Meest Populaire Bijbelverzen in Spreuken 21
Spreuken Rang:
Des konings hart is in de hand des HEEREN als waterbeken. Hij neigt het tot al wat Hij wil.
De wijze beklimt de stad der geweldigen, en werpt de sterkte huns vertrouwens neder.
Het paard wordt bereid tegen den dag des strijds; maar de overwinning is des HEEREN.
Die een hovaardig pocher is, zijn naam is spotter; hij gaat met hovaardige verbolgenheid te werk.
Den gansen dag begeert hij begeerlijke dingen; maar de rechtvaardige zal geven, en niet inhouden.
Het is beter te wonen op een hoek van het dak, dan met een kijfachtige huisvrouw, en dat in een huis van gezelschap.
Het offer der goddelozen is een gruwel; hoeveel te meer, als zij het met een schandelijk voornemen brengen!
Een leugenachtig getuige zal vergaan; en een man, die hoort, zal spreken tot overwinning.
De gedachten des vlijtigen zijn alleen tot overschot; maar van een ieder, die haastig is, alleen tot gebrek.
Die zijn oor stopt voor het geschrei des armen, die zal ook roepen, en niet verhoord worden.
Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden.
In des wijzen woning is een gewenste schat, en olie; maar een zot mens verslindt zulks.
Het is beter te wonen in een woest land, dan bij een zeer kijfachtige en toornige huisvrouw.
Een goddeloos man sterkt zich in zijn aangezicht; maar de oprechte, die maakt zijn weg vast.
Die blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie liefheeft, zal niet rijk worden.
Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een voortgedrevene ijdelheid dergenen, die den dood zoeken.
Hoogheid der ogen, en trotsheid des harten, en de ploeging der goddelozen, zijn zonde.
Een mens, die van den weg des verstands afdwaalt, zal in de gemeente der doden rusten.
Het is den rechtvaardige een blijdschap recht te doen; maar voor de werkers der ongerechtigheid is het verschrikking.
Een gift in het verborgene houdt den toorn onder, en een geschenk in den schoot de sterke grimmigheid.
De goddeloze is een rantsoen voor de rechtvaardigen, en de trouweloze voor de oprechten.
Als men den spotter straft, wordt de slechte wijs; en als men den wijze onderricht, neemt hij wetenschap aan.
De weg des mensen is gans verkeerd en vreemd; maar het werk des zuiveren is recht.
De rechtvaardige let verstandelijk op des goddelozen huis, als God de goddelozen in het kwaad stort.
De ziel des goddelozen begeert het kwaad; zijn naaste krijgt geen genade in zijn ogen.
De verwoesting der goddelozen zal hen doorsnijden, omdat zij weigeren recht te doen.