'Dan' in de Bijbel
Ik kreeg knechten en maagden, en ik had kinderen des huizes; ook had ik een groot bezit van runderen en schapen, meer dan allen, die voor mij te Jeruzalem geweest waren.
En ik werd groot, en nam toe, meer dan iemand, die voor mij te Jeruzalem geweest was; ook bleef mijn wijsheid mij bij.
Dies zeide ik in mijn hart: Gelijk het den dwaze bejegent, zal het ook mijzelven bejegenen; waarom heb ik dan toen meer naar wijsheid gestaan? Toen sprak ik in mijn hart, dat ook hetzelve ijdelheid was.
Want er zal in eeuwigheid niet meer gedachtenis van een wijze, dan van een dwaas zijn; aangezien hetgeen nu is, in de toekomende dagen altemaal vergeten wordt; en hoe sterft de wijze met den zot?
Is het dan niet goed voor den mens, dat hij ete en drinke, en dat hij zijn ziel het goede doe genieten in zijn arbeid? Ik heb ook gezien, dat zulks van de hand Gods is.
(Want wie zou er van eten, of wie zou zich daartoe haasten, meer dan ik zelf?)
Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven.
Dies ik gezien heb, dat er niets beters is, dan dat de mens zich verblijde in zijn werken, want dat is zijn deel; want wie zal hem daarhenen brengen, dat hij ziet, hetgeen na hem geschieden zal?
Ja, hij is beter dan die beiden, die nog niet geweest is, die niet gezien heeft het boze werk, dat onder de zon geschiedt.
Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes.
Twee zijn beter dan een; want zij hebben een goede beloning van hun arbeid;
Beter is een arm en wijs jongeling, dan een oud en zot koning, die niet weet van meer vermaand te worden.
Er is geen einde van al het volk, van allen, die voor hen geweest zijn; de nakomelingen zullen zich ook over hem niet verblijden; gewisselijk, dat is ook ijdelheid en kwelling des geestes. [ (Ecclesiastes 4:17) Bewaar uw voet, als gij tot het huis Gods ingaat, en zijt liever nabij om te horen, dan om der zotten slachtoffer te geven; want zij weten niet, dat zij kwaad doen. ]
Het is beter, dat gij niet belooft, dan dat gij belooft en niet betaalt.
Indien gij de onderdrukking des armen, en de beroving des gerichts en der gerechtigheid ziet in een landschap, verwonder u niet over zulk een voornemen; want die hoger is dan de hoge, neemt er acht op; en daar zijn hogen boven henlieden.
Waar het goed vermenigvuldigt, daar vermenigvuldigen ook die het eten; wat nuttigheid hebben dan de bezitters daarvan, dan het gezicht hunner ogen?
Indien een man honderd kinderen gewon, en vele jaren leefde, zodat de dagen zijner jaren veel waren, doch zijn ziel niet verzadigd werd van het goed, en hij ook geen begrafenis had; ik zeg, dat een misdracht beter is dan hij.
Ook heeft zij de zon niet gezien, noch bekend; zij heeft meer rust dan hij.
Want wat heeft de wijze meer dan de zot? Wat heeft de arme meer, die voor de levenden weet te wandelen?
Beter is het aanzien der ogen, dan het wandelen der begeerlijkheid. Dit is ook ijdelheid en kwelling des geestes.
Wat ook iemand zij, alrede is zijn naam genoemd, en het is bekend, dat hij een mens is; en dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan hij.
Beter is een goede naam, dan goede olie, en de dag des doods, dan de dag dat iemand geboren wordt.
Het is beter te gaan in het klaaghuis, dan te gaan in het huis des maaltijds; want in hetzelve is het einde aller mensen, en de levende legt het in zijn hart.
Het treuren is beter dan het lachen; want door de droefheid des aangezichts wordt het hart gebeterd.
Het is beter te horen het bestraffen des wijzen, dan dat iemand hore het gezang der dwazen.
Het einde van een ding is beter dan zijn begin; de lankmoedige is beter dan de hoogmoedige.
Zeg niet: Wat is er, dat de vorige dagen beter geweest zijn, dan deze? Want gij zoudt naar zulks niet uit wijsheid vragen.
De wijsheid versterkt den wijze meer dan tien heerschappers, die in een stad zijn.
En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.
Daarom prees ik de blijdschap, dewijl de mens niets beters heeft onder de zon, dan te eten, en te drinken, en blijde te zijn; want dat zal hem aankleven van zijn arbeid, de dagen zijns levens, die hem God geeft onder de zon.
Want voor dengene, die vergezelschapt is bij alle levenden, is er hoop; want een levende hond is beter dan een dode leeuw.
Ga dan heen, eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn van goeder harte; want God heeft alrede een behagen aan uw werken.
Toen zeide ik: Wijsheid is beter dan kracht, hoewel de wijsheid des armen veracht, en zijn woorden niet waren gehoord geweest.
De woorden der wijzen moeten in stilheid aangehoord worden, meer dan het geroep desgenen, die over de zotten heerst.
De wijsheid is beter dan de krijgswapenen, maar een enig zondaar verderft veel goeds.
Indien hij het ijzer heeft stomp gemaakt, en hij slijpt de snede niet, dan moet hij meerder kracht te werk stellen; maar de wijsheid is een uitnemende zaak, om iets recht te maken.
Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder.
Zo doe dan de toornigheid wijken van uw hart, en doe het kwade weg van uw vlees, want de jeugd, en de jonkheid is ijdelheid.
Eer dan de zon, en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden, en de wolken wederkomen na den regen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (80)
- Exodus (68)
- Leviticus (63)
- Numberi (64)
- Deuteronomium (75)
- Jozua (40)
- Richteren (51)
- Ruth (7)
- 1 Samuël (69)
- 2 Samuël (67)
- 1 Koningen (60)
- 2 Koningen (42)
- 1 Kronieken (27)
- 2 Kronieken (40)
- Ezra (6)
- Nehemia (12)
- Esther (10)
- Job (67)
- Psalmen (61)
- Spreuken (50)
- Prediker (39)
- Hooglied (5)
- Jesaja (65)
- Jeremia (96)
- Klaagliederen (6)
- Ezechiël (69)
- Daniël (24)
- Hosea (14)
- Joël (2)
- Amos (7)
- Jona (4)
- Micha (6)
- Nahum (2)
- Habakuk (6)
- Zefanja (1)
- Zacharia (5)
- Maleachi (9)
- Mattheüs (118)
- Markus (39)
- Lukas (83)
- Johannes (228)
- Handelingen (80)
- Romeinen (62)
- 1 Corinthiërs (57)
- 2 Corinthiër (27)
- Galaten (19)
- Efeziërs (10)
- Filippenzen (10)
- Colossenzen (8)
- 1 Thessalonicenzen (5)
- 2 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (8)
- 2 Timotheüs (7)
- Filémon (3)
- Hebreeën (31)
- Jakobus (8)
- 1 Petrus (10)
- 2 Petrus (4)
- 1 Johannes (6)
- 3 Johannes (2)
- Openbaring (10)