'Worden' in de Bijbel
- 1.Genesis 1:9-Exodus 22:24
- 2.Exodus 23:13-Leviticus 19:23
- 3.Leviticus 20:2-Numberi 35:18
- 4.Numberi 35:21-2 Samuël 17:12
- 5.2 Samuël 18:13-Job 3:9
- 6.Job 3:24-Psalmen 37:17
- 7.Psalmen 37:19-Psalmen 140:11
- 8.Psalmen 143:7-Prediker 12:4
- 9.Hooglied 2:12-Jesaja 30:31
- 10.Jesaja 32:5-Jesaja 66:5
- 11.Jesaja 66:8-Jeremia 33:10
- 12.Jeremia 33:16-Ezechiël 20:41
- 13.Ezechiël 20:47-Daniël 8:13
- 14.Daniël 8:14-Zefanja 1:17
- 15.Zefanja 1:18-Mattheüs 20:28
- 16.Mattheüs 20:33-Lukas 2:23
- 17.Lukas 2:34-Johannes 9:2
- 18.Johannes 9:3-Romeinen 4:24
- 19.Romeinen 5:9-2 Corinthiër 12:15
- 20.2 Corinthiër 12:20-2 Petrus 2:9
- 21.2 Petrus 2:12-Openbaring 21:25
Zij zeiden tot Hem: Heere! dat onze ogen geopend worden.
En Hij zeide tot hen: Er is geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden; maar gij hebt dat tot een moordenaarskuil gemaakt.
Daarom zeg Ik ulieden, dat het Koninkrijk Gods van u zal weggenomen worden, en een volk gegeven, dat zijn vruchten voortbrengt.
En wie op deze steen valt, die zal verpletterd worden; en op wien hij valt, dien zal hij vermorzelen.
Want in de opstanding nemen zij niet ten huwelijk, noch worden ten huwelijk uitgegeven; maar zij zijn als engelen Gods in de hemel.
En al hun werken doen zij, om van de mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels breed, en maken de zomen van hun klederen groot.
Ook de begroetingen op de markten, en van de mensen genaamd te worden: Rabbi, Rabbi!
Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders.
Noch zult gij meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, namelijk Christus.
En wie zichzelven verhogen zal, die zal vernederd worden; en wie zichzelven zal vernederen, die zal verhoogd worden.
En Jezus zeide tot hen: Ziet gij niet al deze dingen? Voorwaar zeg Ik: Hier zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
Alsdan zullen zij u overleveren in verdrukking, en zullen u doden, en gij zult gehaat worden van alle volken, om Mijns Naams wil.
En dan zullen er velen geergerd worden, en zullen elkander overleveren, en elkander haten.
En omdat de ongerechtigheid vermenigvuldigd zal worden, zo zal de liefde van velen verkouden.
Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.
En zo die dagen niet verkort werden, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil zullen die dagen verkort worden.
Want alwaar het dode lichaam zal zijn, daar zullen de arenden vergaderd worden.
En terstond na de verdrukking dier dagen, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven, en de sterren zullen van den hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
Alsdan zullen er twee op den akker zijn, de een zal aangenomen, en de ander zal verlaten worden.
Er zullen twee vrouwen malen in den molen, de ene zal aangenomen, en de andere zal verlaten worden.
Want een iegelijk, die heeft, dien zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar van dengene, die niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt.
Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden.
Want deze zalf had kunnen duur verkocht, en de penningen den armen gegeven worden.
Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden van hetgeen zij gedaan heeft.
Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.
Doch Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Al werden zij ook allen aan U geergerd, ik zal nimmermeer geergerd worden.
En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, die zeggen, dat het alzo geschieden moet?
Doch dit alles is geschied, opdat de Schriften der profeten zouden vervuld worden. Toen vluchtten al de discipelen, Hem verlatende.
Pilatus zeide tot hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt Christus? Zij zeiden allen tot hem: Laat Hem gekruisigd worden.
Doch de stadhouder zeide: Wat heeft Hij dan kwaads gedaan? En zij riepen te meer, zeggende: Laat Hem gekruisigd worden!
Toen liet hij hun Bar-abbas los, maar Jezus gegeseld hebbende, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.
Toen zij nu Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn klederen, het lot werpende; opdat vervuld zou worden, hetgeen gezegd is door den profeet: Zij hebben Mijn klederen onder zich verdeeld, en hebben het lot over Mijn kleding geworpen.
Deze kwam tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus. Toen beval Pilatus, dat hem het lichaam gegeven zou worden.
En indien zulks komt gehoord te worden van den stadhouder, wij zullen hem tevreden stellen, en maken, dat gij zonder zorg zijt.
En Jezus zeide tot hen: Volgt Mij na, en Ik zal maken, dat gij vissers der mensen zult worden.
Voorwaar, Ik zeg u, dat al de zonden den kinderen der mensen zullen vergeven worden, en allerlei lasteringen, waarmede zij zullen gelasterd hebben;
Opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren en hun de zonden vergeven worden.
En dezen zijn, die bij den weg bezaaid worden, waarin het Woord gezaaid wordt; en als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun harten gezaaid was.
En dezen zijn desgelijks, die op de steenachtige plaatsen bezaaid worden; welke, als zij het Woord gehoord hebben, terstond hetzelve met vreugde ontvangen;
En hebben geen wortel in zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden zij terstond geergerd.
En dezen zijn, die in de doornen bezaaid worden, namelijk degenen, die het Woord horen;
Want er is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; en er is niets geschied, om verborgen te zijn, maar opdat het in het openbaar zou komen.
En Hij zeide tot hen: Ziet, wat gij hoort. Met wat maat gij meet, zal u gemeten worden, en u, die hoort, zal meer toegelegd worden.
Want zo wie heeft, dien zal gegeven worden; en wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook dat hij heeft.
Want zij zeide: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, zal ik gezond worden.
Maar Jezus zeide tot haar: Laat eerst de kinderen verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat men het brood der kinderen neme, en den hondekens voor werpe.
En Hij, zwaarlijk zuchtende in Zijn geest, zeide: Wat begeert dit geslacht een teken? Voorwaar, Ik zeg u: Zo aan dit geslacht een teken gegeven zal worden!
En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen veel moest lijden, en verworpen worden van de ouderlingen, en overpriesters, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en na drie dagen wederom opstaan.
En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel eerst komen, en alles wederoprichten; en het zal geschieden, gelijk geschreven is van den Zoon des mensen, dat Hij veel lijden zal en veracht worden.
Want Hij leerde Zijn discipelen, en zeide tot hen: De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen, en zij zullen Hem doden, en gedood zijnde, zal Hij ten derden dage wederopstaan.
En indien uw voet u ergert, houwt hem af; het is u beter kreupel tot het leven in te gaan, dan de twee voeten hebbende, geworpen te worden in de hel, in het onuitblusselijk vuur;
En indien uw oog u ergert, werpt het uit; het is u beter maar een oog hebbende in het Koninkrijk Gods in te gaan, dan twee ogen hebbende, in het helse vuur geworpen te worden;
Want een ieder zal met vuur gezouten worden, en iedere offerande zal met zout gezouten worden.
En zij werden nog meer verslagen, zeggende tot elkander: Wie kan dan zalig worden?
Zeggende: Ziet, wij gaan op naar Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren, en den Schriftgeleerden overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen, en Hem den heidenen overleveren;
Maar Jezus zeide tot hen: Gij weet niet, wat gij begeert. Kunt gij den drinkbeker drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word?
En zij zeiden tot Hem: Wij kunnen. Doch Jezus zeide tot hen: Den drinkbeker, dien Ik drink, zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden, daar Ik mede gedoopt word;
Maar het zitten tot Mijn rechter hand en tot Mijn linker hand staat bij Mij niet te geven; maar het zal gegeven worden dien het bereid is.
Maar Jezus, het tot Zich geroepen hebbende, zeide tot hen: Gij weet, dat degenen, die geacht worden oversten te zijn der volken, heerschappij voeren over hen, en hun groten gebruiken macht over hen.
Doch alzo zal het onder u niet zijn; maar zo wie onder u groot zal willen worden, die zal uw dienaar zijn.
En zo wie van u de eerste zal willen worden, die zal aller dienstknecht zijn.
Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen, om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? En de blinde zeide tot Hem: Rabboni! dat ik ziende mag worden.
En Hij leerde, zeggende tot hen: Is er niet geschreven: Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden allen volken? Maar gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt.
Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen zijn.
Doch aangaande de doden, dat zij opgewekt zullen worden, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende: Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs?
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Ziet gij deze grote gebouwen? Er zal niet een steen op den anderen steen gelaten worden, die niet afgebroken zal worden.
Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn? En welk is het teken, wanneer deze dingen alle voleindigd zullen worden?
Maar ziet gij voor uzelven toe; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in de synagogen; gij zult geslagen worden, en voor stadhouders en koningen zult gij gesteld worden, om Mijnentwil, hun tot een getuigenis.
En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken.
Doch wanneer zij u leiden zullen, om u over te leveren, zo zijt te voren niet bezorgd, wat gij spreken zult, en bedenkt het niet; maar zo wat u in die ure gegeven zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt, maar de Heilige Geest.
En gij zult gehaat worden van allen, om Mijns Naams wil; maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.
En indien de Heere de dagen niet verkort had, geen vlees zou behouden worden; maar om der uitverkorenen wil, die Hij heeft uitverkoren, heeft Hij de dagen verkort.
Maar in die dagen, na die verdrukking, zal de zon verduisterd worden, en de maan zal haar schijnsel niet geven.
En de sterren des hemels zulen daaruit vallen, en de krachten, die in de hemelen zijn, zullen bewogen worden.
Want dezelve had kunnen boven de driehonderd penningen verkocht, en die den armen gegeven worden; en zij vergrimden tegen haar.
Voorwaar zeg Ik u: Alwaar dit Evangelie gepredikt zal worden in de gehele wereld, daar zal ook tot haar gedachtenis gesproken worden, van hetgeen zij gedaan heeft.
En zij begonnen bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem te zeggen: Ben ik het? En een ander: Ben ik het?
En Jezus zeide tot hen: Gij zult in dezen nacht allen aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden.
En Petrus zeide tot Hem: Of zij ook allen geergerd werden, zo zal ik toch niet geergerd worden.
En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden;
Dagelijks was Ik bij ulieden in den tempel, lerende, en gij hebt Mij niet gegrepen; maar dit geschiedt, opdat de Schriften vervuld zouden worden.
Pilatus nu, willende der schare genoeg doen, heeft hun Bar-abbas losgelaten, en gaf Jezus over, als hij Hem gegeseld had, om gekruist te worden.
Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden.
Slangen zullen zij opnemen; en al is het, dat zij iets dodelijks zullen drinken, dat zal hun niet schaden; op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden.
Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.
En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.
En zalig is zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van den Heere gezegd zijn, zullen volbracht worden.
En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden.
En gij, kindeken, zult een profeet des Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht des Heeren heengaan, om Zijn wegen te bereiden;
En het geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den Keizer Augustus, dat de gehele wereld beschreven zou worden.
En zij gingen allen om beschreven te worden, een iegelijk naar zijn eigen stad.
Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke bevrucht was.
(Gelijk geschreven is in de wet des Heeren: Al wat mannelijk is, dat de moeder opent, zal den Heere heilig genaamd worden.)
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Genesis 1:9-Exodus 22:24
- 2.Exodus 23:13-Leviticus 19:23
- 3.Leviticus 20:2-Numberi 35:18
- 4.Numberi 35:21-2 Samuël 17:12
- 5.2 Samuël 18:13-Job 3:9
- 6.Job 3:24-Psalmen 37:17
- 7.Psalmen 37:19-Psalmen 140:11
- 8.Psalmen 143:7-Prediker 12:4
- 9.Hooglied 2:12-Jesaja 30:31
- 10.Jesaja 32:5-Jesaja 66:5
- 11.Jesaja 66:8-Jeremia 33:10
- 12.Jeremia 33:16-Ezechiël 20:41
- 13.Ezechiël 20:47-Daniël 8:13
- 14.Daniël 8:14-Zefanja 1:17
- 15.Zefanja 1:18-Mattheüs 20:28
- 16.Mattheüs 20:33-Lukas 2:23
- 17.Lukas 2:34-Johannes 9:2
- 18.Johannes 9:3-Romeinen 4:24
- 19.Romeinen 5:9-2 Corinthiër 12:15
- 20.2 Corinthiër 12:20-2 Petrus 2:9
- 21.2 Petrus 2:12-Openbaring 21:25
Verwante onderwerpen
- Achtergelaten Worden
- Als Gek Beschouwd Worden
- Als Mensen Worden
- Arm Worden
- Bedrogen Worden
- Belasting Die Betaald Moet Worden
- Beschouwd Worden Als Vreemdelingen
- Christen Worden
- Christus Zou Worden Vermoord
- De Trotsen Zullen Vernederd Worden
- Dingen Die Dooreen Geschud Worden
- Dingen Die Gestript Worden
- Dingen Die Onthuld Worden
- Dingen Die Opgeheven Worden
- Doodstraf
- Door De Mens In Leven Gehouden Worden
- Door God In Leven Gehouden Worden
- Door Iemand Bij De Hand Genomen Worden
- Dwazen Die Wijzen Worden
- Een Ouder Worden
- Een Volwassenen Worden
- Gedood Worden Als Een Dier
- Gedood Worden Als Een Dier
- Gedood Worden Door Een Rots
- Gedood Worden Door Het Zwaard
- Gered Worden
- Gered Worden Van De Toorn Van God
- Gereinigd Van Zonde Worden
- Geslagen Worden Met Stenen
- Gevoelens Van Overweldigd Worden
- Gezien Worden Door De Mens
- God Moet Gevreesd Worden
- Het Eerzame Zal Worden Geëerd
- Hoe Discipelen Worden Genoemd
- Hoe Kinderen Moeten Behandeld Worden
- Langzaam Woedend Worden
- Lof Moet Aangeboden Worden Voor
- Meer Als Christus Worden
- Mensen Die Bevolen Worden Door God
- Mensen Die Bevrijd Worden Door Mensen
- Mensen Die Door Wormen Gegeten Worden
- Mensen Die Gehaat Worden
- Mensen Die Getransformeerd Worden
- Mensen Die Opgehangen Worden
- Mensen Die Verontreinigd Worden
- Mensen Die Verscheurd Worden
- Misleid Worden
- Moe Worden In Achtervolging
- Moe Worden Tijdens Actie
- Moe Worden Tijdens De Vlucht
- Moeilijk Om Gered Te Worden
- Nooit Geboren Worden
- Ontdekt Worden
- Rijk Worden
- Schaamte Over Afgoderij
- Schaamte Zal Aankomen
- Teleurstelling
- Terechtgewezen Worden
- Thuis Geboren Worden
- Troepen Die Weggestuurd Worden
- Verleid Worden
- Verraden Worden
- Wedergeboren Worden
- Woorden Van De Mens Die Vervuld Worden
- Zij Die Niet Gered Worden
- Zij Die Van Israël Moeten Worden Afgesneden