Meest Populaire Bijbelverzen in Job 41

Job Rang:

397
VersbegrippenTaalScherp GereedschapVerbindend Als Dieren

Niemand is zo koen, dat hij hem opwekken zou; wie is dan hij, die zich voor Mijn aangezicht stellen zou?

421
VersbegrippenBeweringenDe Aard Van RijkdomAlles Behoort Tot GodGods Eigendom Over Alles

Uit zijn neusgaten komt rook voort, als uit een ziedende pot en ruimen ketel.

620
VersbegrippenDageraadNeuzenNiezen

Hij acht het ijzer voor stro, en het staal voor verrot hout.

621
VersbegrippenDoornen

Wie heeft Mij voorgekomen, dat Ik hem zou vergelden? Wat onder den gansen hemel is, is het Mijne.

698

Zijn hart is vast gelijk een steen; ja, vast gelijk een deel van den ondersten molensteen.

708
VersbegrippenAdemenRokenAdem

Onder hem zijn scherpe scherven; hij spreidt zich op het puntachtige, als op slijk.

721
VersbegrippenMolenstenenRotsenHardheidAndere Verwijzingen Naar Het Hart

Op de aarde is niets met hem te vergelijken, die gemaakt is om zonder schrik te wezen.

722
VersbegrippenVerbijsteringAngst En Dieren

Hij aanziet alles, wat hoog is, hij is een koning over alle jonge hoogmoedige dieren.

733
VersbegrippenScherp GereedschapKwetsbaarheid

Het een is zo na aan het andere, dat de wind daar niet kan tussen komen.

757
759
VersbegrippenVermogen Om Te WeerstaanHeftige Mannen

Uit zijn mond gaan fakkelen, vurige vonken raken er uit.

780
VersbegrippenRietRookNeusgatenWeedRokenKookpotRook Poëtisch Gebruikt

De werpstenen worden van hem geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling der lans.

800
VersbegrippenVerbonden Met Vlees En BeenderenSpieren

Achter zich verlicht hij het pad; men zou den afgrond voor grijzigheid houden.

809
VersbegrippenKracht Van Dieren

Zijn adem zou kolen doen vlammen, en een vlam komt uit zijn mond voort.

813

De pijl zal hem niet doen vlieden, de slingerstenen worden hem in stoppelen veranderd.

819
VersbegrippenRuilen

Zeer uitnemend zijn zijn sterke schilden, elkeen gesloten als met een nauwdrukkend zegel.

825
VersbegrippenLucht

Van zijn verheffen schromen de sterken; om zijner doorbrekingen wille ontzondigen zij zich.

845
VersbegrippenVisieZonder Hoop

Elk een zijner niezingen doet een licht schijnen; en zijn ogen zijn als de oogleden des dageraads.

849
VersbegrippenMondenTandenAndere Verwijzingen Naar Monden

De stukken van zijn vlees kleven samen; elkeen is vast in hem, het wordt niet bewogen.

860
VersbegrippenOvereenkomstDienaren Van De Mens

Wie zou het opperste zijns kleeds ontdekken? Wie zou met zijn dubbelen breidel hem aankomen?

864
VersbegrippenKracht Van Dieren

Hij doet de diepte zieden gelijk een pot; hij stelt de zee als een apothekerskokerij.

865
VersbegrippenVerbonden Met Vlees En Beenderen

Raakt hem iemand met het zwaard, dat zal niet bestaan, spies, schicht noch pantsier.

887
VersbegrippenHuisdieren

Wie zou de deuren zijns aangezichts opendoen? Rondom zijn tanden is verschrikking.

893
VersbegrippenPaardenBuitenkledijWeegschalen

In zijn hals herbergt de sterkte; voor hem springt zelfs de droefheid van vreugde op.

902
VersbegrippenZachte WoordenZachte Behandeling

Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner gestaltenis.

944
VersbegrippenVijanden BevechtenWorstelingWorstelingen

Zij kleven aan elkander, zij vatten zich samen, dat zij zich niet scheiden.