Meest populaire Bijbelverzen

Bijbel Rank:

31003
VersbegrippenAnoniemen Mensen Kwaad Tegen Anderen

Toen zouden zij ons levend verslonden hebben, als hun toorn tegen ons ontstak.

31004
VersbegrippenValsheidBedrieglijke Taal

Wat zal U de bedriegelijke tong geven, of wat zal zij U toevoegen?

31006
VersbegrippenRisico

Mijn ziel is geduriglijk in mijn hand; nochtans vergeet ik Uw wet niet.

31007
VersbegrippenSchaduwenTijd Die Voorbij Gaat

Ik ga heen gelijk een schaduw, wanneer zij zich neigt; ik worde omgedreven als een sprinkhaan.

31008
VersbegrippenEvangeliseren

En Hij sloeg Zijn wederpartijders aan het achterste; Hij deed hun eeuwige smaadheid aan.

31009
VersbegrippenGod Help!God Die OntwaaktGeen ZondeVijandelijke Aanvallen

Zij lopen en bereiden zich zonder mijn misdaad; waak op mij tegemoet, en zie.

31010
VersbegrippenAanbieden Van Granen En PlengoffersGeiten Offeren

En een geitenbok ten zondoffer; behalve het gedurig brandoffer, en zijn spijsoffer, met hun drankofferen.

31011
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31012
VersbegrippenOostelijke Poorten

Van onder deze kameren nu was de ingang van het oosten, als iemand tot dezelve ingaat, uit het buitenste voorhof.

31013
VersbegrippenGeiten Offeren

Een geitenbok, ten zondoffer;

31014
VersbegrippenGoddelijke VerdedigingDienaren Van De Heer

Gij, die den koningen overwinning geeft, Die Zijn knecht David ontzet van het boze zwaard;

31015
VersbegrippenHet Medeleven Van GodWeer OplevenWederopleving

HEERE! Uw barmhartigheden zijn vele; maak mij levend naar Uw rechten.

31016
VersbegrippenVerschrikkingen Van De OorlogMenselijk BloedvergietenGeen Begrafenissen

Zij hebben hun bloed rondom Jeruzalem als water vergoten; en er was niemand, die hen begroef.

31017
VersbegrippenBloed Als Symbool Van SchoolVeranderd In Bloed

En hun vloeden in bloed veranderde, en hun stromen, opdat zij niet zouden drinken.

31018
VersbegrippenAfwezigheid Van GevoelSprakeloosheidTypes VoetenStomZich Verloren Voelen

Hun handen hebben zij, maar tasten niet; hun voeten, maar gaan niet; zij geven geen geluid door hun keel.

31019
VersbegrippenGod Zal ZegenenVreugde Over GerechtigheidSchaamte Zal AankomenAnderen ZegenVloeken

Laat hen vloeken, maar zegen Gij; laat hen zich opmaken, maar dat zij beschaamd worden; doch dat zich Uw knecht verblijde.

31020
VersbegrippenOvervloed In De Wildernis

Toen aten zij, en werden zeer zat; zodat Hij hun hun lust toebracht.

31021
VersbegrippenHet Ontvangen Van Gods GenadeMedelijden

Dies gaf Hij hun barmhartigheid voor het aangezicht van allen, die hen gevangen hadden.

31022
VersbegrippenAfmetingen Van DeuropeningenPijlers Voor De Tempel Van EzechiëlVensters Voor De TempelKamers Van De Tempel Van Ezechiël

Haar kamertjes, haar posten en haar voorhuizen; ook had zij vensteren rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen.

31023
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31024
VersbegrippenWachtenVoor God Handelt

Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers?

31025
VersbegrippenHerfstWijngaarden PlantenZaaienVruchtbaarheid

En bezaaien akkers, en planten wijngaarden, die inkomende vrucht voortbrengen.

31026
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31027
VersbegrippenVeroveringGeschenken Van GodGod Toonde Zijn KrachtAndere Geschenken Van God

Caph. Hij heeft de kracht Zijner werken Zijn volke bekend gemaakt; Lamed. hun gevende de erve der heidenen.

31028
VersbegrippenGod Die Israël Verstrooit

En dat Hij hun zaad zou nedervellen onder de heidenen, en hen verstrooien zou door de landen.

31029
VersbegrippenDingen Die OmringenWater Als Symbool Van VerdrukkingOverstromingen

Den gansen dag omringen zij mij als water; te zamen omgeven zij mij.

31030
VersbegrippenAngst Voor Andere MensenVreugde In Opluchting

Egypte was blijde, als zij uittrokken, want hun verschrikking was op hen gevallen.

31031
VersbegrippenTerzelfdertijd

Zij waren nog niet vervreemd van hun lust; hun spijs was nog in hun mond,

31032
VersbegrippenAanbieden Van Granen En Plengoffers

En hun spijsoffer, en hun drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in hun getal, naar de wijze;

31033
VersbegrippenGod HelptVertrouw In God!Familie GeschilJouw Familie Beschermen

Gij huis van Aaron! vertrouw op den HEERE; Hij is hun Hulp en hun Schild.

31034
VersbegrippenStilteGod Ver Weg

HEERE! Gij hebt het gezien, zwijg niet; HEERE! wees niet verre van mij.

31035
VersbegrippenRiemenBekleed Met Slechte Dingen

Die zij hem als een kleed, waarmede hij zich bedekt, en tot een gordel, waarmede hij zich steeds omgordt.

31036
VersbegrippenAfmetingen Van Gebouwen

En de breedte van het voorste deel des huizes, en der afgesneden plaats tegen het oosten, honderd ellen.

31037
VersbegrippenZij Die Onderdrukt ZijnZij Onderworpen Aan Mensen

En hun vijanden hebben hen verdrukt, en zij zijn vernederd geworden onder hun hand.

31038
VersbegrippenZwaarlijvigheidDe Religiueuse Rol Van DierenPsalmen InterjectiesEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

Brandofferen van mergbeesten zal ik U offeren, met rookwerk van rammen; ik zal runderen met bokken bereiden. Sela.

31039

Wij zijn onzen naburen een smaadheid geworden; een spot en schimp dien, die rondom ons zijn.

31040
VersbegrippenPriesters DodenAfgezette PriestersNiet Rouwen

Hun priesters vielen door het zwaard, en hun weduwen weenden niet.

31041
VersbegrippenMensen Die Gevlucht Zijn

Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.

31042
VersbegrippenGod Die Niet VerzaaktGeen VeroordelingPaden

Maar de HEERE laat hem niet in zijn hand; en Hij verdoemt hem niet, als hij geoordeeld wordt.

31043
VersbegrippenVee Offeren

Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;

31044
VersbegrippenVee Offeren

Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;

31045
VersbegrippenErfenisGod Gaf Het Land

En Hij gaf hun land ten erve, ten erve aan Zijn volk Israel.

31046
VersbegrippenKronen, Spiritueel GebruikBekleed Met Slechte DingenKronen Voor Gods MensenKronen

Ik zal zijn vijanden met schaamte bekleden; maar op hem zal zijn kroon bloeien.

31047
VersbegrippenOngeschikte RegelMensen HatenHaters

En Hij gaf hen in de hand der heidenen, en hun haters heersten over hen.

31048

Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

31049
VersbegrippenMensen Die Overlijden

En de wateren overdekten hun wederpartijders; niet een van hen bleef over.

31050
VersbegrippenBloed Als Symbool Van SchoolVeranderd In BloedDood Van Alle Wezens

Hij keerde hun wateren in bloed, en Hij doodde hun vissen.

31051
VersbegrippenDe Westelijke KantJeruzalem En Het Land Meten

Hij ging om naar de westzijde, en hij mat vijfhonderd rieten, met het meetriet.

31052
VersbegrippenSpirituele Oorlog, HarnasWachtenMensen Die WachtenPogingen Om Mij Te Doden

De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen.

31053
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31054

Gij huis Israels! looft den HEERE; gij huis Aarons! looft den HEERE.

31055
VersbegrippenGeen HulpHet Feit Van ZwoegenHard Werken

Waarom Hij hun het hart door zwarigheid vernederd heeft; zij zijn gestruikeld, en er was geen helper.

31056
VersbegrippenZij Die Niet Vrezen

Om in verborgen plaatsen den oprechte te schieten; haastig schieten zij naar hem, en vrezen niet.

31057

Opdat zij weten, dat dit Uw hand is, dat Gij het, HEERE! gedaan hebt.

31058
VersbegrippenMensen Die Bevrijd Worden Door MensenVrij

De koning zond, en deed hem ontslaan; de heerser der volken liet hem los.

31059
VersbegrippenAfmetingen Van DeuropeningenPijlers Voor De Tempel Van EzechiëlVensters Voor De TempelZelfde MatenKamers Van De Tempel Van Ezechiël

Ook haar kamertjes, en haar posten, en haar voorhuizen naar deze maten; en zij had vensteren ook aan haar voorhuizen, rondom henen; de lengte was vijftig ellen, en de breedte vijf en twintig ellen.

31060
VersbegrippenGrappen Maken

Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest.

31061

En Og, den koning van Basan; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31062
VersbegrippenGod Gaat VoorGod Leidde Hen Door De Wildernis

Die Zijn volk door de woestijn geleid heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31063
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31064
VersbegrippenAssenBomen Vellen

Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte.

31065
VersbegrippenValse ReligieAfgoden VertrouwenDingen Zoals Mensen

Dat die ze maken, hun gelijk worden, en al wie op hen vertrouwt.

31066
VersbegrippenBeschreven NatiesBoze OgenAfgoden Niet ZienSprakeloosheidStomMet De Mond Spreken

Zij hebben een mond, maar spreken niet; zij hebben ogen, maar zien niet;

31067

Gij huis van Levi! looft den HEERE; gij die den HEERE vreest! looft den HEERE.

31068
VersbegrippenProvisie Van De Dag

De zon tot heerschappij op den dag; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31069
VersbegrippenVijgenboomBomen Beschadigen

En Hij sloeg hun wijnstok en hun vijgeboom, en Hij brak het geboomte hunner landpalen.

31070
VersbegrippenEindeAfzettenDe Eer Verliezen

Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.

31071
VersbegrippenVee Offeren

Een var, een jong rund, een ram, een lam, dat eenjarig was, ten brandoffer;

31072
VersbegrippenEeuwige Waarheid

Samech. Zij zijn ondersteund voor altoos, en in eeuwigheid; Ain. zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid.

31073
VersbegrippenJeruzalem En Het Land Meten

De zuidzijde mat hij, vijfhonderd rieten, met het meetriet.

31074
VersbegrippenStad Van God

En Hij doet de hongerigen aldaar wonen, en zij stichten een stad ter woning;

31075
VersbegrippenGod Redt Van De Vijanden

En Hij heeft ons onzen tegenpartijders ontrukt; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31076
VersbegrippenHorenGeen Adem KrijgenNiet Horen

Oren hebben zij, maar horen niet; ook is er geen adem in hun mond.

31077
VersbegrippenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelGewichten Van Goud

Een reukschaal van tien gouden sikkelen, vol reukwerks;

31078
VersbegrippenGod Haalt Israël Uit Egypte

En heeft Israel uit het midden van hen uitgebracht; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31079

Hun rechters zijn aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat zij aangenaam waren.

31080
VersbegrippenHoudingen Tegenover VervolgingGetroffen Door De DoodGod Niet In De Steek Laten

Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.

31081
VersbegrippenNaar Gods Wereld KijkenDe OceaanWerken Voor GodGetuige Zijn VanWerken Voor De Heer

Die zien de werken des HEEREN, en Zijn wonderwerken in de diepte.

31082
VersbegrippenHet Eten Van Dieren

Die al het kruid in hun land opaten, ja, aten de vrucht hunner landbouwe op.

31083

Gij hebt ook de scherpte zijns zwaards omgekeerd, en hebt hem niet staande gehouden in den strijd.

31084
VersbegrippenAssenKerven

Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen.

31085
VersbegrippenKwade Verlangens

Laat hen niet zeggen in hun hart: Heah, onze ziel! laat hen niet zeggen: Wij hebben hem verslonden!

31086
VersbegrippenSpringen

Gij bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren?

31087
VersbegrippenGod Als RechterNederlaag

En Hij leverde Zijn volk over ten zwaarde, en werd verbolgen tegen Zijn erfenis.

31088
VersbegrippenKreten Van Ellende Tot GodIk Volg De GebodenRed Ons!

Ik heb U aangeroepen, verlos mij, en ik zal Uw getuigenissen onderhouden.

31089
VersbegrippenVergetelheidUitgewist

Dat zij gedurig voor den HEERE zijn; en Hij roeie hun gedachtenis uit van de aarde.

31090

Dat hij niemand hebbe, die weldadigheid over hem uitstrekke, en dat er niemand zij, die zijn wezen genadig zij.

31091
VersbegrippenNiet Vergeten

Vergeet niet het geroep Uwer wederpartijders; het getier dergenen, die tegen U opstaan, klimt geduriglijk op.

31092
VersbegrippenKwaad Voor De RechterhandVreugde In Het Kwaad

Gij hebt de rechterhand zijner wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd.

31093
VersbegrippenGods Waarheid Kennen

Laat hen tot mij keren, die U vrezen, en die Uw getuigenissen kennen.

31094
VersbegrippenVallende Dieren

En deed het vallen in het midden zijns legers, rondom zijn woningen.

31095
VersbegrippenVernietiging Van Jeruzalem

Want men heeft Jakob opgegeten, en zij hebben zijn liefelijke woning verwoest.

31096
VersbegrippenLippen

Die mijn lippen hebben geuit, en mijn mond heeft uitgesproken, als mij bange was.

31097
VersbegrippenOverstroomdOverstromingenOverweldigd

Toen zouden de stoute wateren over onze ziel gegaan zijn.

31098
VersbegrippenErfenis

Ten erve aan Zijn knecht Israel; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31099
VersbegrippenErfenis

En heeft hun land ten erve gegeven; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31100
VersbegrippenDoormaken

En voerde Israel door het midden van dezelve; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

31101
VersbegrippenTwaalf Dieren

Een zee, en de twaalf runderen daaronder.

31102
VersbegrippenJagenMensenetende Dieren

Deze wandelde steeds onder de leeuwen, werd een jonge leeuw, en leerde roof te roven, hij at mensen op.

31103

Het zestiende voor Hananja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

31104

Het een en twintigste voor Hothir; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Ga naar pagina