van StrijdwagensWees Niet Bang Van MensenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenSpierenHereniging

Jozua nu deed hun, gelijk hem de HEERE gezegd had; hun paarden verlamde hij, en hun wagenen verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaardenVernietigen Van StrijdwagensSpieren

En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenGeen OverlevendenUitroeiingBrandende Steden

Want de kinderen van Juda hadden tegen Jeruzalem gestreden, en hadden haar ingenomen, en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden de stad in het vuur gezet.

VersbegrippenVeroveringJeruzalem Verbranden

En de Engel des HEEREN stak het uiterste van den staf uit, die in Zijn hand was, en roerde het vlees en de ongezuurde koeken aan; toen ging er vuur op uit de rots, en verteerde het vlees en de ongezuurde koeken. En de Engel des HEEREN bekwam uit zijn ogen.

VersbegrippenPersoneelVuur Van De HemelOffers VerbrandenVerdwijningen

En de doornenbos zeide tot de bomen: Indien gij mij in waarheid tot een koning over u zalft, zo komt, vertrouwt u onder mijn schaduw; maar indien niet, zo ga vuur uit de doornenbos, en vertere de cederen van de Libanon.

VersbegrippenCederSchaduwenBraamstruikenPlanten VerbrandenDe Waarheid Opvoeren

Maar indien niet, zo ga vuur uit van Abimelech, en vertere de burgers van Sichem, en het huis van Millo; en vuur ga uit van de burgers van Sichem, en van het huis van Millo, en vertere Abimelech!

VersbegrippenMensen Verbranden

Zo hieuw ook al het volk een iegelijk zijn tak af, en zij volgden Abimelech na, en legden ze aan de sterkte, en verbrandden daardoor de sterkte met vuur; dat ook alle lieden des torens van Sichem stierven, omtrent duizend mannen en vrouwen.

VersbegrippenDuizend MensenBrandende StedenDoden Binnen IsraëlPrivé Kamers

Toen kwam Abimelech tot aan den toren, en bestormde dien; en hij genaakte tot aan de deur des torens, om dien met vuur te verbranden.

VersbegrippenBrandende Steden

Toen werden de mannen van Efraim bijeengeroepen, en trokken over naar het noorden; en zij zeiden tot Jeftha: Waarom zijt gij doorgetogen om te strijden tegen de kinderen Ammons, en hebt ons niet geroepen, om met u te gaan? wij zullen uw huis met u met vuur verbranden.

VersbegrippenBrandstichtingAlleen HandelenMensen Verbranden

Daarna geschiedde het op den zevenden dag, dat zij tot de huisvrouw van Simson zeiden: Overreed uw man, dat hij ons dat raadsel verklare, opdat wij niet misschien u, en het huis uws vaders, met vuur verbranden. Hebt gijlieden ons genodigd, om het onze te bezitten; is het zo niet?

VersbegrippenVerlokkingDe Vierde Dag Van De WeekMensen VerbrandenVerleidelijkArm WordenDag 4

En hij stak de fakkelen aan met vuur, en liet ze lopen in het staande koren der Filistijnen; en hij stak in brand zowel de korenhopen als het staande koren, zelfs tot de wijngaarden en olijfbomen toe.

VersbegrippenVuurBrandstichtingBrandmerken

Toen zeiden de Filistijnen: Wie heeft dit gedaan? En men zeide: Simson, de schoonzoon van den Thimniet, omdat hij zijn huisvrouw heeft genomen, en heeft haar aan zijn metgezel gegeven. Toen kwamen de Filistijnen op, en verbrandden haar en haar vader met vuur.

VersbegrippenSchoonzonenMensen VerbrandenWie Is De Doener?Vrouwen Overdragen

Als hij kwam tot Lechi, zo juichten de Filistijnen hem tegemoet; maar de Geest des HEEREN werd vaardig over hem; en de touwen, die aan zijn armen waren, werden als linnen draden, die van het vuur gebrand zijn, en zijn banden versmolten van zijn handen.

VersbegrippenVlasWapensMenselijke MachtSchreeuwenTranceSchreeuwende Troepen

Public domain