2033 gebeurtenissen

'Worden' in de Bijbel

Verhoor mij haastelijk, HEERE! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen.

Hoor, mijn zoon! en neem mijn redenen aan, en de jaren des levens zullen u vermenigvuldigd worden.

In uw gaan zal uw tred niet benauwd worden, en indien gij loopt, zult gij niet struikelen.

Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden.

Zal iemand vuur in zijn boezem nemen, dat zijn klederen niet verbrand worden?

Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.

Plage en schande zal hij vinden, en zijn smaad zal niet uitgewist worden.

Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde.

Die in oprechtheid wandelt, wandelt zeker; maar die zijn wegen verkeert, zal bekend worden.

Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.

De rechtvaardige zal in eeuwigheid niet bewogen worden; maar de goddelozen zullen de aarde niet bewonen.

De mond des rechtvaardigen brengt overvloediglijk wijsheid voort; maar de tong der verkeerdheden zal uitgeroeid worden.

De gerechtigheid der vromen zal hen redden; maar de trouwelozen worden gevangen in hun verkeerdheid.

Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.

De mens zal niet bevestigd worden door goddeloosheid; maar de wortel der rechtvaardigen zal niet bewogen worden.

De goddelozen worden omgekeerd, dat zij niet meer zijn; maar het huis der rechtvaardigen zal bestaan.

Een ieder zal geprezen worden, naardat zijn verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal tot verachting wezen.

Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.

Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Die het woord veracht, die zal verdorven worden; maar wie het gebod vreest, dien zal vergolden worden.

Het huis der goddelozen zal verdelgd worden; maar de tent der oprechten zal bloeien.

Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.

Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.

Een verstandig hart zal de wetenschap opzoeken; maar de mond der zotten zal met dwaasheid gevoed worden.

Zekerlijk, de wederspannige zoekt het kwaad; maar een wrede bode zal tegen hem gezonden worden.

Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig.

Van de vrucht van ieders mond zal zijn buik verzadigd worden; hij zal verzadigd worden van de inkomst zijner lippen.

Sla de spotter, zo zal de slechte kloekzinnig worden; en bestraf den verstandige, hij zal wetenschap begrijpen.

Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden.

Want het is liefelijk, als gij die in uw binnenste bewaart; zij zullen samen op uw lippen gepast worden.

Hebt gij een man gezien, die vaardig in zijn werk is? Hij zal voor het aangezicht der koningen gesteld worden; voor het aangezicht der ongeachte lieden zal hij niet gesteld worden.

Zodanig is de kennis der wijsheid voor uw ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden.

Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Doe den goddelozen weg van het aangezicht des konings, en zijn troon zal door gerechtigheid bevestigd worden.

Opdat degene, die het hoort, u niet smade; want uw kwaad gerucht zou niet afgekeerd worden.

Wiens haat door bedrog bedekt is, diens boosheid zal in de gemeente geopenbaard worden.

De kloekzinnige ziet het kwaad, en verbergt zich; de slechten gaan henen door, en worden gestraft.

Die zijn vriend zegent met luider stem, zich des morgens vroeg opmakende, het zal hem tot een vloek gerekend worden.

Die den vijgeboom bewaart, zal zijn vrucht eten; en die zijn heer waarneemt, zal geeerd worden.

Als het gras zich openbaart, en de grasscheuten gezien worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden.

Die oprecht wandelt, zal behouden worden; maar die zich verkeerdelijk gedraagt in twee wegen, zal in den enen vallen.

Een koning, die de armen in trouw recht doet, diens troon zal in eeuwigheid bevestigd worden.

Als de goddelozen velen worden, wordt de overtreding veel; maar de rechtvaardigen zullen hun val aanzien.

Een knecht zal door de woorden niet getuchtigd worden; hoewel hij u verstaat, nochtans zal hij niet antwoorden.

De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen worden niet verzadigd; ja, vier zeggen niet: Het is genoeg!

Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen.

Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon.

Het kromme kan niet recht gemaakt worden; en hetgeen ontbreekt, kan niet geteld worden.

Ook, indien twee te zamen liggen, zo hebben zij warmte; maar hoe zou een alleen warm worden?

En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.

Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten.

Dat ook de mens zijn tijd niet weet, gelijk de vissen, die gevangen worden met het boze net; en gelijk de vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, alzo worden de kinderen der mensen verstrikt, ter bozer tijd, wanneer derzelve haastelijk over hen valt.

De woorden der wijzen moeten in stilheid aangehoord worden, meer dan het geroep desgenen, die over de zotten heerst.

In den dag, wanneer de wachters des huizes zullen beven, en de sterke mannen zichzelven zullen krommen, en de maalsters zullen stilstaan, omdat zij minder geworden zijn, en die door de vensteren zien, verduisterd zullen worden;

En de twee deuren naar de straat zullen gesloten worden, als er is een nederig geluid der maling, en hij opstaat op de stem van het vogeltje, en al de zangeressen nedergebogen zullen worden.

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain