'Zeide' in de Bijbel
Voor den opperzangmeester, een psalm van David, de knecht des HEEREN, die de woorden dezes lieds tot den HEERE gesproken heeft, ten dage, als de HEERE hem gered had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul. (1a) Hij zeide dan: Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte!
Ik zeide wel in mijn voorspoed: Ik zal niet wankelen in eeuwigheid.
Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep.
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zeide: Ik zal belijdenis van mijn overtredingen doen voor den HEERE; en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Sela.
Want ik zeide: Dat zij zich toch over mij niet verblijden! Wanneer mijn voet zou wankelen, zo zouden zij zich tegen mij groot maken.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester, voor Jeduthun. (1a) Ik zeide: Ik zal mijn wegen bewaren, dat ik niet zondige met mijn tong; ik zal mijn mond met een breidel bewaren, terwijl de goddeloze nog tegenover mij is.
Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven.
Ik zeide: O HEERE! wees mij genadig; genees mijn ziel, want ik heb tegen U gezondigd.
Daarna zeide ik: Dit krenkt mij; maar de rechterhand des Allerhoogsten verandert.
Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet!
Als ik zeide: Mijn voet wankelt; Uw goedertierenheid, o HEERE! ondersteunde mij.
Ik zeide: Mijn God! neem mij niet weg in het midden mijner dagen; Uw jaren zijn van geslacht tot geslacht.
Dies Hij zeide, dat Hij hen verdelgen zou, ten ware Mozes, Zijn uitverkorene, in de scheure voor Zijn aangezicht gestaan had, om Zijn grimmigheid af te keren, dat Hij hen niet verdierf.
Ik zeide in mijn haasten: Alle mensen zijn leugenaars.
Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten?
Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich; toen zeide men onder de heidenen: De HEERE heeft grote dingen aan dezen gedaan.
Indien ik zeide: De duisternis zal mij immers bedekken; dan is de nacht een licht om mij.
Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (358)
- Exodus (157)
- Leviticus (11)
- Numberi (91)
- Deuteronomium (35)
- Jozua (43)
- Richteren (149)
- Ruth (36)
- 1 Samuël (242)
- 2 Samuël (199)
- 1 Koningen (160)
- 2 Koningen (154)
- 1 Kronieken (44)
- 2 Kronieken (70)
- Ezra (7)
- Nehemia (28)
- Esther (36)
- Job (48)
- Psalmen (18)
- Spreuken (2)
- Prediker (8)
- Hooglied (3)
- Jesaja (33)
- Jeremia (54)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (56)
- Daniël (55)
- Hosea (6)
- Amos (11)
- Jona (11)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (28)
- Maleachi (1)