'Waarheid' in de Bijbel
En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.
Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden.
Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn.
Want gij hebt vijf mannen gehad, en dien gij nu hebt, is uw man niet; dat hebt gij met waarheid gezegd.
Maar de ure komt, en is nu, wanneer de ware aanbidders den Vader aanbidden zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken, die Hem alzo aanbidden.
God is een Geest, en die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.
Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis gegeven.
En zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
Maar nu zoekt gij Mij te doden, een Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord heb. Dat deed Abraham niet.
Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen.
Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet.
Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet?
Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.
Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.
Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Heilig ze in Uw waarheid; Uw woord is de waarheid.
En Ik heilige Mijzelven voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.
Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dan een Koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik een Koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou. Een iegelijk, die uit de waarheid is, hoort Mijn stem.
Pilatus zeide tot Hem: Wat is waarheid? En als hij dat gezegd had, ging hij wederom uit tot de Joden, en zeide tot hen: Ik vind geen schuld in Hem.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Mattheüs (1)
- Markus (3)
- Lukas (3)
- Johannes (21)
- Handelingen (3)
- Romeinen (8)
- 1 Corinthiërs (2)
- 2 Corinthiër (6)
- Galaten (5)
- Efeziërs (6)
- Filippenzen (1)
- Colossenzen (2)
- 2 Thessalonicenzen (3)
- 1 Timotheüs (5)
- 2 Timotheüs (6)
- Titus (2)
- Hebreeën (1)
- Jakobus (3)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (2)
- 1 Johannes (8)
- 2 Johannes (4)
- 3 Johannes (5)
Verwante onderwerpen
- Absolute Waarheid
- Christus Die De Waarheid Spreekt
- Communicatie
- De Geest Van De Waarheid
- De Trooster
- De Vader
- De Waarheid Opvoeren
- De Waarheid Spreken
- De Waarheid Van Het Evangelie