'Stem' in de Bijbel
Ik riep met mijn stem tot den HEERE, en Hij verhoorde mij van den berg Zijner heiligheid. Sela.
Merk op de stem mijns geroeps, o mijn Koning en mijn God! Want tot U zal ik bidden.
Des morgens, HEERE, zult Gij mijn stem horen; des morgens zal ik mij tot U schikken, en wacht houden.
Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.
Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
En de HEERE donderde in den hemel, en de Allerhoogste gaf Zijn stem, hagel en vurige kolen.
Geen spraak, en geen woorden zijn er, waar hun stem niet wordt gehoord.
Om te doen horen de stem des lofs, en om te vertellen al Uw wonderen.
Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij.
Hoor de stem mijner smekingen, als ik tot U roep, als ik mijn handen ophef naar de aanspraakplaats Uwer heiligheid.
Geloofd zij de HEERE, want Hij heeft de stem mijner smekingen gehoord.
De stem des HEEREN is op de wateren, de God der ere dondert; de HEERE is op de grote wateren.
De stem des HEEREN is met kracht, de stem des HEEREN is met heerlijkheid.
De stem des HEEREN breekt de cederen; ja, de HEERE verbreekt de cederen van Libanon.
De stem des HEEREN doet de woestijn beven; de HEERE doet de woestijn Kades beven.
De stem des HEEREN doet de hinden jongen werpen, en ontbloot de wouden; maar in Zijn tempel zegt Hem een iegelijk eer.
Ik zeide wel in mijn haasten: Ik ben afgesneden van voor Uw ogen; dan nog hoordet Gij de stem mijner smekingen, als ik tot U riep.
Ik gedenk daaraan, en stort mijn ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de schare, en met hen te treden naar Gods huis, met een stem van vreugdegezang en lof, onder de feesthoudende menigte.
Om de stem des honers en des lasteraars, vanwege den vijand en den wraakgierige.
De heidenen raasden, de koninkrijken bewogen zich; Hij verhief Zijn stem, de aarde versmolt.
Een psalm, voor den opperzangmeester, onder de kinderen van Korach. (1a) Al gij volken, klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang.
Des avonds, en des morgens, en des middags zal ik klagen en getier maken; en Hij zal mijn stem horen.
Opdat zij niet hore naar de stem der belezers, desgenen, die ervaren is met bezweringen om te gaan.
Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Hoor, o God! mijn stem in mijn geklag; behoed mijn leven voor des vijands schrik.
Looft, gij volken! onzen God; en laat horen de stem Zijns roems.
Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem mijns gebeds.
Dien, Die daar rijdt in den hemel der hemelen, Die van ouds is; ziet, Hij geeft Zijn stem, een stem der sterkte.
Een psalm van Asaf, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (1a) Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij neigen.
Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.
HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen.
Want Hij is onze God, en wij zijn het volk Zijner weide, en de schapen Zijner hand. Heden, zo gij Zijn stem hoort,
Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs,
Mijn gebeente kleeft aan mijn vlees, vanwege de stem mijns zuchtens.
Looft den HEERE, Zijn engelen! gij krachtige helden, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords.
Van Uw schelden vloden zij, zij haastten zich weg voor de stem Uws donders.
Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende van tussen de takken.
Maar zij murmureerden in hun tenten; naar de stem des HEEREN hoorden zij niet.
Ik heb lief, want de HEERE hoort mijn stem, mijn smekingen;
In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.
Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o HEERE! maak mij levend naar Uw recht.
HEERE! hoor naar mijn stem; laat Uw oren opmerkende zijn op de stem mijner smekingen.
Ik heb tot den HEERE gezegd: Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner smekingen.
Een psalm van David. HEERE! ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep.
Een onderwijzing van David, een gebed, als hij in de spelonk was. (1a) Ik riep met mijn stem tot den HEERE; ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (22)
- Exodus (16)
- Leviticus (1)
- Numberi (5)
- Deuteronomium (33)
- Jozua (5)
- Richteren (10)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (28)
- 2 Samuël (8)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (7)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (8)
- Ezra (5)
- Nehemia (2)
- Job (14)
- Psalmen (45)
- Spreuken (7)
- Prediker (3)
- Hooglied (5)
- Jesaja (29)
- Jeremia (53)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (14)
- Daniël (9)
- Joël (2)
- Amos (2)
- Jona (2)
- Micha (2)
- Nahum (2)
- Habakuk (2)
- Zefanja (4)
- Zacharia (2)