'Aarde' in de Bijbel
[ (Psalms 76:13) Die den geest der vorsten als druiven afsnijdt; Die den koningen der aarde vreselijk is. ]
Het geluid Uws donders was in het ronde; de bliksemen verlichtten de wereld; de aarde werd beroerd en daverde.
En Hij bouwde Zijn heiligdom als hoogten, als de aarde, die Hij gegrond heeft in eeuwigheid.
Zij weten niet, en verstaan niet; zij wandelen steeds in duisternis; dies wankelen alle fondamenten der aarde.
Die verdelgd zijn te Endor; zij zijn geworden tot drek der aarde.
[ (Psalms 83:19) Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde. ]
De waarheid zal uit de aarde spruiten, en gerechtigheid zal van den hemel nederzien.
De hemel is Uwe, ook is de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond.
Ook zal Ik hem ten eerstgeborenen zoon stellen, ten hoogste over de koningen der aarde.
Gij hebt het verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd tegen de aarde.
Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.
Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.
Gij, Rechter der aarde! verhef U; breng vergelding weder over de hovaardigen.
In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne;
Zingt den HEERE een nieuw lied; zingt de HEERE, gij ganse aarde!
Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde.
Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid.
Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid.
De HEERE regeert, de aarde verheuge zich; dat veel eilanden zich verblijden.
De bergen smelten als was voor het aanschijn des HEEREN, voor het aanschijn des HEEREN der ganse aarde.
Want Gij, HEERE! zijt de Allerhoogste over de gehele aarde; Gij zijt zeer hoog verheven boven alle goden.
Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israels; en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods.
Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk, en psalmzingt.
Voor het aangezicht des HEEREN, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, en de volken in alle rechtmatigheid.
De HEERE regeert, dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde bewege zich.
Dan zullen de heidenen den Naam des HEEREN vrezen, en alle koningen der aarde Uw heerlijkheid.
Omdat Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien; dat de HEERE uit den hemel op de aarde geschouwd zal hebben;
Gij hebt voormaals de aarde gegrond, en de hemelen zijn het werk Uwer handen;
Want zo hoog de hemel is boven de aarde, is Zijn goedertierenheid geweldig over degenen, die Hem vrezen.
Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.
Gij hebt een paal gesteld, dien zij niet overgaan zullen; zij zullen de aarde niet weder bedekken.
Hij drenkt de bergen uit Zijn opperzalen; de aarde wordt verzadigd van de vrucht Uwer werken.
Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen.
Als Hij de aarde aanschouwt, zo beeft zij; als Hij de bergen aanroert, zo roken zij.
De zondaars zullen van de aarde verdaan worden, en de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof den HEERE, mijn ziel! Hallelujah!
Hij is de HEERE, onze God; Zijn oordelen zijn over de gehele aarde.
De aarde deed zich open, en verslond Dathan, en overdekte de vergadering van Abiram.
Verhef U, o God! boven de hemelen, en Uw eer over de ganse aarde.
Dat zij gedurig voor den HEERE zijn; en Hij roeie hun gedachtenis uit van de aarde.
Gimel. Zijn zaad zal geweldig zijn op aarde; Daleth. het geslacht der oprechten zal gezegend worden.
Beef, gij aarde! voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van den God Jakobs;
Gijlieden zijt den HEERE gezegend, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
Aangaande den hemel, de hemel is des HEEREN; maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven.
Ik ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.
HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.
Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten.
Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan;
Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief.
Mijn hulp is van den HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
Onze hulp is in den Naam des HEEREN, Die hemel en aarde gemaakt heeft.
De HEERE zegene u uit Sion, Hij, Die den hemel en de aarde gemaakt heeft.
Al wat den HEERE behaagt, doet Hij, in de hemelen, en op de aarde, in de zeeen en alle afgronden.
Hij doet dampen opklimmen van het einde der aarde; Hij maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit Zijn schatkameren voort.
Dien, Die de aarde op het water uitgespannen heeft; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.
Alle koningen der aarde zullen U, o HEERE! loven, wanneer zij gehoord zullen hebben de redenen Uws monds.
Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.
Een man van kwade tong zal op de aarde niet bevestigd worden; een boos man des gewelds, dien zal men jagen, totdat hij geheel verdreven is.
Onze beenderen zijn verstrooid aan den mond des grafs, gelijk of iemand op de aarde iets gekloofd en verdeeld had.
Want de vijand vervolgt mijn ziel, hij vertreedt mijn leven ter aarde; hij legt mij in duisternissen, als degenen, die over lang dood zijn.
Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen.
Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid.
De HEERE houdt de zachtmoedigen staande; de goddelozen vernedert Hij, tot de aarde toe.
Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op de bergen doet uitspruiten;
Hij zendt Zijn bevel op aarde; Zijn woord loopt zeer snel.
Looft den HEERE, van de aarde; gij walvissen en alle afgronden!
Gij koningen der aarde, en alle volken, gij vorsten, en alle rechters der aarde!
Dat zij den Naam des HEEREN loven; want Zijn Naam alleen is hoog verheven; Zijn majesteit is over de aarde en den hemel.
Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven;
Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.
De HEERE heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid.
Door Mij heersen de heersers, en de prinsen, al de rechters der aarde.
Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest; van den aanvang, van de oudheden der aarde aan.
Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld.
Toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde;
De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.
Ziet, den rechtvaardige wordt vergolden op de aarde, hoeveel te meer den goddeloze en zondaar!
In het aangezicht des verstandigen is wijsheid; maar de ogen des zots zijn in het einde der aarde.
Aan de hoogte des hemels, en aan de diepte der aarde, en aan het hart der koningen is geen doorgronding.
Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?
Een geslacht, welks tanden zwaarden, en welks baktanden messen zijn, om de ellendigen van de aarde en de nooddruftigen van onder de mensen te verteren.
Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, die van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg!
Om drie dingen ontroert zich de aarde, ja, om vier, die zij niet dragen kan:
Deze vier zijn van de kleinste der aarde; doch dezelve zijn wijs, met wijsheid wel voorzien.
Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.
Wie merkt, dat de adem van de kinderen der mensen opvaart naar boven, en de adem der beesten nederwaarts vaart in de aarde?
Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste niet een woord voort te brengen voor Gods aangezicht; want God is in den hemel, en gij zijt op de aarde; daarom laat uw woorden weinig zijn.
Voorwaar, er is geen mens rechtvaardig op aarde, die goed doet, en niet zondigt.
Er is nog een ijdelheid, die op aarde geschiedt: dat er zijn rechtvaardigen, dien het wedervaart naar het werk der goddelozen, en er zijn goddelozen, dien het wedervaart naar het werk der rechtvaardigen. Ik zeg, dat dit ook ijdelheid is.
Als ik mijn hart begaf, om wijsheid te weten, en om aan te zien de bezigheid, die op de aarde geschiedt, dat men ook, des daags of des nachts, den slaap niet ziet met zijne ogen;
Ik heb knechten te paard gezien, en vorsten, gaande als knechten op de aarde.
Geef een deel aan zeven, ja, ook aan acht; want gij weet niet, wat kwaad op de aarde wezen zal.
Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
En dat het stof wederom tot aarde keert, als het geweest is; en de geest weder tot God keert, Die hem gegeven heeft.
Hoort, gij hemelen! en neem ter ore, gij aarde! want de HEERE spreekt: Ik heb kinderen groot gemaakt en verhoogd; maar zij hebben tegen Mij overtreden.
Dan zullen zij in de spelonken der rotsstenen gaan, en in de holen der aarde, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde te verschrikken.
Gaande in de reten der rotsen en in de kloven der steenrotsen, vanwege den schrik des HEEREN, en vanwege de heerlijkheid Zijner majesteit, wanneer Hij Zich opmaken zal, om de aarde geweldiglijk te verschrikken.
En haar poorten zullen treuren, en leed dragen, en zij zal, ledig gemaakt zijnde, op de aarde zitten.
Te dien dage zal des HEEREN SPRUIT zijn tot sieraad en tot heerlijkheid, en de vrucht der aarde tot voortreffelijkheid en tot versiering dengenen, die het ontkomen zullen in Israel.
Zoekresultaten vervolgd...
Verwante onderwerpen
- Aanvaarden Van Anderen
- Aanvaarden Van Christus
- Aanvaarden Van Elkaar
- Aanvaarden Van Geschenken
- Aanvaarden Van Het Evangelie
- Aanvaarden Van Instructies
- Aanvaarden Van Slagen
- Aanvaarden Van Steekpenningen
- Aarde
- Aarde In Brand
- Aarde, Behorend Tot God
- Aarde, De Glorie Van God
- Aarde, Oordeel Van
- Baarden
- Beloftes Over De Aarde
- Beschrijving Van De Aarde
- Bewaarders
- Boomgaarden
- Christus Met Mensen Op Aarde
- De Aarde
- De Aarde Bedekken
- De Aarde Bewerken
- De Aarde Gevuld Met God
- De Aarde Kleden
- De Aarde Verzorgen
- De Regenboog
- De Soevereiniteit Van God
- Fundament Van De Aarde
- Gevangenisbewaarders
- Geweld Op Aarde
- God Ondersteunt De Aarde
- God Schudt De Aarde
- God Voedt De Aarde
- God Ziet Gans De Aarde
- Gods Redding Bekend Gemaakt
- Gods Stem
- Hemel En Aarde
- Hemel Is Beter Dan Aarde
- Het Eeuwig Koninkrijk, Aarde Gevuld Met Kennis Van God
- Kennis Waarderen
- Landbouw, Voorwaarden
- Metaforische Wijngaarden
- Niet Bewaarde Boeken
- Nieuwe Aarde
- Nieuwe Hemelen En Nieuwe Aarde
- Onvoorwaardelijke Liefde
- Op Paarden Rijden
- Paarden
- Regenboog
- Schatbewaarder
- Schatten Op Aarde Opslaan
- Schepping Van De Aarde
- Schepping Van De Aarde
- Schoonheid En Zelfwaarde
- Vergeving Van Zonde Aanvaarden
- Vernietigen Van Wijngaarden
- Vernietiging Van De Aarde
- Verwerven Van Paarden
- Voorwaarden Van Het Verbond In De Sinaï
- Voorwaarden Voor Vruchtbaarheid
- Waarde
- Waarde
- Waarden
- Waardering
- Waardering Van Mensen
- Waardering Voor Voorgangers
- Waardevol
- Waardevolle Stenen
- Welke Waarde Heeft De Mens?
- Wijngaarden
- Wijngaarden Planten
- Zeevaarders
- Zelfwaarde
- Zwaarden