160 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zeide' in de Bijbel

En Bathseba neigde het hoofd en boog zich neder voor den koning; en de koning zeide: Wat is u?

VersbegrippenBuigenBuigen Voor David

En zij zeide tot hem: Mijn heer! gij hebt uw dienstmaagd bij den HEERE, uw God, gezworen: Voorzeker Salomo, uw zoon, zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten!

En Nathan zeide: Mijn heer koning! hebt gij gezegd: Adonia zal na mij koning zijn, en hij zal op mijn troon zitten?

En de koning David antwoordde en zeide: Roept mij Bathseba; en zij kwam voor het aangezicht des konings, en stond voor het aangezicht des konings.

VersbegrippenOntbiedende Koningen

Toen zwoer de koning, en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, die mijn ziel uit allen nood verlost heeft;

Toen neigde zich Bathseba met het aangezicht ter aarde, en boog zich neder voor den koning, en zeide: Mijn heer de koning David leve in eeuwigheid!

VersbegrippenBuigen Voor David

En de koning David zeide: Roep mij Zadok, den priester, en Nathan, den profeet, en Benaja, den zoon van Jojada; en zij kwamen voor het aangezicht des konings.

VersbegrippenOntbiedende KoningenGenoemde Profeten Van De Heer

En de koning zeide tot hen: Neemt met u de knechten uws heren, en doet mijn zoon Salomo rijden op de muilezelin, die voor mij is; en voert hem af naar Gihon.

VersbegrippenMuilezelsAchterkantOp Muilezels Rijden

Toen antwoordde Benaja, de zoon van Jojada, den koning, en zeide: Amen; alzo zegge de HEERE, de God van mijn heer den koning!

VersbegrippenOvereenkomst Voor GodAmen

En Zadok, de priester, nam den oliehoorn uit de tent, en zalfde Salomo; en zij bliezen met de bazuin, en al het volk zeide: De koning Salomo leve!

VersbegrippenZalving Uitgevoerd OpPlechtighedenGebroken HorensSoorten MuziekinstrumentenOlieSchreeuwenTrompetDe Daad Van ZalvingZalving Van KoningenTrompetten Voor De Viering

En Adonia hoorde het, en al de genoden, die met hem waren, die nu geeindigd hadden te eten; ook hoorde Joab het geluid der bazuinen, en zeide: Waarom is het geroep dier stad, die in roer is?

VersbegrippenGastenMuziek Om Te VierenDingen Horen

Als hij nog sprak, ziet, zo kwam Jonathan, de zoon van Abjathar, den priester; en Adonia zeide: Kom in, want gij zijt een kloek man, en zult het goede boodschappen.

VersbegrippenWaardigheidGoed Nieuws

En Jonathan antwoordde en zeide tot Adonia: Ja, maar onze heer, de koning David, heeft Salomo tot koning gemaakt.

En Salomo zeide: Indien hij een vroom man zal zijn, daar zal niet van zijn haar op de aarde vallen; maar indien in hem kwaad bevonden zal worden, zo zal hij sterven.

VersbegrippenVoorbeelden Van GenadeHoofdenHaren BeschermdHaar

En de koning Salomo zond heen, en zij deden hem afgaan van het altaar; en hij kwam, en boog zich neder voor den koning Salomo. En Salomo zeide tot hem: Ga heen naar uw huis.

Opdat de HEERE bevestige Zijn woord, dat Hij over mij gesproken heeft, zeggende: Indien uw zonen hun weg bewaren, om voor Mijn aangezicht trouwelijk, met hun ganse hart en met hun ganse ziel te wandelen, zo zal geen man, zeide Hij, u afgesneden worden van den troon Israels.

VersbegrippenHart En De Heilige GeestWandelen In De WaarheidTroonWaakzaamheid Van GelovigenOprechtheidSaul En David

Toen kwam Adonia, de zoon van Haggith, tot Bathseba, de moeder van Salomo; en zij zeide: Is uw komst vrede? En hij zeide: Vrede.

VersbegrippenMoeders Van Koningen

Daarna zeide hij: Ik heb een woord aan u. En zij zeide: Spreek.

Hij zeide dan: Gij weet, dat het koninkrijk mijn was, en het ganse Israel zijn aangezicht op mij gezet had, dat ik koning zijn zou; hoewel het koninkrijk omgewend en mijns broeders geworden is; want het is van den HEERE hem geworden.

En nu begeer ik van u een enige begeerte; wijs mijn aangezicht niet af. En zij zeide tot hem: Spreek.

En hij zeide: Spreek toch tot den koning Salomo, want hij zal uw aangezicht niet afwijzen, dat hij mij Abisag, de Sunamietische, ter vrouwe geve.

VersbegrippenDwaasheidVrouwen Overdragen

En Bathseba zeide: Het is goed, ik zal den koning voor u aanspreken.

VersbegrippenWoordvoerders

Toen zeide zij: Ik begeer van u een enige kleine begeerte, wijs mijn aangezicht niet af. En de koning zeide tot haar: Begeer, mijn moeder, want ik zal uw aangezicht niet afwijzen.

VersbegrippenKleinheid

En zij zeide: Laat Abisag, de Sunamietische, aan Adonia, uw broeder, ter vrouwe gegeven worden.

Toen antwoordde de koning Salomo, en zeide tot zijn moeder: En waarom begeert gij Abisag, de Sunamietische, voor Adonia? Begeer ook voor hem het koninkrijk (want hij is mijn broeder, die ouder is dan ik ben), ja, voor hem, en voor Abjathar, den priester, en voor Joab, den zoon van Zeruja.

VersbegrippenBroersHet Koninkrijk Van Anderen

En tot Abjathar, den priester, zeide de koning: Ga naar Anathoth, op uw akkers; want gij zijt een man des doods; maar dezen dag zal ik u niet doden, omdat gij de ark des Heeren HEEREN voor het aangezicht van mijn vader David gedragen hebt, en omdat gij verdrukt zijt geweest, in alles, waarin mijn vader verdrukt was.

VersbegrippenLijden En OntberingDe Ark In JeruzalemDe Dood Verdienen

En Benaja kwam tot de tent des HEEREN, en zeide tot hem: Zo zegt de koning: Kom uit. En hij zeide: Neen, maar hier zal ik sterven! En Benaja bracht het antwoord weder aan den koning, zeggende: Zo heeft Joab gesproken, en zo heeft hij mij geantwoord.

VersbegrippenBuitengaan

En de koning zeide tot hem: Doe gelijk als hij gesproken heeft, en val op hem aan, en begraaf hem, opdat gij wegdoet, van mij en van mijns vaders huis, dat bloed, dat Joab zonder oorzaak vergoten heeft.

VersbegrippenOnschuldig BloedAfwerpenGenoemde Individuen Doden

Daarna zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Bouw u een huis in Jeruzalem, en woon aldaar; en ga van daar niet uit herwaarts of derwaarts.

VersbegrippenHuizen Bouwen

En Simei zeide tot den koning: Dat woord is goed; gelijk als mijn heer de koning gesproken heeft, alzo zal uw knecht doen. En Simei woonde te Jeruzalem vele dagen.

VersbegrippenInstemming

Toen zond de koning, en riep Simei, en zeide tot hem: Heb ik u niet beedigd bij den HEERE, en tegen u betuigd, zeggende: Ten dage van uw uitgaan, als gij zult herwaarts of derwaarts gaan, weet voorzeker, dat gij den dood zult sterven? En gij zeidet tot mij: Dat woord is goed, dat ik gehoord heb.

VersbegrippenInstemmingOntbiedende KoningenMensen Die Gebonden Zijn Aan Een Eed

Verder zeide de koning tot Simei: Gij weet al de boosheid, die uw hart weet, die gij aan mijn vader David gedaan hebt; daarom heeft de HEERE uw boosheid op uw hoofd doen wederkeren.

VersbegrippenMenselijk HartMenselijk IntellectGod Draait Het Kwaad TerugGod Zal Het Eisen

Te Gibeon verscheen de HEERE aan Salomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.

VersbegrippenCommunicatieNachtGod VerschijntGedurende Een NachtGod Beantwoordt Gebed

En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.

VersbegrippenGenade In OTVriendelijkheidRechtvaardigheid Van GelovigenZittenTroonKarakter Van HeiligenGod Toonde Zijn Liefdevolle Vriendelijkheid

En God zeide tot hem: Daarom dat gij deze zaak begeerd hebt, en niet begeerd hebt, voor u vele dagen, noch voor u begeerd hebt rijkdom, noch begeerd hebt de ziel uwer vijanden; maar hebt begeerd verstand voor u, om gerichtszaken te horen;

VersbegrippenRijk WordenOnderscheidingsvermogenNatuurlijke Rampen

En de ene vrouw zeide: Och, mijn heer. Ik en deze vrouw wonen in een huis; en ik heb bij haar in dat huis gebaard.

Toen zeide de andere vrouw: Neen, maar die levende is mijn zoon, en de dode is uw zoon; gene daarentegen zeide: Neen, maar de dode is uw zoon, en de levende is mijn zoon! Alzo spraken zij voor het aangezicht des konings.

VersbegrippenTegensprekenDood Van Een Kind

Toen zeide de koning: Deze zegt: Dit is mijn zoon, die leeft, maar uw zoon is het, die dood is; en die zegt: Neen, maar de dode is uw zoon, en de levende mijn zoon.

VersbegrippenTegenspreken

Verder zeide de koning: Haalt mij een zwaard; en zij brachten een zwaard voor het aangezicht des konings.

Maar de vrouw, welker zoon de levende was, sprak tot den koning (want haar ingewand ontstak over haar zoon), en zeide: Och, mijn heer! Geef haar dat levende kind, en dood het geenszins; deze daarentegen zeide: Het zij noch het uwe noch het mijne, doorsnijdt het.

VersbegrippenUiten Van GenegenheidMoederliefdeLiefde En De WereldMenselijke GenadeIngewandenHelft Van LichamenMensen Die Genade TonenDe Liefde Van Moeders Voor Haar KinderenEen Baby VerwachtenBaby

Toen antwoordde de koning, en zeide: Geeft aan die het levende kind, den doodt het geenszins; die is zijn moeder.

VersbegrippenDe Liefde Van Moeders Voor Haar KinderenDood Van Een Moeder

En het geschiedde, als Hiram de woorden van Salomo gehoord had, dat hij zich zeer verblijdde, en zeide: Gezegend zij de HEERE heden, Die David een wijzen zoon gegeven heeft over dit grote volk!

VersbegrippenMenselijk Belang Van WijsheidVreugde In Gods WoordGezegend Zij God!

Toen zeide Salomo: De HEERE heeft gezegd, dat Hij in donkerheid zou wonen.

VersbegrippenGods Woning

En hij zeide: Geloofd zij de HEERE, de God Israels, Die met Zijn mond tot mijn vader David gesproken heeft, en heeft het met Zijn hand vervuld, zeggende:

VersbegrippenMondenGezegend Zij God!VervullingUitvoering

Maar de HEERE zeide tot David, mijn vader: Dewijl dat in uw hart geweest is Mijn Naam een huis te bouwen, gij hebt welgedaan, dat het in uw hart geweest is.

VersbegrippenDoelen Van De MensEen Plek Voor Gods Naam

En hij zeide: HEERE, God van Israel, er is geen God, gelijk Gij, boven in den hemel, noch beneden op de aarde, houdende het verbond en de weldadigheid aan Uw knechten, die voor Uw aangezicht met hun ganse hart wandelen;

VersbegrippenDe Uniekheid Van GodGods WegenTrouwMonotheïsmeNiemand Is Zoals GodGod Houdt Het Verbond

En de HEERE zeide tot hem: Ik heb uw gebed en uw smeking gehoord, die gij voor Mijn aangezicht smekende gedaan hebt; Ik heb dat huis geheiligd, hetwelk gij gebouwd hebt, opdat Ik Mijn Naam aldaar tot in eeuwigheid zette; en Mijn ogen en Mijn hart zullen daar zijn te allen dage.

VersbegrippenGoddelijk HartDe Groei Van Gelovigen In HeiligheidHeiligheid, Afzonderlijk Voor GodHet Doel Van HeiligheidAntwoord Op GebedOntvankelijkheidGoddelijke WaakzaamheidGod Beantwoordde GebedGod Besteedt AandachtEen Plek Voor Gods NaamSmeekbede

Daarom zeide hij: Wat zijn dat voor steden, mijn broeder, die gij mij gegeven hebt? En hij noemde ze het land Kabul, tot op dezen dag.

VersbegrippenWat Is Dit?

En zij zeide tot den koning: Het woord is waarheid geweest, dat ik in mijn land gehoord heb, van uw zaken en van uw wijsheid.

VersbegrippenVerwezenlijkingen

Daarom zeide de HEERE tot Salomo: Dewijl dit bij u geschied is, dat gij niet hebt gehouden Mijn verbond en Mijn inzettingen, die Ik u geboden heb; Ik zal gewisselijk dit koninkrijk van u scheuren, en datzelve uw knecht geven.

VersbegrippenHet Verbond Breken

Toen nu Hadad in Egypte hoorde, dat David met zijn vaderen ontslapen, en dat Joab, de krijgsoverste, dood was, zeide Hadad tot Farao: Laat mij gaan, dat ik in mijn land trekke.

Doch Farao zeide: Maar wat ontbreekt u bij mij, dat, zie, gij in uw land zoekt te trekken? En hij zeide: Niets, maar laat mij evenwel gaan.

VersbegrippenOvervloed In Egypte

En hij zeide tot Jerobeam: Neem u tien stukken; want alzo zegt de HEERE, de God Israels: Zie, Ik zal het koninkrijk van de hand van Salomo scheuren, en u tien stammen geven.

VersbegrippenPolitieke LeidersVoorspellenTien MensenTien DingenNoordelijk Koninkrijk Israël

En hij zeide tot hen: Gaat heen tot aan den derden dag, komt dan weder tot mij. En het volk ging heen.

VersbegrippenDrie Dagen

En hij zeide tot hen: Wat raadt gijlieden, dat wij dit volk antwoorden zullen, die tot mij gesproken hebben, zeggende: Maak het juk, dat uw vader ons opgelegd heeft, lichter.

VersbegrippenWegnemen LastenLicht JukMakkelijke LastenDe Raad Van De Mens

En Jerobeam zeide in zijn hart: Nu zal het koninkrijk weder tot het huis van David keren.

Daarom hield de koning een raad, en maakte twee gouden kalveren; en hij zeide tot hen: Het is ulieden te veel om op te gaan naar Jeruzalem; zie uw goden, o Israel, die u uit Egypteland opgebracht hebben.

VersbegrippenAdvies, Slecht Menselijk AdviesGouden KalverenWat Is Niet God?Twee DierenIsraël uit Egypte halenAnderen Die Israël Uit Egypte HalenDe Raad Van De Mens

En hij riep tegen het altaar, door het woord des HEEREN, en zeide: Altaar, altaar, zo zegt de HEERE: Zie, een zoon zal aan het huis Davids geboren worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de priesters der hoogten, die op u roken, en men zal mensenbeenderen op u verbranden.

VersbegrippenGoddelijke ManifestatiesHeiligheid Van Het LevenVoorspelde GeboorteWoorden DuplicerenBenenVerbranden Van AfgoderijMan Van God

Toen antwoordde de koning, en zeide tot den man Gods: Aanbid toch het aangezicht des HEEREN, uws Gods, ernstelijk, en bid voor mij, dat mijn hand weder tot mij kome! Toen bad de man Gods het aangezicht des HEEREN ernstelijk; en de hand des konings kwam weder tot hem, en werd gelijk te voren.

VersbegrippenBid Voor OnsBidden Voor Zondaars

Maar de man Gods zeide tot den koning: Al gaaft gij mij de helft van uw huis, zo zou ik niet met u gaan, en ik zou in deze plaats geen brood eten, noch water drinken.

VersbegrippenFraudeVoorbeelden Van VastberadenheidHelft Van Bezittingen

Toen zeide hij tot zijn zonen: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem den ezel, en hij reed daarop.

VersbegrippenReis VoorbereidenEzels Zadelen

En hij toog den man Gods na, en vond hem zittende onder een eik; en hij zeide tot hem: Zijt gij de man Gods, die uit Juda gekomen zijt? En hij zeide: Ik ben het.

VersbegrippenEikenIs Het Echt?

Toen zeide hij tot hem: Kom met mij naar huis, en eet brood.

Doch hij zeide: Ik kan niet met u wederkeren, noch met u inkomen; ik zal ook geen brood eten, noch met u water drinken, in deze plaats.

En hij zeide tot hem: Ik ben ook een profeet, gelijk gij, en een engel heeft tot mij gesproken door het woord des HEEREN, zeggende: Breng hem weder met u in uw huis, dat hij brood ete en water drinke. Doch hij loog hem.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogVoorbeelden Van LiegenVoorspellende LeugensZoals Goede MensenIndividuele ProfetenLiegen En BedrogLiegenEerherstel

Als de profeet, die hem van den weg had doen wederkeren, dit hoorde, zo zeide hij: Het is de man Gods, die den mond des HEEREN wederspannig is geweest; daarom heeft de HEERE hem den leeuw overgegeven die hem gebroken, en hem gedood heeft, naar het woord des HEEREN, dat Hij tot hem gesproken had.

VersbegrippenIn Gevaar Van De LeeuwenOngehoorzaamheid

En Jerobeam zeide tot zijn huisvrouw: Maak u nu op, en verstel u, dat men niet merkte, dat gij Jerobeams huisvrouw zijt, en ga heen naar Silo, zie, daar is de profeet Ahia, die van mij gesproken heeft, dat ik koning zou zijn over dit volk.

VersbegrippenVermommingenJezelf Veranderen

Maar de HEERE zeide tot Ahia: Zie, Jerobeams huisvrouw komt, om een zaak van u te vragen, aangaande haar zoon, want hij is krank; zo en zo zult gij tot haar spreken, en het zal zijn, als zij inkomt, dat zij zich vreemd aanstellen zal.

VersbegrippenDoen AlsofVertellen Over Bewegingen

En het geschiedde, als Ahia het geruis harer voeten hoorde, toen zij ter deure inkwam, dat hij zeide: Kom in, gij huisvrouw van Jerobeam! Waarom stelt gij u dus vreemd aan? Want ik ben tot u gezonden met een harde boodschap.

VersbegrippenGeluidDingen HorenDoen AlsofVoeten In Actie

En Elia, de Thisbiet, van de inwoneren van Gilead, zeide tot Achab: Zo waarachtig als de HEERE, de God Israels, leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord!

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodAanbidding Van Baäl, GeschiedenisVoorspellingen Van EliaLeven Van EliaDroogte, FysiekDauwLand Als Goddelijke VerantwoordelijkheidVol Van GebedRegenWeer Zoals In Gods OordeelDe Wonderen Van EliaKraaienImmigranten

Toen maakte hij zich op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der stad kwam, ziet, zo was daar een weduwvrouw, hout lezende; en hij riep tot haar, en zeide: Haal mij toch een weinig waters in dit vat, dat ik drinke.

VersbegrippenWaterWater DrinkenBrandhoutSamenkomst

Toen zij nu heenging om te halen, zo riep hij tot haar, en zeide: Haal mij toch ook een bete broods in uw hand.

VersbegrippenVoedsel Vragen

Maar zij zeide: Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft, indien ik een koek heb, dan alleen een hand vol meels in de kruik, en een weinig olie in de fles! En zie ik heb een paar houten gelezen, en ik ga heen, en zal het voor mij en voor mijn zoon bereiden, dat wij het eten, en sterven.

VersbegrippenBloemEenzaamheidOlijfolieKleine Dingen Die God GebruiktTonnenOntslag Tot De DoodBrandhoutStervenKoken

En Elia zeide tot haar: Vrees niet, ga heen, doe naar uw woord; maar maak mij vooreerst een kleinen koek daarvan, en breng mij dien hier uit; doch voor u en uw zoon zult gij daarna wat maken.

VersbegrippenKleinheidOffer GevenBroodKoken

En zij zeide tot Elia: Wat heb ik met u te doen, gij man Gods? Zijt gij bij mij ingekomen, om mijn ongerechtigheid in gedachtenis te brengen, en om mijn zoon te doden?

VersbegrippenLiefde En De WereldGod Onthoudt ZondeWat Hebben We Gemeenschappelijk?Pogingen Om Bepaalde Mensen Te DodenMan Van GodHerdenking

En hij zeide tot haar: Geef mij uw zoon. En hij nam hem van haar schoot, en droeg hem boven in de opperzaal, waar hij zelf woonde, en hij legde hem neder op zijn bed.

VersbegrippenHuizenTrappenGeheim GebedDode Lichamen DragenDe Bovenste Kamers

En hij riep den HEERE aan, en zeide: HEERE, mijn God, hebt Gij dan ook deze weduwe, bij dewelke ik herberge, zo kwalijk gedaan, dat Gij haar zoon gedood hebt?

VersbegrippenHuilen Tot GodGeheim GebedGod DodendGod Doodt IndividuenTragedie

En hij mat zich driemaal uit over dat kind, en riep den HEERE aan, en zeide: HEERE, mijn God, laat toch de ziel van dit kind in hem wederkomen.

VersbegrippenPersoonlijk ContactOmarmenDrie Keer HandelenGenoemde Personen Die BadenTragedie

En Elia nam het kind, en bracht het af van de opperzaal in het huis, en gaf het aan zijn moeder; en Elia zeide: Zie, uw zoon leeft.

VersbegrippenVerder Leven

Toen zeide de vrouw tot Elia: Nu weet ik, dat gij een man Gods zijt, en dat het woord des HEEREN in uw mond waarheid is.

VersbegrippenEerlijkheidReacties Op WonderenMondenDoel Van Het SchriftGoddelijke SpraakWoord Van GodDe Feiten KennenMan Van GodGods Woord Is Waar

Als nu Obadja op den weg was, ziet, zo was hem Elia tegemoet; en hem kennende, zo viel hij op zijn aangezicht, en zeide: Zijt gij mijn heer Elia?

VersbegrippenWandelenMensen HerkennenIs Het Echt?

Hij zeide: Ik ben het; ga heen, zeg uw heer: Zie, Elia is hier.

VersbegrippenDat Ben IkIn De Tegenwoordigheid Van De Mens

Maar hij zeide: Wat heb ik gezondigd, dat gij uw knecht geeft in de hand van Achab, dat hij mij dode?

VersbegrippenWelke Zonde?

En Elia zeide: Zo waarachtig als de HEERE der heirscharen leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, ik zal voorzeker mij heden aan hem vertonen!

VersbegrippenVoorbeelden Van DurfVandaagMensen Bekend Gemaakt

Toen ging Obadja Achab tegemoet, en zeide het hem aan; en Achab ging Elia tegemoet.

VersbegrippenMensen OntmoetenAltaren

En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: Zijt gij die beroerden van Israel?

VersbegrippenKritiek Over GelovigenIs Het Echt?Verontrustende Groepen Van Mensen

Toen zeide hij: Ik heb Israel niet beroerd, maar gij en uws vaders huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des HEEREN verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt.

VersbegrippenVerlatenheidDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadTerechtwijzingGods Dingen VerzakenVolgelingen Van BaalVerontrustende Groepen Van Mensen

Toen naderde Elia tot het ganse volk, en zeide: Hoe lang hinkt gij op twee gedachten? Zo de HEERE God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na! Maar het volk antwoordde hem niet een woord.

VersbegrippenKeuzesGevolgen Van TwijfelDubbelzinnigheidUitdagingenKeuzes MakenAarzelingBesluiteloosheidOpiniesPublieke OpinieSyncretismeScepticismeVerdeelde HartenIndividuen Die Niet SprekenTwee Immateriële DingenDe Heer [Jahweh] Is GodVolgen

Roept gij daarna den naam van uw god aan, en ik zal den Naam des HEEREN aanroepen; en de God, Die door vuur antwoorden zal, Die zal God zijn. En het ganse volk antwoordde en zeide: Dat woord is goed.

VersbegrippenGod AanroepenVuur Van De HemelGod Zal AntwoordenGods Zaken OnderscheidenGod Beantwoordde GebedenAntwoorden

En Elia zeide tot de profeten van Baal: Kiest gijlieden voor u den enen var, en bereidt gij hem eerst, want gij zijt velen; en roept den naam uws gods aan, en legt geen vuur daaraan.

VersbegrippenDingen KiezenVolgelingen Van BaalProfeten Van Andere GodenVoorrang Geven Aan GodCompetitieJezebel

En het geschiedde op den middag, dat Elia met hen spotte, en zeide: Roept met luider stem, want hij is een god; omdat hij in gepeins is, of omdat hij wat te doen heeft, of omdat hij een reize heeft; misschien slaapt hij en zal wakker worden.

VersbegrippenGod Als GeestUurHumorIronieDe Aard Van SpotSpirituele SlaapPlezierAfleidingOntwakenGrappen MakenVakantie

Toen zeide Elia tot het ganse volk: Nadert tot mij. En al het volk naderde tot hem; en hij heelde het altaar des HEEREN, dat verbroken was.

VersbegrippenRuïnesAltaar Van De HeerHerstellen

En hij zeide: Vult vier kruiken met water, en giet het op het brandoffer en op het hout. En hij zeide: Doet het ten tweeden male. En zij deden het ten tweeden male. Voorts zeide hij: Doet het ten derden male. En zij deden het ten derden male;

VersbegrippenDrie Keer Handelen

Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde, dat de profeet Elia naderde, en zeide: HEERE, God van Abraham, Izak en Israel, dat het heden bekend worde, dat Gij God in Israel zijt, en ik Uw knecht; en dat ik al deze dingen naar Uw woord gedaan heb.

VersbegrippenGeboden in OTDe Wonderen Van EliaWeten Dat Er Een God IsGenoemde Profeten Van De HeerDe Heer [Jahweh] Is GodOfferGods TimingGods Timing

En Elia zeide tot hen: Grijpt de profeten van Baal, dat niemand van hen ontkome. En zij grepen ze; en Elia voerde hen af naar de beek Kison, en slachtte hen aldaar.

VersbegrippenGeboden in OTRivieren En StromenProfeten DodenRivier KishonProfeten Van Andere GodenRivieren

Daarna zeide Elia tot Achab: Trek op, eet en drink; want er is een geruis van een overvloedigen regen.

VersbegrippenRegenOvervloed, MaterieelGeluidEten En DrinkenOvervloed

En hij zeide tot zijn jongen: Ga nu op, en zie uit naar de zee. Toen ging hij op, en zag uit, en zeide: Er is niets. Toen zeide hij: Ga weder henen, zevenmaal.

VersbegrippenZeven KeerKijken En ZienRichtingHet Weer Van De Laatste Dagen

En het geschiedde op de zevende maal, dat hij zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op van de zee. En hij zeide: Ga op, zeg tot Achab: Span aan, en kom af, dat u de regen niet ophoude.

VersbegrippenStrijdwagensKleinheidKleine Dingen Die God GebruiktKleine DingenHet Vermijden Van Tegenwerking

Public domain