'Worden' in de Bijbel
- 1.Genesis 1:9-Exodus 22:24
- 2.Exodus 23:13-Leviticus 19:23
- 3.Leviticus 20:2-Numberi 35:18
- 4.Numberi 35:21-2 Samuël 17:12
- 5.2 Samuël 18:13-Job 3:9
- 6.Job 3:24-Psalmen 37:17
- 7.Psalmen 37:19-Psalmen 140:11
- 8.Psalmen 143:7-Prediker 12:4
- 9.Hooglied 2:12-Jesaja 30:31
- 10.Jesaja 32:5-Jesaja 66:5
- 11.Jesaja 66:8-Jeremia 33:10
- 12.Jeremia 33:16-Ezechiël 20:41
- 13.Ezechiël 20:47-Daniël 8:13
- 14.Daniël 8:14-Zefanja 1:17
- 15.Zefanja 1:18-Mattheüs 20:28
- 16.Mattheüs 20:33-Lukas 2:23
- 17.Lukas 2:34-Johannes 9:2
- 18.Johannes 9:3-Romeinen 4:24
- 19.Romeinen 5:9-2 Corinthiër 12:15
- 20.2 Corinthiër 12:20-2 Petrus 2:9
- 21.2 Petrus 2:12-Openbaring 21:25
Want ik vrees, dat als ik gekomen zal zijn, ik u niet enigszins zal vinden zodanigen als ik wil, en dat ik van u zal gevonden worden zodanig als gij niet wilt; dat er niet enigszins zijn twisten, nijdigheden, toorn, gekijf, achterklap, oorblazingen, opgeblazenheden, beroerten;
En ik wens van God, dat gij geen kwaad doet; niet opdat wij beproefd zouden bevonden worden, maar opdat gij het goede zoudt doen, en wij als verwerpelijk zouden zijn.
Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Maar indien wij, die in Christus zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars bevonden worden, is dan Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre.
En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.
Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham.
Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden.
Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden.
Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden.
Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen.
Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden.
Want ook zijzelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden.
Opdat Hij u geve, naar den rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden door Zijn Geest in den inwendigen mens;
Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der mensen, door arglistigheid, om listiglijk tot dwaling te brengen;
En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds,
Maar hoererij en alle onreinigheid, of gierigheid, laat ook onder u niet genoemd worden, gelijkerwijs het den heiligen betaamt,
Maar al deze dingen, van het licht bestraft zijnde, worden openbaar; want al wat openbaar maakt, is licht.
Volgens mijn ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal beschaamd worden; maar dat in alle vrijmoedigheid, gelijk te allen tijd, alzo ook nu, Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood.
Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste.
Weest in geen ding bezorgd; maar laat uw begeerten in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
En ik weet vernederd te worden, ik weet ook overvloed te hebben; alleszins en in alles ben ik onderwezen, beide verzadigd te zijn en honger te lijden, beide overvloed te hebben en gebrek te lijden.
Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus;
Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.
Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.
Maar, gelijk wij van God beproefd zijn geweest, dat ons het Evangelie zou toebetrouwd worden, alzo spreken wij, niet als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft.
En verhinderen ons te spreken tot de heidenen, dat zij zalig mochten worden; opdat zij te allen tijd hun zonden vervullen zouden. En de toorn is over hen gekomen tot het einde.
Daarom, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, hebben wij gaarne willen te Athene alleen gelaten worden;
Want ook, toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, gelijk ook geschied is, en gij weet het.
Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
Wanneer Hij zal gekomen zijn, om verheerlijkt te worden in Zijn heiligen, en wonderbaar te worden in allen, die geloven (overmits onze getuigenis onder u is geloofd geworden) in dien dag.
Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden.
En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst;
En in alle verleiding der onrechtvaardigheid in degenen, die verloren gaan; daarvoor dat zij de liefde der waarheid niet aangenomen hebben, om zalig te worden.
Opdat zij allen veroordeeld worden, die de waarheid niet geloofd hebben, maar een welbehagen hebben gehad in de ongerechtigheid.
En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller.
Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen;
Welke wil, dat alle mensen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.
Doch zij zal zalig worden in kinderen te baren, zo zij blijft in het geloof, en liefde, en heiligmaking, met matigheid.
En dat deze ook eerst beproefd worden, en dat zij daarna dienen, zo zij onbestraffelijk zijn.
Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen.
Dat de ouderlingen, die wel regeren, dubbele eer waardig geacht worden, voornamelijk die arbeiden in het Woord en de leer.
Desgelijks ook de goede werken zijn te voren openbaar, en daar het anders mede gelegen is, kunnen niet verborgen worden.
Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking, en in den strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang.
Dat zij weldadig zijn, rijk worden in goede werken, gaarne mededelende zijn, en gemeenzaam;
Zeer begerig zijnde om u te zien, als ik gedenk aan uw tranen, opdat ik met blijdschap moge vervuld worden;
Want van dezen zijn het, die in de huizen insluipen, en nemen de vrouwkens gevangen, die met zonden geladen zijn, en door menigerlei begeerlijkheden gedreven worden;
Maar zij zullen niet meerder toenemen; want hun uitzinnigheid zal allen openbaar worden, gelijk ook die van genen geworden is.
En ook allen, die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus, die zullen vervolgd worden.
Opdat wij, gerechtvaardigd zijnde door Zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hope des eeuwigen levens.
En bereid mij ook tegelijk een herberg; want ik hoop, dat ik door uw gebeden ulieden zal geschonken worden.
En als een dekkleed zult Gij ze ineenrollen, en zij zullen veranderd worden; maar Gij zijt Dezelfde, en Uw jaren zullen niet ophouden.
Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om dergenen wil, die de zaligheid beerven zullen?
Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen? dewelke, begonnen zijnde verkondigd te worden door de Heere, aan ons bevestigd is geworden van degenen, die Hem gehoord hebben;
Want en Hij, Die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit een; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen.
Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen.
Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen.
En Mozes is wel getrouw geweest in geheel zijn huis, als een dienaar, tot getuiging der dingen, die daarna gesproken zouden worden;
Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd.
Alzo heeft ook Christus Zichzelven niet verheerlijkt, om Hogepriester te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd.
En afvallig worden, die, zeg ik, wederom te vernieuwen tot bekering, als welke zichzelven den Zoon van God wederom kruisigen en openlijk te schande maken.
Indien dan nu de volkomenheid door het Levietische priesterschap ware (want onder hetzelve heeft het volk de wet ontvangen), wat nood was het nog, dat een ander priester naar de ordening van Melchizedek zou opstaan, en die niet zou gezegd worden te zijn naar de ordening van Aaron?
Want Hij, op Wien deze dingen gezegd worden, behoort tot een anderen stam, van welken niemand zich tot het altaar begeven heeft.
En alle dingen worden bijna door bloed gereinigd naar de wet, en zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.
Alzo ook Christus, eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen, zal ten anderen male zonder zonde gezien worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid.
Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd (dewelke naar de wet geofferd worden);
Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.
Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.
Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid, alzo dat de dingen, die men ziet, niet geworden zijn uit dingen, die gezien worden.
Maar nu zijn zij begerig naar een beter, dat is, naar het hemelse. Daarom schaamt Zich God hunner niet, om hun God genaamd te worden; want Hij had hun een stad bereid.
(Tot denwelke gezegd was: In Izak zal u het zaad genoemd worden) overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken;
Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao's dochter genoemd te worden;
Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben;
Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.
Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.
Toeziende, dat niet iemand verachtere van de genade Gods; dat niet enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, beroerte make en door dezelve velen ontreinigd worden.
En tot het geklank der bazuin, en de stem der woorden; welke die ze hoorden, baden, dat het woord tot hen niet meer zou gedaan worden.
(Want zij konden niet dragen, hetgeen er geboden werd: Indien ook een gedierte den berg aanraakt, het zal gestenigd of met een pijl doorschoten worden.
Gedenkt der gevangenen, alsof gij mede gevangen waart; en dergenen, die kwalijk gehandeld worden, alsof gij ook zelven in het lichaam kwalijk gehandeld waart.
En ik bid u te meer, dat gij dit doet, opdat ik te eerder ulieden moge wedergegeven worden.
En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
Niemand, als hij verzocht wordt, zegge: Ik word van God verzocht; want God kan niet verzocht worden met het kwade, en Hij Zelf verzoekt niemand.
Spreekt alzo, en doet alzo, als die door de wet der vrijheid zult geoordeeld worden.
Ziet ook de schepen, hoewel zij zo groot zijn, en van harde winden gedreven, zij worden omgewend van een zeer klein roer, waarhenen ook de begeerte des stuurders wil.
En het gebed des geloofs zal den zieke behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden.
Die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, die bereid is, om geopenbaard te worden in den laatsten tijd.
Daarom is ook vervat in de Schrift: Ziet, Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
Hetzij den stadhouderen, als die van hem gezonden worden, tot straf wel der kwaaddoeners, maar tot prijs dergenen, die goed doen.
Desgelijks gij vrouwen, zijt uw eigenen mannen onderdanig; opdat ook, zo enigen den Woorde ongehoorzaam zijn, zij door den wandel der vrouwen zonder Woord mogen gewonnen worden;
Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook medeerfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden.
En hebt een goed geweten, opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken, als van kwaaddoeners, zij beschaamd mogen worden, die uw goeden wandel in Christus lasteren.
Want daartoe is ook den doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mens in het vlees, maar leven zouden naar God in den geest.
De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden:
Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.
En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.
Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden;
Zoekresultaten vervolgd...
- 1.Genesis 1:9-Exodus 22:24
- 2.Exodus 23:13-Leviticus 19:23
- 3.Leviticus 20:2-Numberi 35:18
- 4.Numberi 35:21-2 Samuël 17:12
- 5.2 Samuël 18:13-Job 3:9
- 6.Job 3:24-Psalmen 37:17
- 7.Psalmen 37:19-Psalmen 140:11
- 8.Psalmen 143:7-Prediker 12:4
- 9.Hooglied 2:12-Jesaja 30:31
- 10.Jesaja 32:5-Jesaja 66:5
- 11.Jesaja 66:8-Jeremia 33:10
- 12.Jeremia 33:16-Ezechiël 20:41
- 13.Ezechiël 20:47-Daniël 8:13
- 14.Daniël 8:14-Zefanja 1:17
- 15.Zefanja 1:18-Mattheüs 20:28
- 16.Mattheüs 20:33-Lukas 2:23
- 17.Lukas 2:34-Johannes 9:2
- 18.Johannes 9:3-Romeinen 4:24
- 19.Romeinen 5:9-2 Corinthiër 12:15
- 20.2 Corinthiër 12:20-2 Petrus 2:9
- 21.2 Petrus 2:12-Openbaring 21:25
Verwante onderwerpen
- Achtergelaten Worden
- Als Gek Beschouwd Worden
- Als Mensen Worden
- Arm Worden
- Bedrogen Worden
- Belasting Die Betaald Moet Worden
- Beschouwd Worden Als Vreemdelingen
- Christen Worden
- Christus Zou Worden Vermoord
- De Trotsen Zullen Vernederd Worden
- Dingen Die Dooreen Geschud Worden
- Dingen Die Gestript Worden
- Dingen Die Onthuld Worden
- Dingen Die Opgeheven Worden
- Doodstraf
- Door De Mens In Leven Gehouden Worden
- Door God In Leven Gehouden Worden
- Door Iemand Bij De Hand Genomen Worden
- Dwazen Die Wijzen Worden
- Een Ouder Worden
- Een Volwassenen Worden
- Gedood Worden Als Een Dier
- Gedood Worden Als Een Dier
- Gedood Worden Door Een Rots
- Gedood Worden Door Het Zwaard
- Gered Worden
- Gered Worden Van De Toorn Van God
- Gereinigd Van Zonde Worden
- Geslagen Worden Met Stenen
- Gevoelens Van Overweldigd Worden
- Gezien Worden Door De Mens
- God Moet Gevreesd Worden
- Het Eerzame Zal Worden Geëerd
- Hoe Discipelen Worden Genoemd
- Hoe Kinderen Moeten Behandeld Worden
- Langzaam Woedend Worden
- Lof Moet Aangeboden Worden Voor
- Meer Als Christus Worden
- Mensen Die Bevolen Worden Door God
- Mensen Die Bevrijd Worden Door Mensen
- Mensen Die Door Wormen Gegeten Worden
- Mensen Die Gehaat Worden
- Mensen Die Getransformeerd Worden
- Mensen Die Opgehangen Worden
- Mensen Die Verontreinigd Worden
- Mensen Die Verscheurd Worden
- Misleid Worden
- Moe Worden In Achtervolging
- Moe Worden Tijdens Actie
- Moe Worden Tijdens De Vlucht
- Moeilijk Om Gered Te Worden
- Nooit Geboren Worden
- Ontdekt Worden
- Rijk Worden
- Schaamte Over Afgoderij
- Schaamte Zal Aankomen
- Teleurstelling
- Terechtgewezen Worden
- Thuis Geboren Worden
- Troepen Die Weggestuurd Worden
- Verleid Worden
- Verraden Worden
- Wedergeboren Worden
- Woorden Van De Mens Die Vervuld Worden
- Zij Die Niet Gered Worden
- Zij Die Van Israël Moeten Worden Afgesneden